Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de diepten roep ik tot U

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepten roep ik tot U

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Uw werk, o Heere! Behoud dat in het leven in het midden der jaren, maak het bekend in het midden der jaren; in de toorn gedenk des ontfermens." Habakuk 3:2

Het gebed van de profeet Habakuk, eenmaal gebeden, worde ook thans naar het Woord en in de Geest meegebeden. Toen tot herleving van het volk Gods. Thans tot herleving van de Kerk.
Verval en afval kenmerkten het volk des verbonds. Het pleiten op de NAAM van de God des eeds en des verbonds kenmerkte de profeet én zijn gebed.
Afval en verval van God, van Zijn Woord en van Zijn dienst, karakteristiek voor de Kerk in onze dagen, voor de kerk in ons land.
Is er nog verwachting, mag er nog gehoopt worden? Dit staat te bezien! God is God. En zonde is zonde. Een bodemloze breuk markeert de scheiding tussen Hem en ons.
Te somber? Geenszins! Wij houden ons aan de realiteit, wij houden ons aan het Woord over de realiteit van en in onze dagen. Dit was immers ook de gebedspraktijk van Habakuk!
En daarmee stond Hij in de grondeloze kloof tussen God en Zijn volk. In deze grondeloze breuk nochtans staande op de vaste grond van het geloof. De vaste grond der dingen, die men hoopt, wat tevens een bewijs is van zaken, die men niet ziet (Hebr. 11:1).

Een biddende Habakuk, als eenmaal en voor immer de Christus!
Zijn Naam, de grond van dit gebed. Toen en nu.
Uw werk, o HEERE! De volheid van Uw werken overeenkomstig de volle raad Gods.
Geopenbaard in de volheid des tijds, getoond in het volbrachte Borgwerk van de enige Naam, die onder de hemel is gegeven. Uw werk, o HEERE! En dát alleen. Uw werk, onvermengd met de onvruchtbare werken der duisternis van een rechtzinnige, maar Godvergetende kerk.
Uw werk, zoals Gij Uw volk verkoor, zoals Gij Uw volk verloste, zoals Gij Uw volk leidde. Uw werk, waarin Gij U doet kennen, waarmee Gij U verbonden hebt als HEERE.
Uw werk, in het licht van Uw welbehagen, gekleurd in het bloed des verbonds, nabij gebracht door Uw Geest.
Dit Uw werk, o HEERE! Behoud dat in het leven in het midden der jaren. Doe dit Uw werk herleven (Engelse vert.) in de diepte van dit tijdsgewricht. Uw NAAM worde alzo opnieuw geheiligd en verheerlijkt.
Uw volk zucht in dienstbaarheid en gedruktheid in het diensthuis, beheerst door zo vele verheerlijkte namen, die niet verwijzen naar de enige NAAM; vol van vruchteloze werken, die geen vrucht zijn van Uw werk in Uw Kerk.
Doe Uw eigen werk herleven! En het eigene van Uw werk!
Maak het bekend in het midden der jaren! Dat de bediening der verzoening weer vol worde van het werk van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. Opdat Uw volk zich in U verblijde. Toon ons Uw goedertierenheid, o HEERE, en geef ons Uw heil!
Uw Kerk zucht en wankelt ten dode onder een godsdienst, die niet vol is van U, geen merk van Uw eigen werk en van het eigene van Uw werk.

Uw werk, o HEERE! Maak het bekend in het midden der jaren, opdat al ons godsdienstig werk ons aan onze ambtelijke en ambteloze handen ontvalt en wij een levend werktuig worden, verkondigend de grote werken Gods voor een schuldig volk. In de bediening der verzoening sprakeloos staande onder de beademing van Uw Geest en sprakeloos neergezet onder de sprake van Uw Woord, opdat we slechts ademen zouden in en spreken zouden van Uw werk!
Uw werk, o HEERE, in het Borgwerk van Uw Zoon is werkdadig genoeg om het gif van onze werkheiligheid werkeloos te maken.
Uw rechtvaardigheid en Uw barmhartigheid zijn allerduidelijkst in Uw werken. In de toorn gedenk des ontfermens!
Uw rechtvaardigheid en Uw barmhartigheid behoren beiden tot Uw werken. In de toorn gedenk des ontfermens!
Handel in Uw toorn met ons niet naar onze handelingen, maar ga met ons ontfermend te werk in het werk van Hem, Wiens werk volbracht en volkomen is.
Breng ons weder, o God van ons heil! En doe te niet Uw toornigheid over ons.
Zult Gij eeuwig tegen ons toornen? Zult Gij Uw toorn uitstrekken van geslacht tot geslacht?
Toon ons Uw goedertierenheid en geef ons Uw heil!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 oktober 2000

Terdege | 95 Pagina's

Uit de diepten roep ik tot U

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 oktober 2000

Terdege | 95 Pagina's