Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet halfslachtig, wel voorzichtig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet halfslachtig, wel voorzichtig

Ds. J. Harteman: „Je moet met vallen en opstaan een eigen lijn ontwikkelen"

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het afgescheiden idee dat tuchtoefening in de Nederlandse Hervormde Kerk onmogelijk is, verwijst ds. J. Harteman naar het rijk der fabelen. De leertucht mag nauwelijks functioneren, voor kerkelijk opzicht binnen de gemeente is zeker ruimte. Wel is naast eensgezind optreden van de kerkenraad een grote dosis wijsheid vereist. „Je moet voorkomen dat je nodeloos verwarring sticht.

Hoewel hij lijdt aan het liberalisme in zijn eigen kerk, raakt ds. J. Harteman licht geïrriteerd als afgescheiden broeders beweren dat de Nederlandse Hervormde Kerk geen tucht kent. In de drie gemeenten die hij de achterliggende 21 jaar diende, was die er wel degelijk. „De plaatselijke kerkenraad oefende tucht en opzicht rondom de sacramenten en het huwelijk. In die zin heb ik er overal mee te maken gehad.
In Moerkapelle, zijn eerste gemeente, boog de toen nog jonge dominee zich concreet over de vraag hoe om te gaan met de doop van kinderen van randkerkelijke leden. „Het kwam voor dat op de doopzitting ineens mensen verschenen die je zelden in de kerk zag. Daarmee werd je voor een voldongen feit geplaatst. Besloten is het onderwerp al op het huisbezoek aan de orde te stellen, en daarbij aan te geven dat er niet vanzelfsprekend gedoopt kan worden. Kom je daar als kerkenraad pas op de doopzitting mee, dan geeft dat een hoop rumoer. Is het niet bij de doopouders zelf, dan wel bij de familie.

Vallen en opstaan
De predikant uit Wezep, secretaris van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond en tot voor kort lid van de hervormde synode, kan zich niet herinneren dat in zijn theologische opleiding concreet aandacht werd besteed aan tuchtoefening en censuur. „Het is geen populair onderwerp. Als predikant moet je met vallen en opstaan een eigen lijn ontwikkelen. In het begin voel je je best onzeker, vooral wanneer je wordt geconfronteerd met zaken als echtscheiding. Hoe ga je daarmee om? Ik ben zelf ouderling in Veenendaal geweest, waar toen ds. A. Vroegindeweij stond, een man met bijzondere pastorale gaven. Zat ik in Moerkapelle met een probleem, dan dacht ik vaak: Hoe zou hij daarin gehandeld hebben? Het kan ook nuttig zijn om eens een oudere collega te raadplegen.
Met het daadwerkelijk onder censuur stellen van gemeenteleden had ds. Harteman nimmer te maken. Angst voor een negatieve reactie uit hogere kerkelijke organen speelde daarin geen rol. „Als je als kerkenraad zorgvuldig en naar het Woord handelt, hoef je niet zo bang te zijn dat je op de vingers wordt getikt. Het is binnen de Nederlandse Hervormde Kerk mogelijk over tucht te spreken zoals Gods Woord dat doet en zoals de kerk het in de geloofsbelijdenissen belijdt.

Geen inquisitie
De hervormde predikant typeert tucht als het handhaven van de heerschappij van Gods Woord in de kerk. Daarin ervaart hij naar zijn eigen kerkverband toe een stuk pijn. „We moeten eerlijk vaststellen dat de sleutel van de leertucht in de Nederlandse Hervormde Kerk is verroest, om niet te zeggen gebroken. Als het om tucht over de levenswandel gaat, ligt dat anders. De kerkorde spreekt daar heel concreet over, met name naar ambtsdragers. Het is mogelijk dat die uit hun ambt worden ontzet. Dat gebeurt ook meer dan eens.
De spits van het kerkelijk opzicht ligt voor ds. Harteman in de Woordverkondiging. Daarin weet hij zich vrij om onbijbelse zaken in leer en leven aan de orde te stellen. Opmerkelijk is dat de meeste gemeenteleden bij tucht in de eerste plaats aan censuur denken. „Dat is een verkeerde opvatting. De prediking, als instrument van de Heilige Geest, is hét kanaal waarlangs de tucht tot de gemeente komt. We spreken niet voor niets over de tucht van het Woord.
Een volgende stap is de tuchtoefening in het pastoraat. Die is nodig om te voorkomen dat het kwaad van de zonde zich vastzet en het leven van de gemeente aantast. Het is geen bemoeizucht, zoals wel eens gedacht wordt, nog minder een vorm van inquisitie. Tucht is geen verdelgingsmiddel, maar geneesmiddel, gericht op het behoud van mensen. Jezus zei tegen de overspelige vrouw: „Ga heen en zondig niet meer. Anderzijds beschermt de tucht gemeenteleden tegen onverantwoorde en onrechtvaardige aanklachten. Die kant wordt weleens vergeten. Belangrijk is ook dat tucht in eerste instantie wordt uitgeoefend onder elkaar, naar de regel van Mattheüs 18 vers 15. Je holt niet voor een kleinigheid naar de kerkenraad.

Draagvlak
De praktijk heeft de predikant geleerd dat al te duidelijke uitspraken over levensheiliging niet door iedereen op prijs worden gesteld. „We hebben tegenwoordig te maken met mondige gemeenteleden, die zelf beslissen wat ze wel en niet doen. Je mag heel ontdekkend en scherp in de prediking zijn, zolang je mensen maar niet in hun leefwereld raakt. Het gevaar bestaat dat je als predikant steeds minder concreet wordt, uit angst je vingers te branden. Ik denk niet dat dat de goede houding is. We zijn op het foute spoor als we op de kansel bepaalde onderwerpen gaan verzwijgen, omdat die te gevoelig liggen.
De vertolking naar de pastorale praktijk vindt ds. Harteman minder eenvoudig. „Vaak zitten aan pastorale problemen verschillende kanten, waardoor je in het pastoraat wat soepeler bent dan op de kansel. Voor tuchtmaatregelen moet in de gemeente bovendien draagvlak zijn. Veroorzaak je er geweldig veel rumoer mee, dan kun je je afvragen of je niet meer schade veroorzaakt dan dat je heelt.
In Indië kwam het voor dat zonden uit het zondenregister in het Avondmaal werden geschrapt, omdat anders geen van de leden aan kon gaan.

„Zo bedoel ik het niet. Gods Woord en het belijden van de kerk zijn norm. De vraag is wanneer en hoe je de tucht toepast. We moeten onderscheid maken tussen meer middelmatige zaken en grove zonden, al mag een kerkenraad nooit de indruk wekken dat het in de prediking niet menens is. Dan ontstaat bij de gemeente de gedachte dat de soep niet zo heet wordt gegeten als hij wordt opgediend.

Voorzichtigheid
Welke ruimte heeft een hervormde kerkenraad voor daadwerkelijke tuchtoefening, zonder het gevaar te lopen van hogerhand te worden teruggefloten?
„Als plaatselijke kerkenraad heb je meer ruimte dan soms wordt gesuggereerd. Van ouds is de tucht vooral verbonden geweest met de viering van het Heilig Avondmaal. De kerkenraad heeft erop toe te zien dat de tafel des Heeren heilig wordt gehouden. In de kerkenraadsvergaderingen is er gelegenheid onderlinge censuur te oefenen op elkaars leven. Gemeenteleden kunnen in diezelfde vergaderingen bezwaar inbrengen tegen de belijdenis of levenswandel van medeleden.
Bij een aanstootgevende levenswandel van gemeenteleden leidt vermaning binnen een pastoraal gesprek soms tot een keer ten goede. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat zon gesprek voor mensen ook reden kan zijn om te vertrekken naar een andere gemeente of een ander kerkverband. Het vraagt heel veel tact. Ik pleit niet voor halfslachtigheid, wel voor voorzichtigheid. En bewogenheid. Het is mij meer dan eens opgevallen dat de meest bevindelijke mensen vaak mild zijn in het bestraffen van de ander, omdat ze hun eigen hart hebben leren kennen. Geduld is zeker in de kerk een schone zaak.

Beleidsplan
De tuchtoefening rond het huwelijk wordt in hervormd-gereformeerde kring steeds actueler door het toenemen van samenwonen. De bijbelse lijn is voor ds. Harteman helder. Samenleven als man en vrouw hoort thuis binnen de bedding van het huwelijk. Samenwonenden die willen gaan trouwen en hun huwelijk graag kerkelijk bevestigd zien, dienen de samenwoning te beëindigen en schuld te belijden.
De Wezepse predikant is bovendien van mening dat de invulling van de trouwdag niet haaks op de huwelijksdienst mag staan. Belangrijk daarbij is wel dat dit standpunt door de hele kerkenraad wordt gedragen. „Meestal word je er als predikant op aangesproken. Wanneer een kerkenraad niet achter je staat, beland je in een moeilijke situatie. Zeker in de Hervormde Kerk. Ik denk dat het verstandig is om als kerkenraad beleidslijnen vast te leggen en die ook eens in de kerkbode te publiceren. Hetzelfde geldt voor het beleid rond kerkelijke begrafenissen. Dat schept duidelijkheid, naar beide kanten.
Wat te doen als de predikant een andere lijn voorstaat dan de rest van de kerkenraad?
„Daar heb ik gelukkig nooit mee te maken gehad. Als het om ethische zaken gaat, is er in ons soort gemeenten nog een behoorlijke eenheid.

Perforatie
Dat kan anders liggen binnen een centrale kerkenraad met predikanten van diverse modaliteiten.
„Daar kan het inderdaad voorkomen dat iets wat jij zonde noemt door een collega als normaal geaccepteerd wordt. In zulke plaatsen zie je overigens vanzelf een differentiatie optreden. Mensen gaan daar kerken waar de prediking en de pastorale praktijk hen aanstaat. In centrale kerkenraden met grote inhoudelijke verschillen wordt vrijwel uitsluitend over organisatorische zaken gesproken. De meeste wrijving ontstaat tussen bondspredikanten die verschillende maatstaven aanleggen. Waarbij de een uitvoert wat een ander weigert te doen. Daarmee ondergraaf je de tuchtoefening. Die staat of valt met de collegialiteit.
Hoe beoordeelt u in dit licht de perforatie van de gemeentegrenzen?
„Zelf was ik een tegenstander van perforatie, maar in Wezep was men er heel vroeg mee. Toen ik hier kwam, was het besluit al genomen. De meeste overschrijvingen betreffen gemeenteleden die kiezen voor de kerk waar ze meeleven. Onder hen is een gering aantal dat dit doet uit diepere motieven. Het komt voor dat men zich uit mijn wijk naar een andere wijk laat overschrijven, of omgekeerd, vanwege het beleid aangaande doop, avondmaal, samenwonen en huwelijk. Keerzijde van de perforatie is dat een gemeente haar breedte kwijt kan raken en eenzijdig van samenstelling kan worden. Met gevolg dat de kerkenraad tot een star en eng beleid komt, dat in feite niet hervormd is. Het is zelfs mogelijk dat men strenger optreedt dan voor de perforatie, vanuit de gedachte: Als je het niet met ons beleid eens bent, moet je je maar over laten schrijven naar een gemeente waar je je wel thuis voelt.

Internet
Hoe gaat u om met mensen die uit een andere wijkgemeente of een ander kerkverband over willen komen, omdat ze te maken kregen of dreigden te krijgen met tuchtoefening?
„In principe vraag je aan mensen waarom ze over willen komen. Je blijft echter met het gegeven zitten dat hun verhaal niet hoeft overeen te komen met de werkelijkheid. In zon grote gemeente als Wezep is de realiteit dat ik vaak achteraf bericht krijg van de overkomst van mensen. Anders ligt dat wanneer ze zich welbewust bij onze wijkgemeente aansluiten.
Wanneer je weet dat mensen elders onder censuur staan, zal onderzoek naar de reden plaats moeten vinden. In sommige kerkverbanden wordt censuur toegepast voor zaken waarop in andere kerken de tucht niet van toepassing is. Denk aan het bezit van internet. Dat is in onze gemeente geen reden voor tuchtoefening. Bij overspel ligt dat duidelijk anders.
Ervaart u de tuchtoefening als een dilemma?
„Het doet pijn als het geneesmiddel van de tucht wordt geweigerd. In de gemeenten die ik heb mogen dienen, ben ik daar gelukkig niet veel mee geconfronteerd. Heel gespannen situaties heb ik nooit meegemaakt.

Overtrokken
Hoe reëel is de angst van behoudende hervormden dat in de SoW-kerk de ruimte voor tuchtoefening volledig zal ontbreken?
„Die vrees vind ik overtrokken. De verantwoordelijkheid van de plaatselijke gemeente wordt niet afgesnoerd. In 99 heeft de gezamenlijke vergadering van de synode van de Samen-op-Wegkerken zich diepgaand beraden op incest en seksueel misbruik. Dat heeft geleid tot de uitspraak dat seksueel misbruik zonde is, kwaad in Gods ogen en onrecht tegenover de medemens. Dat was door de hervormde synode nog nooit zo duidelijk gesteld.
Je ziet vaak een romantisering van de huidige situatie in de Nederlandse Hervormde Kerk. Ik herinner me nog levendig een vergadering van de triosynode in Dalfsen, in 1997. Een hervormde predikant hield daar een pleidooi voor de opvattingen van moderne gereformeerde theologen. Met de leer van de rechtvaardiging van de goddeloze zouden we de armen in de Derde Wereld in de kou laten staan. Een synodaal gereformeerde ouderling ging na dat verhaal staan en sprak: „Als het zo moet, wil ik niet samen op weg. We moeten wel de realiteit onder ogen zien; dat komt ook voor.

Volgende keer: prof. dr. H.J. Selderhuis.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 februari 2001

Terdege | 116 Pagina's

Niet halfslachtig, wel voorzichtig

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 februari 2001

Terdege | 116 Pagina's