Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een warm hart voor kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een warm hart voor kinderen

Cathy Atkinson-Kersten: „Het gaf een gevoel van vertrouwen wanneer opa aanwezig was, van zekerheid

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een jaar na de dood van zijn vader emigreerde Gerrit Hendrik Kersten junior naar Amerika. Dochter Cathy werd er verpleegster, huwde met de jonge predikant Terry Atkinson en volgde haar man naar Spanje, Engeland, Italië en Griekenland. In de Gereformeerde Gemeenten zou ze zich niet meer thuis voelen. Maar op haar grootvader ziet ze met achting terug. „Spurgeon, opa en dr. Lloyd Jones, die liggen voor mij op één lijn. Dat type mensen wordt maar eens in een generatie geboren.

In een grijs verleden was het monumentale pand aan de Utrechtse Brigittenstraat de thuisbasis van een kloostergemeenschap. Nu biedt het onderdak aan De Banier, uitgever van theologische werken, romans en De Gezinsgids.
Op de eerste verdieping huist de oude heer Jaap Otte, schoonzoon van ds. G.H. Kersten. Niets wijst erop dat hij met de rest van de samenleving de 21e eeuw is binnengegaan. Hoge vensters zien uit op een verstilde stadstuin. De donkere houten vloer, met daarop een al even donker pijporgel, is museaal van uitstraling. Stoelen en tafels zijn van een generatie die meubilair voor het leven kocht.
Aan weerszijden van een antieke klok hangen de portretten van ds. G.H. Kersten en zijn echtgenote. De boekenkast biedt een overzicht van de pennenvruchten die de grondlegger van de Gereformeerde Gemeenten naliet: een kloeke dogmatiek, een verklaring van de Heidelberger Catechismus, prekenbundels en geschriften over tal van onderwerpen. Deels stichtelijk, deels polemisch van aard. Wie de voormalige onderwijzer tegenover zich vond, zowel in kerk als politiek, had in hem een geduchte tegenstander.

Zekerheid
Cathie Atkinson-Kersten (65), voor een kort familiebezoek over uit Italië, leerde de andere zijde van haar grootvader kennen. In de gedachten van de oudste dochter van Gerrit Hendrik junior (Henk) leeft hij voort als iemand met een warm hart voor kinderen. Een van de mooiste dingen die van een groot man gezegd kunnen worden.
„Ook als hij in zijn kamer zat te studeren of te schrijven, mochten we bij hem binnen komen. Hij maakte altijd even tijd voor een gesprekje. Over de dingen van de Bijbel, over Jezus, over God en de soevereiniteit van God. Als kind drink je dat allemaal in, je weet niet beter. Later ga je het voorrecht ervan beseffen.
De oudste herinnering dateert uit de meidagen van 1940. „Toen het bombardement op Rotterdam begon, zijn we meteen naar de Westersingel gegaan. Met elkaar zaten we in het rooie kamertje, waar opa altijd bezoek ontving, door ons zo genoemd omdat het rood geschilderd was. Het was voor ons vanzelfsprekend dat je in die omstandigheden naar de Westersingel ging. Het gaf een gevoel van vertrouwen wanneer opa aanwezig was, van zekerheid, security. Hij overschaduwde het leven.

Oneindige stoet
Henk verhuisde in de oorlogsjaren met zijn gezin naar Zuid-Beveland. „Daar hebben we gewoond tot we opnieuw zijn gebombardeerd, in 1944. Toen zijn we naar de hoeve van mijn grootvader in Puthoek bij Waarde gegaan. Die werd bewoond door oom Willem. Op zondag hadden we er drie keer leeskerk. Als kinderen leerden we daarnaast s avonds opas Korte Lessen over het Kort Begrip. Dat was gewoon, daar was de zondag voor. Ik heb het nooit erg gevonden.
Op de dag van de bevrijding is nog fel gevochten en zijn we van Puthoek naar Waarde gevlucht. Uiteindelijk kwamen we terecht bij een meneer Kirpestein. Daar heb ik onder de keukentafel gezeten, vanwege de bommen. Een paar uur later kwamen de tanks van de Amerikanen en de Canadezen binnenrollen.
Na de oorlog vestigde Henk zich als graanhandelaar in Oostkapelle. De economische vooruitgang maakte de aanschaf van een automobiel mogelijk, waardoor het contact met opa en oma Kersten in Rotterdam kon worden geïntensiveerd. „De middag waarop opa overleed, tijdens een bezoek aan Puthoek, hebben we hem nog ontmoet. We waren net thuis toen het telefoontje kwam dat hij na ons vertrek door een hartaanval was gestorven. Dat maakte diepe indruk, net als de rouwdienst aan de Boezemsingel. Een massa mensen, rijtuigen, autos, voor mijn gevoel was het een oneindige stoet.

Emigratie
Na de oorlog verlieten vijf van de tien kinderen Kersten het vaderland. Willem trok naar Zuid-Afrika, Samuël, Gerda, Arie en Henk emigreerden naar Amerika en Canada. „Opa was meerdere keren in Amerika geweest en had vaak gezegd: Als je vooruit wilt, moet je daar zijn. Het is een land van opportunity.
De kritiek op de houding van ds. Kersten in de Tweede Wereldoorlog ging langs de kleindochter heen. „Je komt in een totaal nieuwe omgeving, ik ben met een Engelsman getrouwd, de ontwikkelingen in Nederland stonden ver van je af. Ik heb me nooit in de toestanden rond opa verdiept, had er ook geen behoefte aan. Het is altijd makkelijk om achteraf kritiek uit te oefenen.
In Amerika ontmoette ze enkel hoogachting voor haar grootvader. „We zaten in een puur Hollandse gemeenschap, waar ds. Kersten de grote voorganger is gebleven. Emigranten conserveren het verleden, ze houden vast aan hoe het in het vaderland was toen ze weggingen. Ds. Lamain, die twee jaar voor ons naar Grand Rapids was vertrokken, is tot het eind van zijn leven een Nederlander gebleven. Mijn ouders konden zich ook moeilijk aanpassen. Je moet niet gaan emigreren als je al veertig bent. Dan blijf je met één been in Holland en het andere been in Amerika staan.

Gesoebat
Op haar achttiende jaar nam Cathie Kersten, verpleegster in opleiding, de beslissing de Gereformeerde gemeente van Grand Rapids te verlaten. Ze ging naar de Old Christian Reformed Church, waar ds. C. Smits sinds kort het Woord bediende. „In het begin ging ik alleen op woensdagavond, later ook op zondag. In de verpleging kon je toch al niet zo vaak naar de kerk; als ik wel kon, wilde ik iets horen waar ik wat aan had. Voor vader Henk was het een bittere pil. „Een Kersten die de Gereformeerde Gemeenten uitging, dat kon niet. Ik denk dat het zijn zekerheid aantastte. Het was een close community. Voor zijn gevoel keerde ik de kerk de rug toe.
Na het vertrek van ds. Smits, begin 1956, benaderde de kerkenraad de Engelse theologiestudent Terry Atkinson. „Terry is van huis uit Anglicaan. Aan de universiteit van Durham, waar hij klassieke talen studeerde, leerde hij Iain Murray kennen. Onder invloed van dr. Martyn Lloyd Jones hebben ze de puriteinen ontdekt. Toen Terry in Engeland professor John Murray van Westminster Theological Seminary in Philadelphia hoorde spreken, was hij zo onder de indruk dat hij daar verder wilde studeren.
Op verzoek van Murray preekte Atkinson s zomers in de Free Presbyterian Church van Toronto, waar de ouderlingen van de Old Christian Reformed Church hem kwamen beluisteren. „Ze vroegen hem meteen een weekend naar Grand Rapids te komen. Daar voelde hij weinig voor, maar ze hebben net zo lang gesoebat tot hij het een keer deed. Toen had hij geen rust meer. Ze bleven bellen. Eerst vloog hij twee keer per maand van Philadelphia naar Grand Rapids, later kwam hij iedere zondag.

Geweldige stap
De prediking van de jonge Engelsman maakt op Cathie Kersten nog meer indruk dan de verkondiging van ds. Smits. „Terry preekt heel apart. Hij voelt de verantwoordelijkheid voor de zielen van de mensen die hij onder zijn gehoor heeft. Dat klinkt in al zijn preken door. Er zijn weinig dominees die ik liever hoor.
Het contact tussen beiden leidde al snel tot een verloving en in 1958 tot een huwelijksverbintenis. Henk Kersten kon er nu niet onderuit zijn aanstaande schoonzoon een keer te gaan beluisteren. Met gevolg dat hij sindsdien elke week in de Old Christian Reformed Church zat. „Als zoon van ds. Kersten buiten het eigen kerkverband kerken, dat was eigenlijk onmogelijk, maar ook hij werd geraakt door de prediking van Terry.
De hoop van de kerkenraad dat Atkinson zich blijvend aan de gemeente zou verbinden, ging niet in vervulling. Net als zijn Spaanse vriend David Estrada wist hij zich geroepen tot evangelisatiewerk. Beiden werden in de Old Christian Reformed Church bevestigd, Estrada tot zendeling voor Spanje, Atkinson tot evangelist. „Wij zouden blijven tot een nieuwe dominee was gevonden, maar dat werd maar uitgesteld en uitgesteld. Op een gegeven moment heeft Terry de knoop doorgehakt en zijn we naar Spanje vertrokken. Daar wilden we een theologische school oprichten, maar die is niet van de grond gekomen.

Feestdag
In 1960 werkte Atkinson op verzoek van Iain Murray een jaar in Londen voor de calvinistische uitgeverij The Banner of Truth. Zondags preekte hij voor een groepje verstrooide leden van de Free Church of Schotland. Cathie kerkte bij dr. Lloyd Jones. „Ik zette Terry af en reed met ons dochtertje door naar de Westminster Chapel. Het was het jaar waarin Lloyd Jones de brief aan de Efeziërs bepreekte. Fantastisch, iedere zondag was weer een feestdag.
Dr. Lloyd Jones was een bijzondere man, ook in de persoonlijke contacten. Elke zondag stonden buiten de kerk mensen te wachten om met hem na te praten, maar wanneer hij vond dat hij voor jou een halfuur nodig had, liet hij de rest gewoon staan. Hij had wel iets van opa. Spurgeon, opa en dr. Lloyd Jones, die liggen voor mij op één lijn. Dat type mensen wordt maar eens in een generatie geboren.
In 1961 vertrok het echtpaar naar het Italiaanse Pisa, ondersteund door vrienden en de gemeente van de Reformed Church of America in Haledon. De eerste jaren evangeliseerde Atkinson onder studenten van de plaatselijke universiteit. Tussendoor gaf hij negen maanden les aan de theologische opleiding van ds. Zodhiates, in Griekenland. „Die had zon honderd kilometer ten zuiden van Thessaloniki een weeshuis, een theologische school, een drukkerij en een grote kerk.

Gasten
Van Pisa verhuisden de Atkinsons naar Rome. Daarvandaan naar Athene, waar de predikant negen jaar evangelisatiearbeid en sociaal werk verrichtte voor een internationale kerk. „Een klassieke dominee is Terry nooit geweest. We hadden altijd drugsverslaafden in huis en jongens die op straat liepen. Je zorgde ervoor dat je niet te veel in huis had, want mooie spullen waren zo weg. Ik had er ook geen behoefte aan. Dat zit er gelukkig bij mij niet meer in.
Begin jaren tachtig keerden ze terug naar Italië, waar Atkinson nabij Napels een eigen gemeente stichtte: de Reformed Church of Italy. „In de zomer hadden we naast de Italiaanse kerkgangers heel veel gasten, soms wel veertig tegelijk, uit allerlei landen: kerkelijk en niet-kerkelijk, godsdienstig en ongodsdienstig. Daarmee deden we dan bijbelstudie.
Momenteel woont het echtpaar in Marsciano, waar Atkinson een kleine gemeente dient, die inmiddels is ondergebracht bij de Waldenzenkerk van Perugia. „De Waldenzen zijn een periode behoorlijk liberaal geweest, maar dat slaat nu gelukkig weer om. Onder de professoren zijn fijne, christelijke mannen. We hopen en bidden dat die ontwikkeling door mag gaan.

Warm gevoel
De arbeid in Italië bleven ze combineren met evangelisatiewerk en theologische scholing op het Griekse eiland Alonissos. Hun twee dochters vestigden zich in Marsciano. De enige zoon dient als anglicaans predikant de Church of England. „Die denkt net als Terry en probeert daar weer belangstelling voor de puriteinen te wekken.
Band met Nederland heeft ze nauwelijks meer. „Ik kom dolgraag bij oom Jaap en tante Mies, maar verder zegt Holland me weinig. Daarvoor hebben we te veel rondgetrokken. Ik ben een mens van de wereld geworden. En toch ook weer niet. Je voelt je overal thuis en tegelijk nergens. We spreken vloeiend Italiaans, maar dat betekent niet dat ik als een Italiaan denk. Ik voel me nog het meest a citizen of heaven, een mens van de hemel.
In de Gereformeerde Gemeenten zou ze niet meer passen. „Beslist niet. De hele denkwijze zou me irriteren. Anderen bekritiseren om zelf het hoofd boven water te houden, zo voel ik het aan. En dat gevoel van hopeloosheid: als je niet uitverkoren bent, kom je er niet. De nadruk op de uitverkiezing is te sterk. Dat zal wel van mn grootvader vandaan komen, want mn vader had het ook. Het eigenaardige is dat ik er als kind nooit iets van heb kunnen merken. Bid maar veel, zei opa vaak, want de Heere hoort je altijd. Als ik aan hem denk, geeft me dat nog altijd een warm gevoel.

Volgende keer: Anton Philips over industrieel Anton Philips.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 maart 2001

Terdege | 104 Pagina's

Een warm hart voor kinderen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 maart 2001

Terdege | 104 Pagina's