Vliegschool voor professionals

Het kantoor van Van den Sigtenhorst geeft uitzicht op de start- en landingsbaan van het vliegveld. Vanwege een stormachtige wind staan de Cessnas aan de grond. „Met dit weer heeft vliegen geen leereffect, weet de directeur.
Vanachter zijn bureau blikt Van den Sigtenhorst terug op de beginperiode. „In Duitsland maakte ik kennis met een grondige stijl van opleiden. In Nederland bleek het luchtvaartlandschap er heel anders uit te zien. Een monopolie van een enkele rijksgesubsidieerde school en geen particuliere initiatieven. De Rijksluchtvaartschool leidde alleen de allerbeste kandidaten op. De Koninklijke Luchtmacht kende een zeer strenge selectie, terwijl de NLS in die tijd vooral buitenlandse leerlingen voor Fokker opleidde. Wie piloot wilde worden en via deze kanalen de opleiding niet kon volgen, was aangewezen op een traject via vliegclubs en avondcursussen. Veel vliegerstalent ging op die manier verloren voor het tot bloei kon komen.
Van den Sigtenhorst zag dit landschap met lede ogen aan. Na wat omzwervingen in de autobranche besloot hij een vliegschool te starten die „gewapend met kwaliteit de concurrentie met de grote jongens aankon.
„De eerste jaren leidden we vooral privé-vliegers op, mijmert de drukbezette directeur. „Toch was dit niet wat ik wilde. Uiteindelijk wilde ik een school die opleidde voor alle beroepsbrevetten. In Nederland mochten voor 1984 alleen de RLS en de NLS beroepsvliegers opleiden. En het was natuurlijk een prachtige uitdaging om een goede particuliere opleiding naast die twee namen te krijgen. We staken onze nek uit en riepen daarmee natuurlijk verzet op in de luchtvaartwereld. Desondanks werden we in 1984 de derde vliegopleiding in Nederland die vliegers mocht opleiden voor het grote werk.

Test
Iemand die zich aanmeldt bij de school van Van den Sigtenhorst kan niet zonder meer beginnen. „We voeren met iedereen een persoonlijk gesprek om een goed beeld te krijgen van de betrokkene. Dan volgen een psychologische, een technische en een medische test bij het Aeromedisch Instituut in Soesterberg. Op grond van gesprek en testen wordt een studieadvies gegeven. Hierin geeft de vliegschool aan of zij het zinvol acht dat de aankomende piloot aan de opleiding begint. „Zon advies is niet dwingend. Wij geven alleen aan dat wij van onze kant wel of niet met de cliënt de lucht in willen. De praktijk leert dat deze kandidaten vaak ook niet slagen bij andere luchtvaartscholen. Een enkele keer ontmoet ik een piloot die ooit bij ons een negatief advies kreeg. Dan ben ik blij voor zon jongen dat zijn droom via een andere weg toch is uitgekomen.
De studie is niet goedkoop. In het gros van de gevallen moet een hypotheek van zon ƒ 200.000,- genomen worden om de kosten te betalen. Dat betekent dat alle partijen (leerling, ouders, vliegopleiding en financierder) achter de plannen van de aankomende piloot moeten staan. Van den Sigtenhorst: „Om een leerling een goed financieel beheer aan te kunnen bieden tijdens en na de studie heeft de vliegschool een overeenkomst gesloten met luchtvaartverzekeraar IFTC. Deze is betrokken bij het afsluiten van de studiehypotheek en verplicht zich om gedurende een aantal jaren na de studie de financiële verplichtingen van de student voor de helft te betalen indien de aankomende piloot geen baan kan vinden.
Overigens verbaast de vliegschoolhouder zich erover dat de opleiding tot piloot een van de zeer weinige studies is die niet in aanmerking komen voor studiefinanciering. „Bijkomend nadeel is dat door het nieuwe belastingplan de rente van de studielening niet meer aftrekbaar is. Dat houdt in dat alleen de draagkrachtigen de studie in de toekomst nog kunnen betalen.

Stap voor stap
Vliegschool Van den Sigtenhorst leidt ongeveer 30 leerlingen per jaar op. In klassen van 6 à 12 leerlingen wordt de eerste acht weken begonnen met een stuk theorie gekoppeld aan de eerste vlieglessen. „We proberen hen aan het einde van deze eerste periode hun eerste solovlucht te laten vliegen, zegt Van den Sigtenhorst. Daarna volgen tien maanden theorieschool in Eelde. De leerlingen halen daar hun theoriebevoegdheid ATPL (Air Transport Pilot License). Dan komt fase drie: het uren maken met en zonder instructeur. Tegelijk begeleiden we de praktijkuren met theorielessen. Tot slot is er een examen dat het eerste bewijs van bevoegdheid inhoudt voor de praktijk. Dat opent de weg voor een hoogtepunt uit de opleiding. Met een groepje van vier tot zes gaan de leerlingen Europa door: Frankrijk, Spanje en Portugal. Daarbij is het de bedoeling veel uren te maken en zoveel mogelijk zelfstandig buitenlandse ervaring op te doen.

Noodsituaties
Vliegen overdag is één, bij slecht zicht of in het donker vliegen, is een vaardigheid apart. Daarom is de volgende stap het vliegen op instrumenten. „Eerst maakt een leerling uren in de vliegsimulator. Vervolgens gaat de aankomend piloot met een kap op het vliegtuig in. De kap ontneemt hem het zicht naar buiten. Vliegen is alleen mogelijk op de instrumenten. De instructeur gaat ongehinderd mee en houdt voor twee man een oogje in het zeil. In deze fase van de opleiding wordt ook bij ongunstig weer gevlogen. Heeft een leerling al deze fasen achter de rug, dan is het tijd om te gaan oefenen op een tweemotorig vliegtuig en verder te oefenen op het instrumentvliegen, vat de Teugse vliegschoolhouder de laatste fase van de opleiding samen. „Het eindexamen op een tweemotorige kist heeft een aantal pittige onderdelen. Bijvoorbeeld geheel op instrumenten een vliegveld aandoen, landen op één motor, noodsituaties simuleren en onder controle krijgen, en diverse starts en landingen in allerlei omstandigheden uitvoeren.
Het laatste onderdeel van de opleiding is een training van vijftien uur in het vliegen met twee vliegers, de training multicrew, een samenwerking die in de grote luchtvaart tot de standaardwerkzaamheden behoort. Na deze training heeft de leerling een bevroren ATPL, dat wil zeggen een theoretisch geldig certificaat. Hij mag wel vliegen als co-piloot maar nog niet als gezagvoerder. Na 1500 uur ervaring in de lucht wordt dit een praktijkpapier en kan de gezagvoerderspet opgezet worden.

Student
Mark Gerritsen uit Apeldoorn volgt met veel plezier het eerste leerjaar van de vliegopleiding. „Het zat er al vroeg in bij mij, vertelt hij. „In de tweede van de Fruytierschool was ik s zomers al dagen op het vliegveld te vinden. Er kwam een zaterdagbaantje bij Van den Sigtenhorst in het vizier en van het een kwam het ander. Ik geniet elke dag. Mark is duidelijk over zijn toekomstbeeld: „Instructeur in de kleine luchtvaart. Enerzijds omdat dat nog het echte vliegen is. Op een flinke Boeing zijn je verantwoordelijkheden misschien groter, maar zit je tijdens de vlucht de automatische piloot te bewonderen. Ik vlieg liever zelf. Anderzijds is in de burgerluchtvaart het niet op zondag willen werken een barrière op weg naar een goede carrière. Mijn toekomst zie ik in een Cessna boven Nederland. En de opleiding is wat ik ervan verwacht. To the point, duidelijk en goed.

----------------------------------------------------------------------------

Beschikbare vliegtuigen
Cessna F150
Cessna C152
Cessna F172
Cessna C182
Piper PA-28R
Piper PA-44-180 (multi engine)

Adres: Vliegschool Rob van den Sigtenhorst BV, De Zanden 59,
7395 PA Teuge, tel. 055-3231719, email: vliegschool.sigtenhorst@planet.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen