Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vervlochten met de zorg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vervlochten met de zorg

Drs. Tanny Gunter: „Ik ben er elke dag dankbaar voor dat ik psychisch in evenwicht ben"

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij de buitenwacht werd ze bekend als het boegbeeld van Febe. In het dagelijks leven is Tanny Gunter manager van een psychiatrische kliniek op gereformeerde grondslag. Daarnaast participeert ze in tal van bestuurlijke verbanden binnen de zorg. Het feit dat ze meer dan eens als enige vrouw tussen een groep mannen zit, doet haar weinig. „Als je kwaliteit levert, volgt de acceptatie vanzelf. Portret van een nuchtere Zeeuwse boerendochter.

De vier broers en enige zus van Tanny Gunter (45) bleven trouw aan het Zeeuwse eiland Tholen. En aan hun agrarische wortels. „Drie broers zitten in het landbouwbedrijf van mn vader, mn zus is met een tuinder getrouwd. Alleen Tanny nam afscheid van Sint Annaland. „Na de mavo heb ik korte tijd in de gehandicaptenzorg gewerkt. Daar kon je met je zestiende al terecht. De sfeer en de visie op waarden en normen in die instelling stonden ver af van wat ik thuis gewend was. Mn mentor, die zelf ook een christelijke achtergrond had, verzekerde me dat ik een keuze moest maken: met de rest meedoen of stoppen. Met mijn opvattingen zou ik het volgens hem nergens redden. Hij gaf me het advies bibliothecaresse te worden.
De Zeeuwse boerendochter, lid van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, legde het advies ter zijde, werkte korte tijd in de particuliere bejaardenzorg en begon daarna de opleiding tot A-verpleegkundige in het Dordtse diaconessenziekenhuis Refaja. „Verschillende mensen in mijn groep behoorden tot de reformatorische kerken. Met de directrice hadden we een prima contact. Het verhaal van mn oud-mentor bleek behoorlijk overtrokken.

Goed gevoel
Een jaar na het behalen van haar diploma stapte ze over naar de psychiatrie. „In de A ben je heel sterk op het lichamelijke en op technische vaardigheden gericht. Ik wilde er zijn voor de hele mens. Met twee vriendinnen ben ik naar het christelijke psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk in Ermelo gegaan. Met de gedachte na de B-opleiding terug te keren naar de A, maar daar is het niet meer van gekomen.
Al tijdens haar opleiding trad Tanny Gunter op als plaatsvervangend groepsverpleegkundige. Op 27-jarige leeftijd werd ze gevraagd hoofd te worden van een resocialisatieafdeling. „Het zit in mijn karakter om wat overstijgend bezig te zijn, maar altijd wel met het oog op de patiënt. Management is voor mij geen doel op zich. Ik heb me altijd gerealiseerd dat ik het werk doe voor mensen die lijden, die voor het merendeel niet kunnen aangeven wat ze behoeven. Ik vind het een uitdaging om te zoeken naar het pakket aan zorg dat deze mensen nodig hebben.
Hoewel het geestelijk klimaat van Veldwijk duidelijk afweek van haar eigen identiteit, voelde de reformatorische verpleegkundige er zich zeker geen eenling. „Omdat ik wat ouder was dan de meeste collegas en bovendien de A had gedaan, kostte het me weinig moeite om mijn overtuiging te verwoorden en karikaturen weg te nemen. Veldwijk is een instelling waar ik nog steeds een goed gevoel bij heb. Ik heb er altijd de ruimte gekregen om mezelf te zijn en aan te geven hoe ik over bepaalde dingen dacht. Er werd wel eens wat gniffelend over het calvinistische afdelinkje van Tanny gesproken, maar dat gebeurde in een goede sfeer. Mijn levensovertuiging probeer ik vooral gestalte te geven in het zoeken van het goede voor patiënten en personeel. Dat wordt breed gewaardeerd.

Professioneel
De confrontatie met de psychiatrie greep bij de A-verpleegkundige de eerste maanden diep in. „Van een dynamische chirurgische afdeling met voornamelijk opgewekte mensen, die allemaal goed hun woordje konden doen, kwam ik op een afdeling met vrouwen die zonder uitzondering ernstige gedragsproblemen hadden. Problemen die zich uitten in impulsieve ontladingen met gooi- en smijtwerk en zelfbeschadiging. Vanaf het begin heb ik geprobeerd daardoorheen te zien. Dat gedrag komt ergens uit voort. Als je aansluiting weet te vinden bij wat patiënten met hun gedragingen willen zeggen, is het toch mogelijk een wezenlijk contact op te bouwen. Bang ben ik nooit geweest.
Zelf weet ze niet wat het betekent om psychisch te lijden. „Vanuit mn opleiding kan ik psychische ziektebeelden plaatsen, maar het is niet zo dat ik ze persoonlijk herken. Dat lijkt me ook lastig. Ik benader patiënten vanuit mijn professie. Je bent geϊnteresseerd in wat allemaal in het brein van je medemens kan gebeuren. Net als in de levensverhalen van mensen, waardoor ze geworden zijn die ze zijn. Die betrokkenheid is noodzakelijk voor een goede hulpverleningsrelatie, maar er moet tegelijk een zekere distantie zijn. Anders laat je je snel meevoeren in het gedrag en het denken van mensen. Ik ben er elke dag dankbaar voor dat ik psychisch in evenwicht ben en niet uit ervaring hoef te spreken. Psychisch lijden is heel zwaar en veelal onbegrepen.

Uitdaging
Binnen de divisie Algemene Psychiatrie van Veldwijk was Tanny Gunter de enige vrouwelijke manager. Ze ervoer dat nimmer als een probleem. „Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik me als vrouw waar moest maken en meer kwaliteit moest leveren dan mannelijke collegas. Er werd enkel gekeken naar deskundigheid. Ik hou ervan om problemen op te lossen. Als dingen op een afdeling niet zo lekker liepen, kreeg ik het verzoek van de directie de boel weer op orde te brengen. Dat vind ik heerlijk, ergens instappen en de zaak ordenen. Daarbij heb ik wel hechting aan een andere plek nodig. Voor mij was dat de resocialisatieafdeling in Putten, waaraan ik leiding gaf. Daar zat een goede waarnemer, alles draaide prima. Het was mn thuishaven.
Tussen de bedrijven door volgde de voortvarende verpleegkundige een managementstudie. Tijdens de voortgezette opleiding stapte ze over naar het toen nog zeer prille Gereformeerd Psychiatrisch Ziekenhuis De Fontein in Bosch en Duin, inmiddels onderdeel van Eleos. „Er was nog vrijwel niks, dus alles moest op de rails worden gezet. Op mijn vraag aan het bestuur wat mijn taak/functie was, kreeg ik het antwoord dat ik die zelf kon invullen.
Het reformatorische karakter van het GPZ was voor mij niet de belangrijkste reden om over te stappen. Ik had het in Veldwijk wel gezien. Het werd daar meer van hetzelfde. Via het RD en bestuurscontacten volgde ik de stappen die werden genomen ter oprichting van een gereformeerd psychiatrisch ziekenhuis. Toen het zo ver was, vond ik het een uitdaging om dat wat ik aan kennis had opgebouwd, in te brengen in een nieuwe organisatie van eigen signatuur.

Geen ambt
De meerwaarde van een psychiatrisch ziekenhuis voor de gereformeerde gezindte ligt voor de manager in het therapeutisch klimaat van De Fontein. „De vervaging van normen en waarden is ook binnen Veldwijk doorgegaan. Patiënten uit de gereformeerde gezindte voelen zich daar niet meer thuis. Tegelijk moeten we goed beseffen dat Eleos maar een klein deel van de achterban van dienst kan zijn. Ik zal reformatorische collegas in algemeen christelijke instellingen niet overhalen om naar De Fontein te komen. Het is belangrijk dat ook elders mensen uit de gereformeerde gezindte werken.
Het wekte bij Tanny Gunter geen verbazing dat ze als vrouw door een reformatorisch bestuur zon leidinggevende plaats binnen het GPZ kreeg toebedeeld. „Ik had ervaring in het leidinggeven. Als manager van een psychiatrisch ziekenhuis vervul je geen ambt, het is een beroep. Ik orden en regel hier allerlei zaken, zoals een huisvrouw dat doet in haar gezin. Het verschil is dat ik manager ben op een andere plek en met een andere deskundigheid.
Ik heb nooit kunnen merken dat mensen moeite hebben met het feit dat ik als vrouw deze post bezet. Voor andere managementfuncties ligt dat misschien anders, daar moet je dan ook rekening mee houden. Principieel zie ik geen bezwaren. Essentieel is voor mij dat je in je functie tot nut van je naaste bezig kunt zijn.

Niet isoleren
In de loop der jaren raakte Tanny Gunter ook bestuurlijk bij tal van organisaties en platforms binnen de gezondheidszorg betrokken. Mede door haar positie als voorzitter van Febe, een vereniging van werkers in de gezondheidszorg op gereformeerde grondslag, die zich richt op het bieden van principiële, beroepsgerichte voorlichting, bezinning, ondersteuning en toerusting. Via Febe belandde ze onder meer in de Raad van Advies van het Prof. Lindeboom Instituut en in de Algemene Vergadering Verplegenden en Verzorgenden.
„Ik vind het boeiend om niet alleen binnen de eigen achterban, maar ook bij de AVVV bezig te zijn. Die koepelorganisatie fungeert momenteel als hèt gespreksplatform voor de minister. We moeten ons niet isoleren, maar onze identiteit waar mogelijk naar voren brengen. Het is heel belangrijk dat je je stem laat horen. Wanneer je dat beargumenteerd doet, heb je absoluut invloed.
Momenteel wordt onderzoek verricht naar de wijze waarop verpleegkundigen betrokken worden bij levensbeëindigend handelen. Daar hebben Febe en de algemene beroepsorganisatie Nu 91 zich twee jaar lang ontzettend sterk voor gemaakt. Door die aanhoudende lobby hebben we bij de minister geld los gekregen voor het genoemde onderzoek. Vanuit Febe hebben we aangegeven dat onder de respondenten ook mensen met een orthodox-christelijke levensovertuiging moeten zijn. Dat is gehonoreerd.

Relativeren
Drie jaar geleden rondde de boerendochter een academische studie verplegingswetenschappen af, waarmee ze een belangrijk deel van haar vrije tijd vulde. De gedachte dat haar bestaan uit werken, besturen en studeren bestaat, werpt ze overigens lachend ter zijde. „Het is een feit dat een groot deel van mijn leven rond de zorg cirkelt, maar het gaat er niet in op. Ik vind het ook heerlijk om in mn tuin te werken, ik probeer de band met familie en vrienden te onderhouden, af en toe ga ik vrienden in Zuid-Afrika opzoeken.
In vakanties zie ik graag iets van andere culturen. Waarbij ik eerlijk moet bekennen dat ik het boeiend vind om dan ook even in de zorg te kijken. Drie jaar geleden ben ik met mn Zuid-Afrikaanse vrienden naar het Mbuma-hospitaal in Zimbabwe geweest. Vanuit Febe hebben we een projectje opgezet om onze collegas daar te steunen. Dat doen we nog steeds. Dat soort dingen vind ik heel leuk.
Het feit dat ze ongehuwd is, ervaart Tanny Gunter niet als een last. „Ik heb altijd oog gehad voor alles wat ertegenover staat, wat ik wél heb. Ik heb talenten gekregen, ik ben gezond, ik heb een kring van familieleden en vrienden om me heen. Alleenstaanden die groepen voor lotgenoten willen bezoeken, moeten zich niet geremd voelen, maar zelf heb ik er nooit behoefte aan gehad. Waarschijnlijk ben ik een ongecompliceerd mens. Problemen zal ik altijd relativeren, ik voel me overal thuis, ik geniet van wat ik heb ontvangen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 februari 2002

Terdege | 95 Pagina's

Vervlochten met de zorg

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 februari 2002

Terdege | 95 Pagina's