Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Scheepsjournaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Scheepsjournaal

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Albert, Marijke, Matthias en Nathanaël Hoekstra verlaten Thailand en varen via Indonesië en Madagaskar naar Zuid-Afrika.

Doopdienst
Op 4 maart werden Marijke en Nathanaël ontslagen uit het ziekenhuis. Een week nadat ons nieuwe bemanningslid aan boord was gekomen, wilden we uitvaren. Door een aanvaring, waar de Samuël gelukkig geen schade aan overhield, maar die ons flinke paniek bezorgde, moesten we ons vertrek echter een dag uitstellen. Terwijl Matthias zijn vader hielp om het jacht vertrekklaar te maken, viel hij achterover in de openstaande kuipbankberging. De snijwond in zn achterhoofd moest in het ziekenhuis worden gehecht. Matthias hield zich dapper en kreeg als beloning de grootste vrachtauto die we konden vinden. Uiteindelijk voeren we op 17 maart de haven uit.
In Langkawi, moslimgebied!, werd zondags kerk gehouden in het jachtclubgebouw. De dominee, die met liefde, eenvoud en zuiverheid Gods Woord bracht, was bereid Nathanaël te dopen. Dat gebeurde op 8 april. Twaalf mensen woonden de dienst bij.

Kampvuur
Al gauw vertrokken we uit Thailand. We hadden besloten om via Indonesië naar de Zuidelijke Indische Oceaan te varen, richting Zuid-Afrika. Na een lange reis ankerden we op donderdag 10 mei voor de kust van Indonesië. Prachtige groene heuvels deden ons Indonesië zien zoals we het ons hadden voorgesteld op grond van boeken. We mochten niet aan land omdat we daar geen vergunning voor hadden. Al zeilend langs de kust besloten we om hier later nog eens terug te komen.
In het afgelopen jaar had ik de Samuël behoorlijk geautomatiseerd, zodat ik hem helemaal alleen kon bezeilen. We voeren tussen Banka en Sumatra door en kwamen, na ongunstig weer en tot slot een zeer hevige onweersbui, op 17 mei aan in de Sunda Straat. Eenmaal op de Zuid-Indische Oceaan konden we tot rust komen.
Op 22 mei gooiden we het anker uit voor het atol Cocos Keeling, dat onder Australisch bestuur valt. Aan land kon Marijke de was doen, terwijl de kinderen op het verlaten strand speelden. De Australische politie klaarde ons in en verzekerde ons dat de haaien die onder de Samuël door zwommen geen kwaad deden.
Nadat het twaalf dagen aan een stuk geregend had, vertrokken we naar de onbewoonde atollenarchipel Chagos, waar de Amerikanen een militaire onderzoeksbasis hebben. Al gauw kwam de tropenzon door en konden we alle kleren laten drogen. Op 21 juni bereikten we het Salomon-atol. We ankerden bij de andere jachten achter het eiland Fouquet. Elke middag om vijf uur aten we als één grote familie rond een kampvuur op het strand. Elf dagen leefden we als in een roes, zo mooi was het hier. Voor het eerst op onze reis ontmoetten we een ander christen-zeilersechtpaar.

Zonder eten
Vlak na ons vertrek kwamen we in ruw weer. De Samuël liep snel, maar iedereen werd zeeziek. Bovendien was ons gas op en moesten we koude spinazie en aardappelpuree eten. De katoenen luiers konden we niet gebruiken, omdat ze niet konden drogen, en we hadden nog maar vijftien wegwerpluiers. Voor de kust van Madagaskar raakte alles op. Aan boord was het een stinkende ravage geworden.
Het ronden van de noordpunt van Madagaskar was een lastige klus. Gelukkig nam de wind af tot kracht 5. Aan de lijzijde van Madagaskar werd de zee kalm. De kinderen konden weer naar buiten en alles kon worden schoongemaakt. Door windstilte moesten we de motor gebruiken. Helaas raakte de diesel op.
In een donkere nacht zat ik op het dek. Ik maakte mezelf verwijten en piekerde over wat ik Marijke en mijn jongetjes te eten moest geven als het licht werd. Ten slotte smeekte ik om wind voor het aangezicht van de Koning der Koningen. Toen ik opstond, viel er een zacht windje in mn gezicht. Ik zette alle zeilen. De Samuël begon te lopen. Uiteindelijk daverden we met 7 knopen de morgen van zaterdag 14 juli in. Zodra we aan land konden op het eiland Mayotte (tussen Madagaskar en de oostkust van Afrika), sloegen we mondvoorraad in. Nooit hadden we Matthias zulke grote happen zien nemen als nu.
Op 4 augustus verlieten we Mayotte en zeilden we wekenlang van het ene naar het andere eiland van het onbeschrijflijk mooie en gemoedelijke Madagaskar. Op 10 oktober zetten we koers naar Zuid-Afrika. Op 17 oktober bereikten we veilig Richards Baai. Daar bleven we schuilen voor de sterke zuidwestenwind, die twee dagen later opstak.

Cultuurschok
De haven van Richards Baai was goed en rijk aan service, maar streng beveiligd wegens de enorme gewelddadigheid in Zuid-Afrika. Andere zeilers werden beroofd, maar gelukkig konden wij door oplettendheid incidenten voorkomen.
Op 31 oktober zaten we al om half vier s morgens in de auto, op weg naar het Hluluwe Umfoluzi Game Reserve park. Daar zagen we onder meer een neushoorn, gazellen en een giraffe.
Na zoveel jaren in primitieve en stoffige landen te zijn geweest, zagen we ernaar uit om eindelijk weer eens verse melk, vers brood, kaas en een goede aardappel te kunnen kopen. In het winkelcentrum van Richards Baai wisten we niet wat we zagen. Zoveel overvloed, in schril contrast met het grote, lege, straatarme Madagaskar. Het veroorzaakte een schok bij ons.
Op een gegeven moment waren we Matthias kwijt. We informeerden en zochten overal. De minuten leken uren te duren. Het begon erop te lijken dat hij een auto ingesleurd was. Uiteindelijk vonden we hem in een dierenwinkel, waar hij naar visjes zat te kijken.
Op 12 november verlieten we Richards Baai, maar in Durban moesten we alweer schuilen voor een zuidwestenwind. Op 24 november kwamen we aan in Port Elizabeth, op 28 november in Mosselbaai. Op 4 december zeilden we rond kaap Aghullas, Afrikas zuidelijkste puntje. In Simons Town, in de buurt van Kaap de Goede Hoop, wilden we Kerst en de jaarwisseling afwachten, gaven we de Samuël een grote onderhoudsbeurt, werden we lid van een klein kerkje en namen we een heel belangrijke beslissing...

Scheepsgroeten,
Albert, Marijke, Matthias en Nathanaël Hoekstra
Postadres: Fam. Hoekstra - S/Y Samuel, Staartweg 16, 8321 NB Urk

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 maart 2002

Terdege | 107 Pagina's

Scheepsjournaal

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 maart 2002

Terdege | 107 Pagina's