Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Politiechef Leen Schouls

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Politiechef Leen Schouls

"Ik zie het als mijn roeping op een menselijk manier met personeel en arrestanten om te gaan"

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als kind wist hij al wat hij wilde worden: marechausseeè'r. Het liep anders. Leen Schouls werd timmerman, in het bedrijf uan zijn uader in Zierikzee. Tien jaar hield hij het uol. De neergang in de houw, half jaren zeventig, dwong hem om te zien naar iets anders. Schouls kwam terecht bij de parketpolitie in Den Haag. In 1989 keerde hij terug naar het Zeeuwse als teamchef hij de Middelburgse parketpolitie. „Ik zie het als m'n roeping personeel èn verdachten op een menselijke manier te behandelen."

De parketpolitie is een onderdeel van de politie Zeeland. Als korps zijn we belast met het -op verzoek van de rechterlijke macht of de pohtie- transporteren van "gehechten", het zorgen voor de openbare orde en veiligheid in en rond het Middelburgse gerechtsgebouw, het uitvoeren van arrestatiebevelen, het betekenen van gerechtelijke stukken en het ondersteunen van bijzonder politieoptreden. Onder dat laatste valt bijvoorbeeld het ondersteunen van de bijna maandelijkse transporten van nucleair afval van Dodewaard en Petten naar Borssele, en daarvandaan naar andere verwerkingsplaatsen in Europa. Die transporten liggen nogal gevoelig. Meestal gaan ze dan ook gepaard met fikse protestacties, die soms wel zo'n twaalf, dertien of nog meer arrestanten opleveren. De parketpolitie moet er dan voor zorgen dat die op een fatsoenlijke manier van de ME worden overgenomen en worden voorgeleid. Het gerechtsgebouw in Middelburg, waar ook wij ons onderkomen hebben, kent een naar Zeeuwse maatstaven groot cellencomplex: negen losse cellen en nog een aantal verzamelcellen. Het is trouwens sowieso een mooi pand. Normaal zitten we hier met elf man, maar op dit moment zijn we flink onderbezet. Een groot probleem is dat ook weer niet: het is typisch Zeeuws dat de ene dienst de andere helpt. Dat gaat heel informeel. 'Piet, heb je a la minute een mannetje voor me?' 'Ik bel zo terug.' Vijf tellen later is het dan meestal wel geregeld. Dat is het voordeel van kleinschaligheid. Iedereen kent elkaar.

Mooi korps
Als teamchef, ik zeg dat wel vaker, ben ik niet de machine, maar de smeerolie. Ik bemoei me met alles en iedereen. Aansturen, managen. Sommige zittingen vergen veel organisatie. Twee families die tegenover elkaar staan bijvoorbeeld. In het hevigste geval willen ze elkaar neerschieten. Fouilleren we dan iedereen vooraf en, zo ja, hebben we daar dan genoeg mensen voor? Dat is mooi werk, daar geniet ik van. Vooraf geeft het altijd weer spanning: dan loop ik vaak zenuwachtig door het gebouw heen. Is dit in orde, hebben we daar erg in gehad? Soms ben ik de hele middag aan het bellen, en heb ik aan het eind nog maar één mannetje extra. Maar als alles eenmaal loopt, ja, dan is dat prachtig. Schitterend. Het liefst zie ik dat mensen zelfstandig werken en eventuele problemen zelf oplossen. Maar als dat niet lukt, spring ik rustig bij. Daarbij moet je er denk ik voor oppassen niet alleen bij de leukere klusjes te assisteren. Alleen maar meerijden als er een vervoertje is naar het buitenland bijvoorbeeld. Eigenlijk ben je in deze functie een echte intermediair. En meestal is dat leuk. Je moet een probleem wel kunnen oplossen. Stel, we krijgen hier een ernstig zieke klant. De dokter vindt dat hij acuut moet worden opgenomen. Wat doe je in zo'n geval? Hem zomaar ergens heen sturen, gaat niet. Volgens de regels moet hij naar het penitentiair ziekenhuis in Scheveningen. Maar daar kom je niet zo gemakkelijk. Op zo'n moment komt het er dus op aan of je een netwerk hebt opgebouwd. Contacten, daar gaat het in dit werk om. Wat dat betreft, is Zeeland een mooi korps. Kleinschalig, collegiaal. Er is vertrouwen in elkaar. Je kunt elkaar bellen, ook voor de meest simpele vragen.

RMU
Naast m'n dagelijks werk hier in Middelburg ben ik diaken in de hervormde gemeente van Arnemuiden. Verder ben ik voorzitter van de sector politie en justitie van de RMU, al heb ik op de laatste jaarvergadering wel gezegd dat ik daarmee ga stoppen. Want voorzitter zijn is leuk, maar je moet wel altijd zorgen datje de zaken scherp hebt. De sector telt zo'n tweehonderd leden: politieagenten, advocaten en justitiepersoneel. Het is de kleinste RMU-club, maar wel heel hecht. Het leukst zijn altijd weer de jaarvergaderingen. De sfeer, maar ook het organiseren ervan. We zijn een keer in het Tweede-Kamergebouw geweest, en ook in de marechausseekazerne in Den Haag. De laatste keer hebben we vergaderd in een brandweerkazerne in Krimpen aan den IJssel. Twee thema's hadden we toen: "rampen en situaties daaromheen" en "hulpverlening, beroep of roeping?". Maar ik merk dat m'n creativiteit een beetje begint op te raken. En dan moet je, vind ik, ophouden. Bovendien: het is na twaalf jaar wel eens tijd voor een nieuw gezicht. Al is niet iedereen het daarmee eens.

Verzamelcellen
Beroep of roeping? Ik geloof niet dat ik voor m'n werk als teamchef geroepen ben, in de bijbelse zin van het woord. Ik ben ook niet direct als hulpverlener bezig. Wel zie ik het als mijn roeping op een menselijke manier met personeel en arrestanten om te gaan. Als er trammelant ontstaat bijvoorbeeld. Een conflict tussen een verdachte en een politieagent. Word ik daar, als chef, bij geroepen, dan vraag ik altijd eerst wat er precies aan de hand is. Meestal weinig bijzonders: 'Ik wilde koffie, maar kreeg niks.' Dan zeg ik: 'Nee, je bent hier niet in een hotel en dat weet je zelf ook wel.' 'Maar hij schold me uit.' 'Da's ook niet goed. Maar ruzie maken mag helemaal niet. Afgelopen.' Ik bedoel maar: Je kunt daar ook anders mee omgaan. Als ze willen, kunnen ze het hier heel slecht hebben. Radio uit, bel uit. Maar dat gebeurt echt minimaal. Heel goede ervaringen hebben we hier met de verzamelcellen. Dan zitten ze bij elkaar, soms met wel vijftien man tegelijk. Weet je wat het is? Gasten die in het criminele circuit zitten, hebben over het algemeen veel problemen. Zijn niet goed, verslaafd, zitten in de put. Zet je die apart, dan gaan ze nadenken. Bellen om de haverklap en als ze dan niet naar de wc willen, willen ze wel wat anders. Reageer je dan niet op stel en sprong, dan worden ze boos. Het mooiste is, vind ik, mensen door je manier van praten, je overwicht, proberen te kalmeren. Dat zeg ik ook wel eens tegen het politiepersoneel: als dat je lukt, is dat vakmanschap. Het is echt niet zo moeilijk je toevlucht te nemen tot geweld. Laatst nog. Een rascrimineel, die werkelijk gemarteld was door zijn opdrachtgever. Z'n voetzolen waren op verschillende plaatsen verbrand. Hij leed aan een soort concentratiekampsyndroom. 'Dit gaat niet goed', zei een van de parketwachters. Dan vraag ik wat we kunnen doen: 'Wat had jij gedacht?' Z'n voorstel: Zet hem even in een andere kamer, koffie erbij, praatje maken. 'Goed, jouw plan, voer jij het uit, ik loop even mee.' Het hele probleem ebde zomaar weg. Toen de man later wegging, bedankte hij ons hartelijk voor de goede behandeling. of die witteboordencrimineel. Hij kwam veel over de vloer; zijn proces duurde dagen. Hij moest naar de wc, dus ik liep met hem mee. 'Meneer', zei hij, 'nu vergeet ik toch helemaal u een sigaartje aan te bieden.' Want ze mogen hier best roken. Kijk, zo'n aanbod tekent toch de sfeer. Dat deed me wel wat. Ik tik een gedetineerde ook rustig op z'n schouder en vraag hoe het met hem gaat. Punt is een beetje dat wij hier mensen binnenkrijgen die nog niet zijn veroordeeld. Ze kunnen dus nog worden vrijgesproken. En dan zou ik het echt vreselijk slecht vinden als ze achteraf moeten zeggen: Die behandeling daar in Middelburg was belabberd. Overigens zit het Nederlandse rechtssysteem wel zo goed in elkaar dat een verdachte maar zelden niet wordt veroordeeld.

Normvervaging
Ik probeer de bijbels-christelijke normen en waarden vorm te geven en uit te dragen. Mensen letten daar ook op. Heel goed herinner ik me een voorval uit m'n tijd in Den Haag. Meestal zat ik bij dezelfde ploeg aan tafel, maar die keer ging dat niet. Vloeken, onbeschofte taal. En daar zat ik. Ik voelde dat ik iets moest doen, ook al omdat ik toen net diaken was geworden. Ik zat behoorlijk in de klem. Er gaat dan echt een gebed in je hart omhoog: Heere, help. En juist op dat moment ging een van de -laat ik zeggen- grootste belhamels staan. Hij zei: 'Jongens, en nou stoppen ermee. Er zit hier iemand die dit niet leuk vindt.' Er is geen onvertogen woord meer gevallen. Maar ook de andere kant krijg je te horen. Er dienen hier zaken waarbij kerkmensen zijn betrokken. Een collega merkte toen een keer op, ietwat smalend: 'Je ziet het. Leen, die zijn nou ook van de kerk. Ze zijn dus niks beter.' Daar ben ik op ingegaan. Ik zei: 'Ik zal je eens iets vertellen. Wij zijn nog slechter.' 'Leg dat maar eens uit.' 'Stel dat jij week in week uit de wetboeken zou doorlezen, dan wist jij toch zo ongeveer wel wat mag en niet mag? Wij horen iedere zondag de wet voorlezen en vervolgens nog een preek, en dan nog gebeurt er dit.' Even was het stil. 'Ik geloof toch niet dat je gelijk hebt', zei hij toen. Maar ik wil hier zeker de vrome politieman niet uithangen. Ook in mijn werkkring zijn dingen gebeurd die ik zo niet had moeten doen. Waarin ik goed fout ben geweest. Waar je ook erg bloot aan staat, is normvervaging. M'n vrouw heeft me daar jaren geleden eens op gewezen. Er was iemand vermoord, in de buurt van Arnemuiden. Dus ze zegt: 'Die en die is vermoord.' Ik zat te eten, keek amper op. 'Hm.' 'Begrijp je het?' 'Jawel.' 'Vind je het dan niet erg?' 'Hoezo? Ja, dat vind ik wel erg.' Dat heeft me toen toch wel aan het denken gezet. Probleem is dat mensen pas bij de parketpolitie terechtkomen als ze minimaal een echte winkeldiefstal op hun geweten hebben. En alles wat daarboven komt. Het gevaar van gewenning is dus echt wel aanwezig. Ook het verschil tussen kerk en wereld -ik blijf moeite houden met de term- wordt minder voor je. Er komen hier ook kerkmensen binnen. En zeker als ik hen ken, vind ik het moeilijk dit werk te doen. Zulke zaken, vaak zijn het zedenzaken, vervullen me met verdriet. Je weet hoe breed die in de pers worden uitgemeten. Ze beschadigen, naast de slachtoffers, de kerk. En dat vind ik heel ernstig.

Kompas
Ik denk niet dat je kunt zeggen dat ik als politieman anders ben dan mijn collega's. Overeind blijft wel datje een extra drijfveer hebt. Je probeert je leven in te richten naar Gods Woord. Dat is, als het goed ligt, je kompas. Anderen moeten dat toch ontberen. Als kerkmensen merken we dat wel eens te weinig op. We kennen onze zegeningen niet meer. We zijn gewend ach en wee te roepen overdeze wereld, en vaak terecht. Maar hoe geweldig het is een God te hebben op Wie je kunt vertrouwen, en wat een voorrecht het is Zijn Woord te bezitten, daarover hoor je zo weinig meer. We zijn een klagende meute geworden. Ik gebruik dat Woord zo af en toe ook in de gesprekken met collega's. Er speelde hier een keer een kwestie waarbij de een vond dat hij ten onrechte minder verdiende dan een ander. Heftige discussies. Ik heb toen gezegd: 'Ik zal jullie eerst eens een bijbels verhaal vertellen.' Dat was de gelijkenis van de dagloners. 'De arbeidsovereenkomsten waren eerlijk. Daar ben je zelfbij geweest. Je kunt dus hooguit zeggen dat je niet goed hebt onderhandeld.' 'Ja maar', was het commentaar, 'dan ben je altijd meegaand.' 'Nee, jij hebt onderhandeld, en dit salaris is eruit gekomen, dus dan moet je de ander geen verwijten maken.' Het is ook voorgekomen dat ik iemand hoorde zeggen (het ging over de manier waarop arrestanten werden behandeld): 'Wat gij niet wilt dat u geschiedt...' Ik zeg: 'Weet je waar dat spreekwoord vandaan komt?' 'Nou?' 'Dat komt uit de Bijbel, en daar gaat het zelfs nog een behoorlijke stap verder: 'Wat jij wilt dat jou geschiedt, doe dat ook een ander.' Maar je kunt natuurlijk ook te kwistig worden met dit soort opmerkingen.

Opvoeding
Je moet denk ik duidelijk aangeven waar je grenzen liggen. Ik weet nog goed, het was nog in de oudbouw, dat er een nieuwe kleedruimte kwam. Op een morgen hing daar een foto die weinig van het vrouwenlichaam verhulde. Wat krijgen we nou, dacht ik. Ik moest wat doen. Eerst uitzoeken wie het gedaan had? Vragen van wie de foto's waren? Ik besloot ze direct weg te halen, en dan maar te zien wie zich meldde. Maar er gebeurde niets. Na een week stond een van m'n collega's voor me: 'Heb jij die foto weggehaald?' 'Jawel, en had jij die opgehangen?' 'Dat is mijn foto en die heb jij niet zomaar weg te gooien.' 'Het is mijn gebouw en dat heb jij schoon te houden.' 'Ik hang ze weer op.' 'Dan heb jij een serieus probleem. Want ik accepteer dat niet.' Hij heeft het toch maar niet gedaan. Overigens vinden de mensen me toch een vrij soepele chef Dat krijg ik nogal eens te horen. Heeft denk ik ook met m'n opvoeding te maken. Je denkt snel: Je bent niets meer dan de ander. Je hebt net zo'n boos hart. Tegelijk ben ik ook een product van mijn tijd. Ik was jong in de jaren zestig, zeventig, de periode van vrijheid en blijheid. Daar neem je toch iets van mee. Je opvoeding raak je niet kwijt. Dat merk ik ook aan de manier waarop ik met m'n werkuren omga. Het werk moet gebeuren, en dat lukt niet altijd tussen half negen en vijf

Toerusting
Heel nodig is het in dit werk vanuit de kerk te worden toegerust. Dat hoor ik ook op de RMU-vergaderingen. Politiemensen kunnen echt behoefte hebben aan een confronterende preek, een praktische preek, die hen handvatten geeft voor hun dagelijks werk. Een zedenzaak laat mensen niet koud. De doden waar sommige collega's vrijwel dagelijks mee worden geconfronteerd, gaan hen, en ons, niet in de koude kleren zitten. Er komen hier zaken voor waarbij moet worden vastgesteld wat kinderporno is en wat niet. Dan zitten we, samen met rechters en advocaten, achter een groot scherm in de rechtszaal waarop de beelden worden vertoond. Dat zijn heel lastige zaken, die veel begeleiding vereisen. Werken bij de parketpolitie is mooi, maar soms ook zwaar. Zeker ook als chef Soms drukt de verantwoordelijkheid zomaar op m'n schouders. En veel mensen met wie ik daarover kan praten, zijn er ook niet. M'n eigen chef zit op een kantoor aan de andere kant van de stad. Op zulke momenten komt het erop aan dat je een kompas hebt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 september 2002

Terdege | 99 Pagina's

Politiechef Leen Schouls

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 september 2002

Terdege | 99 Pagina's