Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Godsgemis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Godsgemis

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een van de gemeenten die ik diende, kwam ik eens een jongeman tegen op straat. Een jongen die een jaar eerder belijdenis had gedaan. Hij was een jaartje getrouwd, ze hadden al een kindje, hij had een goede baan. In de wereld had hij alles wat je maar kon wensen. Ik keek hem even diep in de ogen en vroeg: „Ben je nogal gelukkig?" Toen kwam er een diepe smart in zijn ogen en met een snik zei hij alleen maar: „Ik mis God, dominee."

Ik had een goede dag. Want ik was iemand tegengekomen met een levend Godsgemis. Iemand die diep en diep ongelukkig was omdat hij God miste. Een jongeman die, ondanks alles wat hij op de wereld had, nooit meer gelukkig kon zijn, totdat hij de Heere tot zijn Deel had. Het was niet eens zo heel lang daarna dat hij naar de pastorie kwam. Hij mocht heel teer en bewogen vertellen hoe de Heere Zelf dat gemis in Christus in beginsel vervuld had. Hij mocht ervan getuigen dat zoeken vinden geworden was. „Ik mis God." Dat is toch de werkelijkheid van ieder mens van nature. Maar wie ziet dat? Wie voelt dat? Een levend Godsgemis is een onmisbaar onderdeel van elke ware bekering. De Heere Jezus zegt Zelf: „Zoekt en gij zult vinden." Wie moet je zoeken? Wie ben je kwijt? God! En het begint pas goed te gaan met je als je dat echt gelooft. Als dat de grote smart van je hart en de nood van je leven wordt. In dat levende Godsgemis gaat het om God. Je bent God kwijt en je kunt Hem niet meer missen. Je staat overal buiten en je kunt niet meer buiten God. Je ziet en voelt de oneindige kloof die er ligt tussen God en jou door jouw zonde. God is oneindig goed, heilig, zuiver. Jij bent een en al zonde en vuilheid. De Bijbel noemt dat „de droefheid naar God, die een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt". In dit gemis en verdriet leer je ook verstaan datje geen enkel recht hebt op God, op Zijn liefde, op de zaligheid. Dan zijn er wel eens ogenblikken dat je jezelf echt voelt zoals je werkelijk bent. Dan mag de Heere met je doen wat Hij wil. Dan doet Hij geen onrecht als Hij je voor eeuwig voorbijgaat. Dan leer je de Heere vrijlaten, maar je kunt Hem niet loslaten. Juist dan leer je dat woordje "genade" verstaan. Het is enkel genade, enkel gunst als God nog naar mij omziet. Nee, dat is geen voorwaarde om tot Jezus te komen die jij eerst moet volbrengen. Het is ook je eigen werk niet. Het is het werk van de Heilige Geest. Hij leidt je in alle waarheid. Hij laat je de werkelijkheid zien en doorleven. Hij overtuigt je van je werkelijke toestand. Zo baant Hij de weg waarin de Heere Jezus dierbaar en onmisbaar voor je wordt. Want God kan je alleen terugvinden in Christus. In dat levende Godsgemis wordt Hij aan je geschonken en in je geopenbaard. Dan mag je er iets van beleven als het grootste wonder van je leven. Dat Hij ook voor jou naar de wereld gekomen is. Dat Hij ook voor jou aan het vloekhout heeft gehangen. Dat Hij daar ook jouw schuld heeft betaald. Dan is Hij het Zelf Die jou terugbrengt tot de Vader. Hij drukt het diep af in je hart door Zijn Geest: „De Vader Zelfheeft u lief," Dan blijft er alleen maar diepe verwondering over. En... het verlangen om deze enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest aan te hangen en lief te hebben met heel je hart. Zonde brengt altijd weer scheiding. Gemis wordt dieper gevoeld. Maar de Heere is zo getrouw als sterk. Hij zal Zijn werk voor en in jou volenden. En je Godsgemis wordt pas volkomen vervuld als je thuis mag komen bij de Heere. Dat heimwee doortrekt toch je leven.

Geen voorwaarden
Het is zo jammer datje zoveel mensen, ook jonge mensen, tegenkomt die zeggen te geloven, die menen tot Jezus te zijn gegaan. Zij geloven dat zij een kind van God zijn. Want je hebt alleen maar te geloven. Zij leggen er de nadruk op dat wij zo tot Jezus mogen gaan. Dat er geen voorwaarden vooraf zijn. Maar zij zijn vreemd aan dit Godsgemis. En als je daarover spreekt, worden zij soms zelfs boos, of maken je verwijten datje voorwaarden stelt, of dat je wettisch bent. Ook mengen zij waarheid met leugen. Inderdaad, er zijn geen voorwaarden in ons om tot Christus te gaan. De Heere verwacht niets van ons, helemaal niets. Juist als je niets ziet en voelt van je Godsgemis, mag je tot Hem roepen of Hij je de ogenzalf van Zijn Geest wil geven. Dat zegt Hij Zelf: „Ik raad u dat gij van Mij koopt, ogenzalf opdat gij zien moogt. Want ge weet niet dat ge zijt jammerlijk, arm, blind en naakt." Ook het levende Godsgemis is een vrucht van Zijn offer. Hij is de Eerste en de Laatste. Maar Hij heeft ons ook duidelijk geleerd welke weg Hij gaat met een zondaar die door Hem verlost wordt. De tollenaar stond van verre en durfde zelfs zijn ogen niet op te heffen naar de hemel. Hij sloeg zich op de borst en zei: „O God, wees mij de zondaar genadig." De Heere Jezus werkt in de weg van missen, zoeken en vinden. Leg je maar aan Zijn voeten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 november 2002

Terdege | 104 Pagina's

Godsgemis

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 november 2002

Terdege | 104 Pagina's