Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wennen aan de wal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wennen aan de wal

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Werkloos ligt de Samuel in de jachthaven van het Friese Makkum. Van enige bedrijvigheid is niet langer sprake. De kajuit is leeg. Te koop, meldt een bordje op de voorplecht. Na vijf jaar en 37.000 zeemijlen is de missie van de ranke 38-voeter ten einde. Zijn vroegere bewoners zetten inmiddels hun eerste wankele schreden op een nieuw stukje levensweg. Marijke Hoekstra: „We hebben in al die vijf jaar niet zo veel onenigheid gehad als in de eerste weken na onze terugkomst.

Een vakantiewoning in Makkum, op steenworp afstand van het IJsselmeer. Eenvoudig onderkomen van Albert (30), Marijke (29), Matthias (3) en Nathanaël (1,5) Hoekstra. Na een wereldreis van bijna vijf jaar zetten de vier, bekend van hun Scheepsjournaal van de Samuel, eind mei weer voet op Nederlandse bodem. Om daar een nieuw, geregelder bestaan op te bouwen.
In 1997 steken de Urkers Albert en Marijke, net getrouwd, van wal. Met hun Samuel, een comfortabele Comfortina, doorklieven de twee de wereldzeeën. Spanje, de Canarische Eilanden, Trinidad, Curaçao, Samoa, Micronesië, de Filippijnen, Singapore, Madagascar, Namibië, Sint-Helena, de Azoren: plaatsaanduidingen als deze krijgen inhoud voor hen. De Hoekstras ontdekken de rijkdom èn ruwheid van de schepping, de onmetelijkheid van de oceanen, de armoede van de overgrote meerderheid van de mensheid, en iets van hun eigen nietigheid en afhankelijkheid.
Ver van Urk zien twee telgen het levenslicht: Matthias op Samoa, Nathanaël in Thailand. Ook omwille van hùn toekomst besloten Albert en Marijke begin dit jaar terug te keren naar hun vaderland.

Stompen
De ontvangst in het vissersdorp is overweldigend. „Vooral bij onze ouders merkte je heimwee, zegt Marijke. „Matthias hadden ze weleens gezien, maar de jongste, Nathanaël, nog nooit.
De vele familieleden en vrienden overladen de beide koters met cadeaus. „Heel mooi, aldus Albert, „maar onze jongens wisten zich totaal geen houding te geven. Zo veel aandacht waren ze helemaal niet gewend. Ze hadden alleen ons, en wij hadden ze geleerd dingen weg te geven. Ik weet nog goed dat ik zon inlands jochie een keer een speelgoedvrachtwagentje gaf. Het ventje was sprakeloos. Het bleef me maar aankijken. Ineens begon hij te rennen, te rènnen, recht op zn moeder af. Het wist niet wat hem overkwam. Zoiets heeft wel impact op je.
De belangstelling voor de vier Samuel-bewoners is enorm. „We werden overspoeld. De visite liep af en aan. De ene na de andere verslaggever meldde zich. We hadden geen tijd meer voor onszelf. Van eten en slapen kwam bijna niets meer.
Het gaat mis. Albert: „De kinderen werden de dupe. Matthias werd verschrikkelijk druk, luisterde niet en ging slaan en stompen. Sommige mensen namen hem dat kwalijk; anderen zag je denken: Is dit nu Matthias, de knecht, over wie we zo veel gehoord en gelezen hebben? Maar het wás natuurlijk ook niet niks: ineens kreeg hij 18 nieuwe ooms en tantes, 22 neefjes en nichtjes en een opa en oma. En dan al die andere mensen nog.
„Nog altijd hebben de twee moeite zich aan te passen, zegt Marijke. „Matthias gaat nu een dag per week naar de peuterschool, maar hij blijft druk als er visite komt. En Nathanaël moet nog steeds niet veel van vreemden hebben. Geen wonder ook: op het schip kende hij alleen ons.
Een week lang verblijven de Hoekstras op Urk. Helemaal zoals vanouds wordt het echter niet meer. Albert: „Ik merkte dat ik andere waarden in het leven belangrijk was gaan vinden. Marijke en ik hebben in de afgelopen vijf jaar zo veel gezien en meegemaakt dat we niet meer kunnen klagen over het eten dat we voorgeschoteld krijgen. Voor de meeste mensen op deze aarde speelt maar één vraag: Hoe overleven we vandaag weer? En in dat licht worden luxe en overdaad heel betrekkelijk.

Slijtage
Na deze week vaart het gezin af naar Friesland. Het wordt de laatste tocht met de Samuel, al blijft het viertal, bij gebrek aan een geschikte woning, voorlopig nog even aan boord. In Makkum, waar Albert het schip destijds kocht en in onderhoud had, ligt het op dit moment te wachten op een koper.
Het zal nog niet meevallen om die te vinden, denkt Albert. „Er zijn best al wat kijkers geweest, maar door de tegenvallende economie worden er in de hele branche weinig of geen schepen verkocht. Mensen knappen ook af op de 37.000 mijl. Ze zijn bang voor slijtage. Onnodig trouwens: er mankeert niets aan het jacht. Het is goed onderhouden, de dieselmotor is naar verhouding weinig gebruikt en ook de zeilen zijn nog prima.
De onderhandelingen met potentiële kopers laat hij graag aan iemand anders over. „In het begin deed ik die zelf. Maar het schip is nog te veel van mij, de emotionele binding is te sterk. Als iemand een opmerking maakte over een onbenullig krasje ofzo, dan kon ik ineens geïrriteerd raken. En das niet goed.

Fries
Op 4 september verkassen de Hoekstras naar een vakantiebungalow, niet ver van de jachthaven. Het blijkt niet mee te vallen alles weer op de rit te krijgen. „Er moest heel veel worden geregeld, zegt Marijke. „En Matthias moet zich wéér een andere taal eigen maken. Als we onderweg ergens aanlegden, spraken we vooral Engels. Aan boord praatten we Nederlands en zo af en toe Urks dialect. Hier hoort hij telkens Fries om zich heen. „Dit is Duits, zegt hij dan, heel verontwaardigd.
Nederland is een duur land, moet het echtpaar vaststellen. Marijke: „Je wordt met zo veel kosten geconfronteerd. Daardoor kwamen we in de beginperiode in financiële moeilijkheden. Een baan had Albert ook niet zo maar. Eerlijk: „In die aanloopweken hebben we meer onenigheid gehad dan in al die vijf jaar op zee. Ik wist echt niet meer hoe het allemaal moest.
Haar man stemt in. „De moeilijkste momenten ontstonden inderdaad toen we weer in Nederland kwamen en moesten integreren. Tijdens onze reis hebben we verschillende heftige ervaringen gehad. Draaikolken, stormen, tropische regen- en onweersbuien, dysenterie, een bijna-aanvaring met een containerschip. Toch wisten we ons steeds in Gods hand. We leefden in afhankelijkheid van Hem, van moment tot moment. Juist ook op die onvoorstelbaar grote oceaan. We beleefden daar wat de Bijbel zegt: De Geest Gods zweefde over de wateren. Maar in Nederland leek het net of dat weg was. Of we er helemaal alleen voor stonden.
Achterlijk
Diverse sollicitatiebrieven gaan de deur uit. Gesprekken hebben plaats, op Urk, maar ook in Venlo. Ze lopen op niets uit. „Ik had in die vijf jaar toch stilgestaan, zegt Albert. „En in Nederland heerst een harde mentaliteit. Het draait werkgevers puur om de prestatie. Voor jou een ander. Maar ook: „Werkt je vrouw? Nee? Dan gaat het feest niet door. Net alsof het achterlijk is dat Marijke thuis bij de kinderen is. Jonge kinderen lijken hier naar de crèche te móeten. Terwijl je overal ter wereld merkt dat kinderen, ook vanwege hun geringe overlevingskansen, als iets kostbaars worden beschouwd.
Het uitblijven van een vaste baan levert binnenshuis de nodige irritaties op. Marijke: „Als Albert dan weer terugkwam van een sollicitatiegesprek en zei dat hij van de functie afzag, dan werd ik weleens boos: Je kunt het toch proberen? Haar wederhelft: „Terwijl ik voor mezelf wel wist wat ik ongeveer wilde en wat me wel of niet zou bevallen. Het komt wel goed, zei ik dan. Maar bij Marijke hoopten de frustraties zich op. En dat geeft grote spanningen in je gezin.

Lots-keuze
Toch komt het goed. Albert krijgt werk bij de firma Denekamp in Makkum, waar hij ooit de Samuel kocht. „Ik kende het bedrijf goed, zegt hij. „Tijdens de vakantie werd me gevraagd in te vallen voor iemand op kantoor. Al snel merkte ik dat er een enorme achterstand was en stelde ik veranderingen voor in het werkproces. Niet lang daarna volgt een vaste aanstelling.
De functie is hem op het lijf geschreven, constateert hij. „Ik doe van alles: de administratie, helpen bij de verkoop van schepen, ik neem werk aan, maak offertes, zorg dat er materialen zijn, doe de eindcontrole van projecten en schrijf de rekeningen. Tja, als er intussen iemand verstand heeft van Comfortinas, ben ik het wel.
„Dat Albert deze baan kreeg, zegt Marijke, „heb ik best als een besturing van boven gezien. Juist ook omdat het werk zo precies bij hem past. En toch, zegt haar man, „bekruipt me weleens dat bange gevoel: Zou het geen Lots-keuze zijn geweest? Op zondag kunnen we in Makkum niet naar de kerk. We hebben dat geprobeerd, maar het is hier zo anders dan in de gereformeerde kerk op Urk, waar wij kerkten. Je merkt dat Nederland zendingsgebied is geworden.
„Het zijn hier bijna allemaal samen op weg-gemeenten, of baptisten, tekent Marijke aan. „En die zijn, gezien onze achtergrond, toch te anders dan dat we ons erbij aan kunnen sluiten.
„Heel goed, zegt Albert, „herinner ik me nog de eerste keer dat we weer op Urk in de kerk zaten. Na vijf jaar hoor je dan weer massaal de psalmen klinken. Toen kreeg ik echt een brok in mijn keel. Maar in Makkum heb je zoiets niet. En daarom denk ik weleens: Heb ik me niet, net als Lot, te veel aangetrokken gevoeld tot de groene weiden?
Toch: „Na maanden zoeken hebben we nu een christelijke gereformeerde kerk in Sneek gevonden. En in die gemeente voelen we ons wel thuis.
Boek
Ligt er ooit nog een nieuwe wereldreis in het verschiet? De Hoekstras kunnen het nog niet zo zeggen. „Het doel van onze eerste tocht was uiteindelijk ons ergens permanent te vestigen, zegt Albert. „We wilden het Evangelie wereldwijd uitdelen onder collega-zeilers. En omdat ik best technisch ben aangelegd, dachten we eraan ergens een ontwikkelingsproject op te zetten.
Geleidelijk aan bleek deze doelstelling toch wat te hoog gegrepen. „Het uitdelen van traktaten stuitte alleen maar op weerstand. We zijn daar toen van afgestapt en hebben ons toegelegd op het uitdelen van hulpgoederen: speelgoed, medicamenten, schriften, pennen, gereedschap en kleren. Op die manier hebben we geprobeerd onze medemens in nood te helpen.
Het opzetten van een blijvend ontwikkelingsproject bleek eveneens nogal wat voeten in de aarde te hebben. Albert: „Er zijn heel wat momenten geweest dat we kinderen die echt hulp nodig hadden, toch moesten achterlaten. En dat is moeilijk. Je merkt dan dat je een organisatie mist die achter je staat. Je kunt wel iets beginnen, maar je moet er vervolgens ook mee doorgaan. En dat vergt nogal wat. Maar ik sluit niet uit dat het er ooit nog eens van komt. In elk geval willen we spullen blijven sturen naar de verschillende eilanden die we hebben bezocht.
De Hoekstras hebben nog wel meer plannen. Avonden organiseren bijvoorbeeld. Of de Terdege-Scheepsjournaals bundelen tot een boek. Marijke: „Aan Terdege bewaren we toch bijzondere herinneringen. Ik wil de lezers bedanken voor hun trouw. Dat meeleven, die brieven, die babykleertjes bij de geboorte van de kinderen: het heeft ons allemaal erg goed gedaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 december 2002

Terdege | 164 Pagina's

Wennen aan de wal

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 december 2002

Terdege | 164 Pagina's