Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Hij is hier niet...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Hij is hier niet...

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar Het Laatste Pad, wijst een bord: hier liep de Heere Jezus, op weg naar de Hof van Gethsémané. Of het bord het juiste pad aanwijst? Niemand kan het garanderen. Zoals ook niemand kan verzekeren dat de heilsfeiten echt gebeurden op de als heilig gemarkeerde plaatsen. Dat doet aan de indrukwekkendheid van die plaatsen niets af, maar bevestigt wel dat wie Jezus zoekt Hem in Israël niet zal vinden. „...want Hij is opgestaan.

Jeruzalem 2003. De stad van de vrede is een stad in oorlog. Voor de Israëlische toeristenindustrie is dat een ramp, maar voor de enkele toerist die nog wel gaat, is het heerlijk. Geen massas mensen in shorts en shirts in Gethsémané en geen rijen wachtenden voor de Grafkerk of de Graftuin.
Wie zn Bijbel kent, zal op een tocht langs de zogenaamde heilige plaatsen heel andere dingen zien en ervaren dan de toerist die hier komt omdat je het toch een keer gezien moet hebben. Om te beginnen kom je er al heel snel achter dat vooral de plaatsen die de toeristische gidsen de heiligste noemen vaak de onheiligste sfeer hebben. Maar je komt er ook achter dat dit land in het algemeen en Jeruzalem in het bijzonder iets met je doen. Stilzitten onder de olijfbomen in Gethsémané, de staties bekijken op de Via Dolorosa, de weg zoeken in de doolhof van de Grafkerk en mediteren in de Graftuin kun je als christen niet doen zonder dat het je raakt. Je kunt het evenmin doen zonder dat overbekende bijbelteksten naar boven borrelen. En het zijn juist ook altijd weer die bijbelteksten die je doen beseffen dat de waarde van de heilsfeiten los staat van de plaatsen waar ze geschied zijn.

Niet verknoeid
Wie zn tocht start op Het Laatste Pad, ervaart hoe het rumoer van de stad steeds meer op de achtergrond raakt, terwijl je met iedere trede die je daalt dieper in het Kedrondal en in de geschiedenis van deze unieke plaats verdwijnt. Hoewel volgens de officiële lezing de Hof van Gethsémané vlak bij de zogenaamde Basiliek van de Doodsstrijd ligt, lijkt de open olijfhof dicht bij de oude stadsmuur niet minder authentiek. Juist omdat hier de mensen de plaats niet hebben verknoeid met allerlei opsmuk. Onder de oude, knoestige olijfbomen groeit gras waarin het gerieflijk zitten is. Aan de ene kant is er zicht op de stadsmuur van Jeruzalem, met zn dichtgemetselde Gouden Poort, waardoor volgens de Joden de Messias eens de stad zal binnengaan. Aan de andere kant glanzen, tussen de cipressen, de zeven vergulde, uivormige torens van de zogenaamde Maria Magdalenakerk.
Onder olijfbomen zoals ze hier staan, trad Jezus de pers. Oliepers is de vertaling van het Hebreeuwse Gat Sjemanim, ons Gethsémané. „Hij heeft de pers alleen getreden en niemand der volkeren was met Hem. Onder dit soort bomen en in dit gras lagen de discipelen te slapen. „Kunt gij dan niet één uur met Mij waken? vroeg de tot de dood bedroefde Messias.
Hier zag de Heere Jezus hoe Judas met een bende gewapende mannen uit de stad kwam om Hem gevangen te nemen. Hier klonk de vraag: „Wien zoekt gij? Hier vielen de soldaten achterover en hier klonk het ongelooflijke woord uit de mond van Christus: „Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan.
Wie in 2003 op deze plaats staat, ziet boven de Jeruzalemse stadsmuur nog precies de top van de vergulde koepel van de Rotskoepelmoskee. In de tijd van Jezus stond daar, op de berg Moria, de tempel. Ook al was die tempel toen, in de donkere nacht, niet te zien, toch wist de Heere Jezus dat hij daar stond. Ongeveer op de plaats waar ooit Abraham Izaäk zou offeren aan God. „Waar is het lam ten brandoffer? had de jongen gevraagd. En Abraham had geantwoord: „De Heere zal Zichzelf een lam ten brandoffer voorzien, mijn zoon. God had Zichzelf een Lam uitgekozen. Hier was Hij, de Zoon van God, het Lam Gods, gekomen om de zonde der wereld weg te nemen.

Kerk van alle Volken
Iets hoger op de Olijfberg staat een prachtige basiliek. Het is een kerk die verschillende namen draagt. Hij wordt Kerk van alle Volken genoemd, maar ook wel de Basiliek van de Doodsstrijd. De eerste naam is gegeven omdat heel veel volkeren in de wereld meegewerkt hebben aan de bouw van deze kerk. De tweede naam dankt de kerk aan het feit dat voor het altaar in de kerk de zogenaamde Rots van de Doodsstrijd te vinden is. De rots, die ligt onder een van de twaalf koepels in het dak van de kerk, zou de steen zijn waarop de Heere Jezus gebeden heeft of God de Vader de drinkbeker aan Hem zou willen doen voorbijgaan.
Zoals geldt van alle plaatsen die de exacte plek zouden zijn waarop bijbelse gebeurtenissen plaatsvonden, kun je er bijna zeker van zijn dat de Heere Jezus niet op deze steen heeft gebeden. Evenmin als het tuintje naast de kerk, met zn eeuwenoude olijfbomen, de echte Hof van Gethsémané is geweest.
Is die officiële Hof van Gethsémané een popperig tuintje, de Kerk van alle Volken is een prachtig bedehuis. De kerk werd in 1924 gebouwd en staat ongeveer op de fundamenten van een 4e-eeuwse byzantijnse kerk waarop later deels een Kruisvaarderskerk werd gebouwd. Het interieur van de kerk is prachtig versierd. Achter de rots van de doodsstrijd is een mozaïek te zien waarop het gebeuren in Gethsémané wordt verbeeld. Buiten is in de voorgevel een groot mozaïek aangebracht waarin Christus wordt afgebeeld als de Middelaar tussen God en mensen. Overal zijn bordjes aangebracht met (in verschillende talen) delen uit de lijdensevangeliën.

Uitzicht over de stad
Ook al is de Heere Jezus na Zijn gevangenneming waarschijnlijk via de Leeuwenpoort weer Jeruzalem binnengebracht, toch loont het om nog even wat verder de helling van de berg, die ongeveer 120 meter hoger is dan het op zon 700 meter hoogte gelegen Jeruzalem, op te lopen. Als je langs de grote Joodse begraafplaats loopt, kom je eerst bij de Maria Magdalenakerk. Het goud op de torens blinkt sinds het jubeljaar 2000 weer uitbundig omdat in dat jaar miljoenen pelgrims werden verwacht. Het liep allemaal anders, toen uitgerekend in oktober van dat jaar de Tweede Palestijnse opstand uitbrak. De Maria Magdalenakerk is in 1888 gebouwd door tsaar Alexander III, ter herinnering aan zijn moeder. Het interieur van de kerk is opgeluisterd met iconen en een groot schilderij dat het leven van Maria Magdalena verbeeldt. De kerk is overigens vaak gesloten.
Ietsje verderop staat een kleine kapel die de naam Dominus Flevit draagt, wat zoveel betekent als de Heere weent. Het kerkje zou gebouwd zijn op de plaats waar de Heere Jezus op Palmzondag geweend heeft over de stad Jeruzalem. Het (panoramische) uitzicht over Jeruzalem is nergens mooier dan op deze plaats. Je kijkt over het Kidrondal heen naar de oude stadsmuren, waarachter de tempelberg met daarop de Rotskoepelmoskee ligt. Aan de horizon rijzen de flats van het moderne Jeruzalem op.
Het vergezicht is eigenlijk niet in woorden te vangen. Dit is de navel van de aarde, de geboorteplek van de drie grote wereldgodsdiensten. Waarom deze stad, waarom dit stukje grond? Daar, waar nu de koepel van de moskee glanst, stond de tempel met het altaar. Daar werden de offers gebracht. En later, terwijl uiterlijk de tempeldienst nog functioneerde, bracht de Messias er het Offer van Zijn leven. Terwijl de zon door de dunne wolkenslierten boven de stad breekt en Jeruzalem onder een gouden gloed legt, dwarrelt het allemaal door je hoofd. Erover uitgedacht raak je niet, al sta je hier een week.
Binnen in het kerkje, dat de vorm heeft van een traan en in 1955 gebouwd is door de Italiaanse architect Antonio Barluzzi, heb je via een groot venster achter het altaar een fenomenaal uitzicht op de tempelberg. Langs het kruis op de altaartafel kijk je door het venster op het met een halve maan getooide topje van de Rotskoepelmoskee, die staat op de plaats waar vroeger de tempel stond. Scherper kun je het conflict dat hier al eeuwen woedt niet op je netvlies krijgen. De spil van de wereldgeschiedenis gevangen in één blik.

Graftuin
Wie nog meer bijzondere plaatsen wil zien die te maken hebben met Goede Vrijdag en Pasen, kan via de Leeuwenpoort (of de Stephanuspoort, omdat Stephanus hier gestenigd zou zijn) de oude stad weer binnengaan en daar vervolgens de Via Dolorosa lopen. Deze weg van het lijden zou de Heere Jezus gelopen hebben naar Golgotha.
Op die rots Golgotha zijn in de loop van de tijd al heel wat kerken gebouwd. Op dit moment staat er een forse basiliek met de naam Heilige Grafkerk. Zonder iemand te kwetsen, kun je toch zeggen dat dit een van de minst gewijde ruimten is in Jeruzalem. De verschillende christelijke groeperingen die de kerk beheren, leven nog steeds op voet van oorlog met elkaar. De Roomse, Griekse en Armeense kerk hebben de inrichting van hun stukje kerk zo slecht op elkaar afgestemd dat het geheel de indruk van een doolhof wekt. Je struikelt bijna letterlijk over de altaren, heiligenbeelden en gewijde plaatsen. Alleen het stukje van de rots Golgotha is bijzonder om te zien.
Wie geen boodschap heeft aan het oordeel van wetenschappers en archeologen, zal in de zogenaamde Graftuin, buiten de stad in de buurt van de Damascuspoort, veel meer stof tot overdenking vinden. Deze plek werd in 1883 ontdekt door de Engelse generaal Charles Gordon. Omdat de rots eruit zag als een menselijke schedel, geloofde deze Engelsman dat hij Golgotha gevonden had. Toen er later ook nog een graf werd gevonden, was hij helemaal zeker van zijn zaak. Archeologen hebben echter later vastgesteld dat het grafcomplex uit de 4e eeuw (of mogelijk nog veel later) dateert. Sinds die tijd heet de plaats wel ironisch Gordons Golgotha.
Ook al is dit misschien niet het historische Golgotha, juist in deze tuin kun je je wel een goede voorstelling maken van hoe de hof van Jozef van Arimathea eruitgezien moet hebben. De tuin is een rustige, zeer goed verzorgde hof. Overal staan bankjes en op de zondagochtenden wordt er in de tuin vaak een Engelstalige dienst gehouden. Het in een rots uitgehakte graf lijkt sprekend op het graf van Jezus, zoals dat in de Bijbel beschreven wordt. De ronde steen die de opening kan afsluiten, is weggerold en op de deur staan de woorden die iedere christen kent: „Hij is hier niet, want Hij is opgestaan.
Wanneer je misschien toch te veel onder de indruk raakt van de plaatsen waar de heilsgeschiedenis plaatsvond, is een blik op het bordje op de deur die het open graf kan afsluiten genoeg om weer te weten dat het niet in de plaatsen zit. „Hij is hier niet, want Hij is opgestaan!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 april 2003

Terdege | 108 Pagina's

„Hij is hier niet...

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 april 2003

Terdege | 108 Pagina's