Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Howell Harris

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Howell Harris

Openluchtprediker in Wales

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn naam is onlosmakelijk verbonden aan de opwekking in Wales. Met zijn vriend Daniel Rowland trok Howeli Harris als rondreizend evangelist door het land, om in openluchtsamenkomsten het Evangelie te verkondigen. Vanuit die overvloed van zijn hart werd zijn tong in beweging gebracht om van zijn Heiland te getuigen.

Het was 25 mei 1735, Pinksterzondag. In de parochiekerk van Talgarth, een onbetekenend dorp in het zuidoosten van Wales, stond het Avondmaal aangericht. Zittend aan de tafel kreeg schoolmeester Howell Harris een geloofsgezicht op Christus aan het kruis en ontving hij een krachtige verzegeling van de vergeving van zijn zonden. Hijzelf getuigt van dit onvergetelijke ogenblik: „Ik werd overtuigd door de Heilige Geest dat Christus voor mij gestorven is en dat al mijn zonden op Hem gelegd waren. Nu was ik vrijgesproken voor de Rechtbank en ook in mijn geweten." Het zou verstrekkende gevolgen hebben. Harris was voorbestemd om leiding te geven aan een grootscheepse opwekking in Wales.

Volgeling
Wat voelde hij zich eenzaam in zijn eigen woonplaats. Met niemand kon hij spreken over de leiding van God in het leven der genade. Ook niet met zijn predikant, 'vicar' Davies, die net als de meeste geestelijken van de Anglicaanse Kerk enkel wist van een geloof van doen en laten. Toch was deze man het middel om hem tot overtuiging van zonden te brengen. Enkele maanden voor de Pinksterzondag hoorde Harris hem in een voorbereidingspreek voor het Avondmaal zeggen: „Als u niet geschikt bent om aan de Tafel des Heeren te gaan, dan bent u ook niet geschikt om naar de kerk te komen, niet geschikt om te leven, noch geschikt om te sterven." Het was alsof een priem zijn geweten doorstak. Howell Harris probeerde deze indrukken te smoren door zijn leven te reformeren, wat hem nog lukte ook. Toen het weer Avondmaal was, kwamen de overtuigingen met kracht terug, maar nu zocht hij zijn heil in bidden en strijden tegen de zonde. Gods Geest werkte echter door. „Ik werd spoedig ervan overtuigd dat ik van alle geestelijk leven verstoken was. Ik bevond dat ik vleselijk was en verkocht onder de zonden..." Verder kwam hij nog niet. „Ik had geen kennis aan het bloed van Jezus, de enige Fontein die tegen de zonde en de onreinheid geopend is." Enkele dagen later ontving hij hoop op genade. „Ik geloof dat ik toen krachtdadig geroepen werd om een volgeling van het Lam te zijn. Ik had enige heerlijke voldoening in mijn ziel; echter nog geen bewijs van mijn aanneming bij God. Tot de volgende Pinksterzondag aan het sacrament." Hij was toen 21 jaar oud.

Gevoelig
Howell Harris was in 1714 in Trevecka, een buurtschap vlakbij Talgarth, als zoon van een timmerman geboren. Na zijn opleiding werd hij schoolmeester in zijn geboorteplaats. Zijn gevoelige en enthousiaste karakter kwam ook in zijn geestelijke leven tot uiting. De eerste liefde die hij mocht ervaren, was intens. Zo schreef hij op 18 juni in het jaar van zijn 'verlossing' in zijn dagboek: „Ik was in stil gebed toen ik mijn hart plotseling in mij, als was voor het vuur, voelde wegsmelten, en dat vanwege de liefde tot God mijn Zaligmaker. Ik voelde niet alleen liefde en vrede, maar een verlangen om ontbonden te worden en met Christus te zijn. Toen was er een schreeuw in het binnenste van mijn ziel waarmee ik voorheen geheel onbekend was: 'Abba, Vader!' Ik kon mijn God 'mijn Vader' noemen. Ik wist dat ik Zijn kind was en dat Hij mij liefhad en hoorde..." Deze gevoelige nabijheid van Gods liefde was aan veel bestrijding onderhevig. Soms dreigde hij in wanhoop om te komen, mede omdat hij nog zo weinig licht had in de leer van de rechtvaardiging. Vooral zijn overblijvende zonden maakten hem neerslachtig. Door alle strijd heen leerde hij echter te steunen op Gods beloften. „Vanaf die tijd kan ik zeggen dat mijn leven een leven van geloof is geweest, door zo op Hem te pleiten dat ik helemaal van Zijn gezegende beloften afhankelijk ben."

Aangeraakt
Met droefheid zag Harris hoe het Welshe volk in geestelijke duisternis verkeerde. Hij had een brandende begeerte om zijn omgeving in aanraking te brengen met Gods genade in Christus. „De predikanten waren de eersten die op mijn hart gelegd werden. Ik zag dat zij niet in ernst bezig waren en het scheen dat zij geen enkel gevoel hadden van hun eigen gevaar, noch van de liefde van Christus." Het viel niet mee om de predikanten te overtuigen van hun dode bediening. Hier kwam bij dat hij zelf nog weinig kennis had van de leer der zaligheid. Maar het gebrek aan kennis dat hij in zichzelf waarnam. was voor hem geen verhindering om anderen te wijzen op hun eeuwige toekomst. Heel langzaam begon de zon in de dalen van Talgarth en omgeving door te breken. Op zondagavond kwam Harris bijeen met enkele vrienden „wier hart de Heere had aangeraakt met enig gevoel van hun gevaar". En de belangstelling nam toe. Steeds meer mensen kwamen naar zijn huis om hem te spreken. Ook ging hij op ziekenbezoek, om te waarschuwen voor de eeuwige straf op de zonden. Vanuit al die contacten ontstond na verloop van tijd een gezelschap, een 'society'. Die vormde de bakermat van een grootscheepse herleving, die zich in de komende jaren als een olievlek over het land zou uitbreiden.

Boanerges
Het is duidelijk dat de plaatselijke 'vicar' het pastorale werk van Harris niet kon waarderen. Toch bleef de schoolmeester zijn kerk trouw en verzuimde hij geen zondagse dienst of Avondmaalsviering. Hij hoedde zich voor sektarisme en afscheiding. De zieke kerk moest van binnenuit hervormd worden. Gelukkig brak de tijd spoedig aan dat hij zijn verlangens en zorgen kon delen met anderen. Hij kwam in contact met Griffith Jones, die wel de wegbereider tot de grote opwekking is genoemd, en ontmoette de pasbekeerde hulppredikant van Llangeitho in het westen van Wales: Daniel Rowland. „De eerste keer dat ik hem op de preekstoel zag", zo schreef Harris, „was hij omgeven met heerlijkheid." Het bezoek dat hij Rowland daarna bracht, werd onvergetelijk. Tot middernacht spraken beiden over de dingen van Gods koninkrijk. Hun harten vloeiden over van de gemeenschap in Christus die zij met elkaar mochten delen. De voortekenen wezen erop dat een grote opwekking op komst was. Velen kwamen onder de prediking van Rowland tot geestelijke doorbraak. Ook Harris begon overal in het land te spreken. Aanvankelijk wilde hij eerst in Oxford studeren, om langs die weg tot predikant te worden geordend, maar hij kon zich moeilijk op de studie concentreren. Zodoende werd hij rondreizend evangelist.

Onuitsprekelijke vreugde
Huizen en schuren bleken te klein om de toestromende hoorders te kunnen bergen. Zodoende bleef alleen de open lucht over. Het woord ging met zulk een kracht vergezeld, dat velen ter plekke tot God riepen om de vergeving van hun zonden. Harris' predikant sprak van een zweem van 'fanatisme' en 'huichelarij'. Anderen deden er nog een schep bovenop. Ook onder het gewone volk nam de tegenstand toe. In sommige plaatsen werd de opwekkingsprediker bedreigd, geslagen en bespot. Maar in dit alles werd zijn geloof versterkt. Gods nabijheid was voor Harris meer dan ooit voelbaar, al toont zijn dagboek dat hij nog steeds werd aangevallen door onzekerheid. „Ik dorst naar U, o Heere Jezus. O kom, o, als ik Uw bruid, Uw kind. Uw uitverkorene. Uw uitverkorene ben, o verzegel dit nu voor mij..." Het gebed werd overvloedig verhoord. „Mijn ziel werd vervuld met een onuitsprekelijke vreugde, die ik nauwelijks kon bevatten. Mij ziel deed mijn lichaam weer opspringen, ledere ader, iedere zenuw en ieder gewricht in mijn lichaam was voor mijn gevoel bewogen. Ik kon nauwelijks afzien van op te springen. Ik werd ook in het stof geworpen, want ik kon dit niet meer dragen..." Op deze wijze werd Harris vervuld met de Heilige Geest. Geen wonder dat hij in zijn spreken het hart op de tong droeg. Zijn beker vloeide over van de liefde van Christus. Vanuit die overvloed van zijn hart werd zijn tong in beweging gebracht om van zijn Heiland te getuigen.

Opwekking
De opwekking die onder leiding van Harris, Rowland en enkele anderen in Wales ontstond, had veel raakvlakken met de methodistische beweging in Engeland, onder leiding van George Whitefield en de broeders Wesley, die in dezelfde tijd begon door te breken. Weldra kwam Harris met hen in contact en besloten zij om nauw samen te werken. Zowel in Wales als in het buurlandwerden 'societies' gesticht, gericht op de groei van het geestelijke leven en de verbreiding van de opwekking. Eigenlijk was er sprake van een internationaal reveil, dat zich vanaf de Baltische staten bij Rusland uitstrekte tot aan de Amerikaanse koloniën aan de andere zijde van de oceaan. Vooral Graaf van Zinzendorf en zijn Herrnhutters vormden de spil van een wijd netwerk van contacten, zowel binnen de gevestigde kerken als daarbuiten. Harris en Rowland bleven hun kerk trouw, hoewel dit steeds moeilijker werd. Vooral Harris wilde niets van afscheiding weten.

Breuk
Helaas kwam er een breuk in de samenwerking toen Harris zich om persoonlijke redenen ging isoleren, en in zijn woonplaats een soort commune van gelovigen stichtte. De breuk tussen hem en Rowland werd in het begin van 1750 een feit. Ook theologische verschillen waren hieraan debet. Harris had steile opvattingen over de heilszekerheid en ontkende dat een kind van God niet verzekerd kan zijn van zijn positie voor God, terwijl Rowland ruimte liet voor bekommerde zielen die deze zekerheid voor eigen waarneming misten. Een andere aanleiding was de invloed van Sindney Griffith, een vrouw binnen de gemeenschap in Trevecka die een dominante rol vervulde. Het duurde tot 1762 eer Harris zich weer met zijn broeders verzoende. Dit gebeurde nadat hij enige tijd in het leger had gediend, in de strijd tegen de Franse dreiging. Ondanks de onenigheid in het kamp van de Welshe methodisten, was de opwekking in die tijd doorgegaan. Toch was Harris er niet meer zo bij betrokken, mede door zijn verzwakte gezondheid. Het was een kroon op zijn werk dat door toedoen van de rijke gravin van Huntingdon, die de methodisten een warm hart toedroeg, een opleidingsschool voor predikanten in Trevecka van de grond kwam. Wat was Harris blij toen het gebouw in 1768 geopend werd! Nog drie jaren mocht hij met voldoening zien hoe jonge mannen in zijn woonplaats werden gevormd tot het wondere ambt.

Profeet
In 1770 verloor Harris zijn vrouw, met wie hij op latere leeftijd was getrouwd. Drie jaar later ging hij zelf de weg van alle vlees, nog maar 59 jaar oud. Zijn laatste ziekbed was een getuigenis van zijn verlangen naar de hemelse zaligheid. „Ik bevind dat de wil van de Zaligmaker mijn hemel is, wat deze ook mag zijn. Maar ik heb -en ik denk dat dit van Hem komt- niet te verzadigen gebeden om naar huis te gaan. Om uit dit lichaam uit te wonen en bij mijn dierbare Vader, Zaligmaker en Trooster te zijn." Vlak voordat hij de laatste adem uitblies, riep hij verschillende malen uit: „Eer zij aan God, de dood heeft geen prikkel! De dood heeft haar prikkel verloren!" Daarna sprak hij in volle geloofszekerheid: „Het is duidelijk voor mij dat God mijn eeuwige Vader is, en ik zal spoedig bij Hem zijn." Duizenden waren op het kerkhof van Talgarth verzameld om de begrafenis van Howell Harris mee te maken. Lady Huntingdon getuigde dat „vele oude christenen mij vertelden dat zij nog nooit zo veel van de heerlijkheid van de Heere en van de rijkdommen van Zijn genade gezien hadden" als tijdens deze begrafenis. Een gedenkplaat in de muur van de kerk waar hij werd begraven, bevat een blijvend getuigenis. „Hier, waar zijn lichaam ligt, werd hij overtuigd van zonde, werd zijn vergeving verzegeld, voelde hij de kracht van het dierbaar bloed van Christus aan het Avondmaal. Hebbende de genade zelf gesmaakt, besloot hij anderen te verklaren wat God voor zijn ziel gedaan had. Hij was de eerste openluchtprediker van de verlossing in deze periode van opwekking in Engeland en Wales." Wales zal het op de jongste dag moeten beamen dat zij een profeet heeft gehad, die niet ophield te getuigen van de liefde van Christus tot verloren zondaren!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 april 2003

Terdege | 92 Pagina's

Howell Harris

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 april 2003

Terdege | 92 Pagina's