Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dauw uwer jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dauw uwer jeugd

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Uit de baarmoeder des daageraadszal u de dauw uwer jeugd zijn." Psalm 110 vers 3

In deze schone oosterse beeldspraak vergelijkt de Heere door de mond van de dichter Zijn volk met de morgendauw bij het aanlichten van de nieuwe dag. Welke wondere naamgeving voor een volk zonder enige schoonheid in zichzelf, maar dat zich door goddelijke genade leerde kennen als een kind des toorns. Naar de letterlijke betekenis spreekt de dichter van "de jeugd des Heeren". Zo ontelbaar en zo schitterend als de vroege dauwdruppels uit de schoot van de dageraad voortkomen, zo verschijnt er een volk dat uit God geboren wordt, en hun eeuwige jeugd tegemoet gaat. In Christus zullen zij weer met een nieuwe schoonheid pralen.

„De dauw uwer jeugd." Als wij de dauw in de vroege morgen wel eens aandachtig bezien hebben, dan hebben wij met verwondering gelezen in het schone boek van Gods schepping. In dat zilveren dauwkleed heeft elke druppel zijn eigen plaats ontvangen. De ene druppel op duidelijk zichtbare wijze, terwijl een andere wat meer verborgen schittert. Het geheel vertoont echter een rijke verscheidenheid en toch vormen deze dauwdruppels één schoon geheel. Hierin schittert de veelvuldige wijsheid Gods naar het vrije van Zijn welbehagen, niet alleen in de moordenaar aan het kruis, maar ook in de godvrezende Jozef. In deze dauwdruppels schittert Paulus naast Timotheüs en Manasse naast Obadja. Waar de dood heerste, gaat nu het nieuwe leven uit God zich op God richten in de droefheid naar God en in een liefdesmart over de zonde, en heilig verlegen om een schuldovernemende Borg.

"De dauw uwer jeugd." De dauw zonder de glans van de zonnestralen is niet zo schoon als wanneer de glans van de morgenzon hem bestraalt. Immers, wanneer het vroege zonlicht de bedauwde velden beschijnt, dan gaat in die dauw een wereld van ongekende schoonheid en weelde leven. Die in zichzelf zo kleurloze waterdruppels gaan de zonnestralen terugkaatsen gelijk fonkelende diamanten, en geven daarbij een verkwikkende geur. Als Christus, de Zon der Gerechtigheid, het hart bestraalt, gaat de dauw van Zijn eigen werk schitteren tot Gods eer en tot stichting van onze naasten. Het dierbare geloof zegt van Hem: „Beminlijk Vorst, Uw schoonheid hoog te loven, gaat al het schoon der mensen ver te boven." En nu gaat het met Gods kinderen net als in het rijk der natuur. Niet elke dauwdruppel weerkaatst de gehele zon. Daarvoor is de zon immens veel te groot en de dauwdruppel veel te klein. Maar allen tezamen echter weerkaatsen zij toch de volle rijkdom van de zon in het werk der schepping, zowel de kleine druppel als de grote. En zo mag het nu ook zijn door de wondere bedieningen van de Heil'ge Geest in het grote werk der herschepping in het hart van de zondaar. Want ook daar vertoont ieder van Gods kinderen, elk op eigen plaats en ieder op eigen wijze, de rijkdom van Gods vrije genade in Christus Jezus, de Zon der Gerechtigheid. Gods kinderen zijn als de dauw. En waar genade mag schitteren in de levende beoefening tot Gods eer, zouden zij hemel en aarde wel willen te hulp roepen om de Heere groot te maken. Hier blijven echter nog zoveel tijden dat de wolken van strijd en grote twijfel en de felle aanvechtingen de schitterende glans van de dauw verdonkeren. Doch eenmaal zal er een volk worden vergaderd dat weer ten volle gaat beantwoorden aan hun doel. Als de Heere Zijn schoonheid op hen gaat leggen en in hen Zijn eigen werk beziet, dan wordt zo waar: „Dit volk heb Ik mij geformeerd, zij zullen Mijn lof vertellen." En dan mag hier alles nog met zoveel gebrek en soms als een doodbrakende Hanna vervuld worden. Maar wanneer de morgenstond der eeuwigheid straks zal aanlichten, zullen zij eeuwig als heilig sieraad in heerlijkheid blinken, als een parel aan de middelaarskroon van Koning Jezus, om dan eeuwig Zijn lof te vertellen. Dan zal de Vorst van al Uw schoon getuigen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 augustus 2003

Terdege | 80 Pagina's

Dauw uwer jeugd

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 augustus 2003

Terdege | 80 Pagina's