Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Achter de boeien van De Merwede

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Achter de boeien van De Merwede

„Je probeert zo goed mogelijk voor de kinderen te zorgen, maar je blijft een juf"

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hun eerste levensjaren brengen ze door op een binnenvaartschip, met hun zesde jaar volgt het gedwongen afscheid. Zon twaalfhonderd Nederlandse kinderen groeien op in een schippersinternaat. Met alle plus- en minpunten die daaraan verbonden zijn. „Het is de beste oplossing, maar tegelijk een noodoplossing.

Op het eerste gezicht doet het pand aan de Havenstraat in Werkendam aan een bejaardenhuis denken. Een associatie die wordt weggenomen door het bord tegen de gevel, dat de inhoud prijsgeeft. De Merwede Christelijk internaat voor schipperskinderen. Veelkleurige boeien op het terrein en scheepsmodellen in de entree accentueren de relatie tussen het huis en de varenswereld.
In de huiskamer van de Bolder treft groepsleidster Karin Leeuwestein, zelf schippersdochter, de laatste voorbereidingen voor de middagmaaltijd van haar leefgroep. In de gang hangt een kaart met de waterwegen in West-Europa, om de jongere kinderen te kunnen wijzen waar hun ouders zich op dat moment bevinden. Het Solina-orgeltje in de woonkamer draagt een getekend portret van Dik Trom en de verjaardagshoed van Henriëtte, met daarop in zwarte letters: Hiep hiep hoera voor de jarige Jet.
In haar slaapkamer, die ze deelt met Jasmijn, toont ze de cadeaus die ze voor haar zevende verjaardag heeft gehad. De dag begon voor de jarige schippersdochter met ontbijt op bed, terwijl de groepsgenoten om haar heen een beschuitje nuttigden. Woensdagmiddag wordt onder leiding van juf Karin het feestje gehouden. „Dan mogen er vier vriendinnetjes van buiten het internaat komen, doen we spelletjes en bakt de kok patat.

Voetbal
Het speelgoed in de huiskamer verraadt de achtergrond van de kinderen. Tegen een van de plinten ligt een houten schip gemeerd, het ruim gevuld met kastanjes. Een stuk huisvlijt van een vader. Een vloerkleed doet dienst als haventerrein voor schepen en kadekranen van lego.
Gerard van den Adel, schipper in de dop, zit al vijf jaar in de Bolder, samen met twee zussen. „Die hiero, Henriëtte, wijst hij, „en Teuni, mn ouwere zus. Die zit op de Gomarus, in Gorinchem. Slaapkamergenoot Jan Blokland heeft alleen zn broertje Erik in de groep. „Mn zusje zit in een andere groep. En ik heb nog een broertje en zusje aan boord.
De overgrote meerderheid van de basisschooljeugd van De Merwede bezoekt de plaatselijke Ds. J. Groenewegenschool. Binnen het internaat gaan ze door het leven als de boers. In onderscheid van de voers, die het voortgezet onderwijs volgen en meer privileges hebben. Wat beide groepen delen, is de liefde voor voetbal. „Dat doen we bijna elke middag, zegt Jan. „Een keer per jaar spelen we tegen de andere internaten. Tegen Krimpen hebben we een keer met 21-0 gewonnen.

Noodoplossing
Het voetbalveld met kunstgras, het speeltuintje en het stenen basketbalterrein tussen het hoofdgebouw en de dependance oefenen ook op kinderen van buiten het internaat grote aantrekkingskracht uit. Hoewel juf Karin het prima vindt als er na schooltijd vriendjes of vriendinnetjes meekomen, stimuleert ze ook de omgekeerde beweging. Van het internaat naar gezinnen in het dorp. „Zon internaat is de beste oplossing, maar tegelijk een noodoplossing.
De groepsleidster geniet met volle teugen van het contact met haar kinderen. „Het werk wordt alleen maar leuker. Je krijgt gezamenlijke herinneringen en je kunt het gedrag van kinderen beter plaatsen. Toen ik hier net was, vond ik het heel moeilijk om met de voers om te gaan. Die had je niet meegemaakt toen ze nog jong waren.
„U kon ze gewoon niet aan, grijnst Gerard.
Na vier jaar in de Bolder kent de schippersdochter haar pupillen van haver tot gort. Ook oud-bewoners komen nog wel eens langs. „Pas was er een geslaagd voor zijn rijbewijs. Die kwam met twee dozen taart binnenlopen. Dat zijn ontzettend leuke dingen.

Leeftijdsgroepen
Een kostgezin is volgens internaatdirecteur Rien Quist voor de binnenvaartschippers zelden een alternatief. „Dan heb je geen continuïteit. Wordt de hospita ziek, dan is er een probleem. Opvang binnen de familie is ook niet ideaal. Er hoeft maar wat te wringen, en je hebt heibel. Waarmee ik niet wil beweren dat een internaat ideaal is. Het blijft een noodzakelijke oplossing. Geen noodzakelijk kwaad, dan moet je hier niet zijn.
Het grootste deel van de bewoners van De Merwede behoort tot gezinnen van binnenvaartschippers uit Werkendam en Hardinxveld-Giessendam. In het internaat wordt de huiselijke situatie zo getrouw mogelijk nagebootst. De 145 kinderen, in de leeftijd van zes tot achttien jaar, zijn verdeeld over elf verticale leeftijdsgroepen. Wat betekent dat elk gezin binnen het internaat gemiddeld twaalf leden telt.
Voor de hoofdgroepleiding is het elk jaar weer een klus om in elke groep de juiste balans tussen jongens en meisjes en de gewenste leeftijdsopbouw te realiseren. „We proberen er alles aan te doen om tegemoet te komen aan de wensen van de ouders en de kinderen, maar soms is dat onmogelijk.

Verloop
Hanna de Kraker koos na het afronden van haar SPW-opleiding op goed geluk voor het schippersinternaat. Dat pakte boven verwachting uit. „Ik werk hier nog steeds met heel veel plezier.
De groepsleidster van het Middenerf voelt zich niet geroepen de moederrol te vervullen. „Een moeder is niet te vervangen. Kinderen ervaren dat zelf ook zo. Je probeert zo goed mogelijk voor hen te zorgen, maar je blijft een juf. Heel belangrijk vind ik dat kinderen zich veilig voelen in de groep. Op het Middenerf hebben we ze van acht ouderparen. Dat geeft een behoorlijke variatie. Je probeert eraan te werken dat ze zich allemaal geaccepteerd weten.
Fnuikend voor de vertrouwensrelatie tussen kinderen en leiding is het verloop onder de leidsters, vanwege huwelijk, zwangerschap en de onregelmatige diensten. „Er zijn kinderen die in tien jaar tijd 25 verschillende leidsters hebben gehad. Vooral bij de ouderen leidt dat tot een gereserveerde houding wanneer er weer een nieuwe komt. Laat eerst maar eens zien hoe lang je blijft en wat we aan je hebben. Ze hechten zich niet meer zo snel en verkennen heel bewust de grenzen bij de nieuwe juf. Het kost een paar jaar om hun vertrouwen te krijgen. Heel belangrijk is dat je echt belangstelling hebt voor hun achtergrond. Vraag naar het schip van hun ouders, naar de vracht. Vooral de jongens vinden dat geweldig leuk.

Regels
Continu aandachtspunt binnen het internaat is het voorkomen en bestrijden van negatief groepsgedrag. Onder meer door slogans, die gedurende veertien dagen bij alle leefgroepen worden opgehangen. Deze week is dat de regel:
Vloeken?? Nee!! Lelijke woorden?? Ook niet!!

Het consistent handhaven van de huisregels is niet altijd eenvoudig, erkent Quist. „Het is hier net als in een gezin. Soms ben je iets soepeler, om de sfeer van het moment niet te bederven. Maar dat schipperen moet er niet toe leiden dat de grote lijn uit beeld verdwijnt. Belangrijk is dat je consequent bent.
De doorgaande ontkerstening van de samenleving maakt het leiding geven aan een reformatorisch internaat niet eenvoudiger. „De jeugd is niet veranderd, maar de invloeden van buitenaf zijn veel sterker geworden. Het vraagt heel veel van groepsopvoeders om daar sturing aan te geven. In nauwe samenspraak met de oudercommissie proberen we te anticiperen op ontwikkelingen in de samenleving. Zo hebben we onlangs de regelgeving rond de laptop aangepast. Aanvankelijk wilden we geen laptops in het internaat hebben, om te voorkomen dat die ongecontroleerd als DVD-speler worden gebruikt. Nu hebben we kinderen die er voor hun studie een nodig hebben. Daarvoor moet je dan iets zien te bedenken.

Begeleid wonen
Een goede relatie met de ouders is voor Ageeth Mol, groepsleidster op de Sloep, van essentieel belang. „Ze hebben er recht op dat je hen informeert over de positieve en negatieve dingen in de ontwikkeling van hun kinderen. Als we nieuwe bewoners krijgen, houden we in het begin een rapport bij, dat we meegeven als ze naar boord gaan. Dan kunnen de ouders zien wat het kind de hele week heeft gedaan. Samen voed je de kinderen op.
De moderne communicatiemiddelen hebben het overleg met ouders niet alleen vereenvoudigd, maar ook geïntensiveerd. Vrijwel elke binnenvaartschipper heeft een mobiele telefoon, in menig stuurhuis staat een computer met de mogelijkheid tot mailverkeer. „Als je met iets zit, kun je meteen contact opnemen.
Vorig jaar werd aan de elf leefgroepen een groep voor begeleide kamerbewoning toegevoegd: de Mast. Die kreeg een plaats op de bovenste verdieping van de dependance, naast het hoofdgebouw. De groep, uitsluitend meisjes, telt maximaal zes personen, in de leeftijd van vijftien tot achttien jaar. De verwachte hausse aan aanvragen bleef uit. Het gros van de internaatbewoners kiest als puntje bij paaltje komt voor het gemak van een gewone leefgroep. Kok Gert Goelema brengt dagelijks een prima pot op tafel, waarbij zelfs kan worden gekozen uit twee menus. De was gebeurt door twee wasvrouwen, die dagelijks 150 kilo textiel wegwerken. Wie voor begeleide kamerbewoning kiest, moet zelf aan de slag.

Zestien
In de woonkamer van de Mast zit de 16-jarige Diana Boerman aan tafel huiswerk te maken. Sinds vijf weken volgt ze de opleiding tot schoonheidsspecialiste, in Utrecht. Onlangs verliet haar kamergenote en beste vriendin Inge het internaat. „Die gaat bij haar zus wonen, hier in Werkendam. Mn vader en moeder zijn nu ook bezig om iets te huren, voor mij en mn broertje van veertien. Die gaat dan samen met mij van het internaat af, waarschijnlijk volgend jaar. Nu ben ik nog wat te jong om hem op te voeden.
Bij de binnenvaart heeft ze gemengde gevoelens. „De vrijheid van het varen is heerlijk, maar voor de kinderen vind ik het niets. Als mn vriendinnen van school in het weekend iets hebben, kan ik er nooit bij zijn, want ik moet naar boord. Doordeweeks heb je je ouders soms juist nodig, maar dan zijn ze er niet. Pas lag mn oma in het ziekenhuis. Dan heb je er behoefte aan om lekker even met je moeder te knuffelen. Je kunt het ook tegen een juf vertellen, maar dat is lang niet zo echt als tegen je moeder. Ik kan wel zestien zijn, maar daar kom ik eerlijk voor uit.
Soms zeg ik tegen mn ouders: Koop nou eens een huis aan de wal. Maar ja, dat zou betekenen dat mn vader alleen zit en dat mn moeder nooit meer vaart. Dat zien ze niet zo zitten. En dat begrijp ik ook wel weer. Als ik een man krijg die vaart, zou ik denk ik ook meegaan. Dat zit in ons bloed. Maar als ik kinderen zou krijgen, en ik mocht van mn man naar de wal, dan zou ik dat zeker doen.


Internaatdirecteur M.C. Quist: „In onze kring wordt bewust gekozen voor de gezinsvaart
Verspreid over het hele land kent Nederland tien internaten voor schipperskinderen, vrijwel allemaal met een christelijke achtergrond. Drie internaten, in Dordrecht (Eben Haëzer), Krimpen a/d IJssel (De Driemaster) en Werkendam (De Merwede), hebben een reformatorische identiteit. Boven elk van deze internaten staat een autonoom bestuur. Vertegenwoordigers van de drie besturen hebben zitting in het bestuur van de overkoepelende RIS (Reformatorische Internaten Schippersjeugd).
Schippersechtparen die hun kinderen naar een internaat doen, ontvangen dubbel kinderbijslag, waarmee de ouderbijdrage voor een belangrijk deel kan worden gefinancierd. De rest van het benodigde geld legt de overheid bij, al wordt die subsidie waarschijnlijk met tien procent gekort. Dit zou betekenen dat alleen al in de reformatorische internaten tientallen banen op de tocht komen te staan.
Telden de gezamenlijke internaten in de jaren tachtig nog zon 3600 kinderen, anno 2003 is dat aantal gezakt tot ruim 1200. De reformatorische internaten bleven op sterkte en hebben nu met een kleine vierhonderd kinderen eenderde van de markt. Directeur M.C. Quist van De Merwede verklaart die verschuiving uit meerdere factoren. „In de eerste plaats het kindertal, dat bij reformatorische binnenvaartschippers beduidend hoger is. Daarnaast wordt in onze kring bewust gekozen voor de gezinsvaart. Veel andere schippers gaan een week op en een week af, zodat moeder aan de wal kan wonen. Dat is voor schippers die op zondag stil liggen, geen optie. De groei van het internaat in Werkendam heeft vooral te maken met de gunstige ligging. En de mentaliteit van de Werkendamse schippersbevolking. Die zie je al bij de jongens die het internaat verlaten en net als hun ouders voor de binnenvaart kiezen. Ze beginnen als matroos, maar een paar jaar later hebben ze een eigen schip.


Hoofdleidster Jennie Schipper: „Vooral voor jonge kinderen brengt het ook pijn en verdriet mee
In het voorjaar van 2003 trad maatschappelijk werkster Jennie Schipper aan als hoofdgroepsleidster van De Merwede. Wat het internaatsleven inhoudt, wist ze uit ervaring. „We zijn thuis met negen kinderen. Die hebben allemaal op een schippersinternaat gezeten. De schippersdochter kijkt er met gemengde gevoelens op terug. „Positief is dat je altijd iemand hebt om mee te spelen. Toch zou ik er persoonlijk nooit voor kiezen om mn kinderen naar een internaat te brengen. Vooral voor jonge kinderen brengt het ook pijn en verdriet mee. Ik heb ontzettend veel gehuild, vooral s avonds op bed.
De hoofdgroepsleidster heeft wel de indruk dat de heimweeproblematiek twintig jaar geleden intenser was dan nu. „Op pedagogisch gebied is er veel verbeterd. Kinderen werden destijds nauwelijks voorbereid op de overgang naar het internaat. Je koffer werd gepakt en daar ging je. Als ik in een hoekje stond te huilen, was de reactie van de groepsleiding vaak: Krokodillentranen weg en stoppen.
Nu komen kinderen vooraf kennis maken, wij gaan naar boord voor een intake-gesprek, ze komen een week logeren. Als we een kind met heimwee hebben, bespreken we met elkaar hoe we het probleem het best kunnen aanpakken. De groepsleidsters zijn daarvoor ook beter opgeleid. Je hebt altijd natuurtalenten gehad, maar door gebrek aan kennis werden vroeger fouten gemaakt die iemand met een SPW- of SPH-opleiding niet snel zal maken.
Met nieuwe groepsleidsters volgt de maatschappelijk werkster een inwerktraject. „Ook daarna blijf ik ze coachen. Eens in de vier weken woon ik bij de verschillende teams het teamoverleg bij. Belangrijkste taak is voor mij het meedenken in het pedagogisch beleid. Ik heb de indruk dat onder internaatskinderen meer gedragsproblemen voorkomen dan onder kinderen die in een gezin opgroeien. Zeker als ze te maken hebben met een snelle wisseling van groepsleidsters. Ik probeer er alles aan te doen om mensen zo lang mogelijk binnen te houden.


S

chippersvrouw Catharina Schram: „s Maandags wegbrengen wordt nooit een hobby

Dat hun kinderen naar het schippersinternaat in Werkendam zouden gaan, was voor Arie en Catharina Schram van de Fiducia geen vraag. Zelf zaten ze ook op een internaat. Arie in een internaat-oude stijl. „Slaapzalen voor 26 man, gescheiden groepen voor jongens en meisjes, een eigen school op hetzelfde terrein.

Vervelende herinneringen hebben ze er niet aan overgehouden. „Wij hebben er een gezellige tijd gehad. Ik heb een zus aan de wal die het onbegrijpelijk vindt dat ik de kinderen voor een hele week weg kan brengen, maar als je vaart groei je daar langzaam naartoe.

Leuk wordt het nooit, bekent de schippersvrouw. „Varen vind ik heerlijk, maar als de kinderen naar school gaan, komt er een domper op. s Maandags wegbrengen wordt nooit een hobby. Vooral met het eerste kind is het erg moeilijk. Die komt helemaal vreemd binnen.

De kinderen bij de grootouders of andere familie onderbrengen, was voor het Werkendamse echtpaar nooit een optie. „Opgroeien bij opa en oma is ook niet ideaal. We proberen zo nuchter mogelijk met het internaat om te gaan. Er wordt hier s maandags niet gehuild. Ze gaan gewoon weg en klaar. Onze kinderen hebben het op het internaat gelukkig goed naar hun zin. Dat maakt het voor ons ook makkelijker.

Uitgangspunt van het schippersechtpaar is dat de kinderen zich op het internaat hebben te schikken naar de regels, ook als die soms wat anders zijn dan thuis. „Niks zo waardeloos als het gezag van de groepsleiding ondermijnen. Wanneer je je kinderen naar een internaat doet, moet je accepteren dat je het belangrijkste deel van de opvoeding uit handen geeft. Ik denk dat de meeste schipperskinderen thuis worden verwend. In het weekend wil je ze niet te veel corrigeren. Misschien dat ze daardoor wat anders zijn dan de doorsnee jeugd. Het internaat speelt daarin ook een rol. Je moet er vechten voor je plek, meer dan in een gezin, en je leert al jong je eigen bonen te doppen. Na drie maanden internaat merk je al dat het kind anders wordt. Vrijer. Mondiger.


Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 november 2003

Terdege | 100 Pagina's

Achter de boeien van De Merwede

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 november 2003

Terdege | 100 Pagina's