Wat is uw verwachting?

Ieder mens heeft zo zijn verwachtingen van het leven. Een jongere verwacht misschien dit schooljaar te slagen of binnenkort te trouwen. U verwacht een nieuwe baan of gezinsuitbreiding. Of hebt u geen enkele verwachting meer van het leven?
Dit zijn allemaal verwachtingspatronen die te maken hebben met het aardse leven hier. De tekst uit 2 Petrus 3 spreekt echter over een ander verwachtingspatroon. Dat zet niet alles op het leven hier en nu, maar verwacht de grote toekomst van de Heere Jezus Christus.
Petrus maakt in deze brief duidelijk dat daar ook anders over gedacht werd in de gemeente waaraan hij schreef. Hij begint immers met een tegenstelling: Maar wij. Petrus had daarbij mensen op het oog die hij in vers 3 spotters noemt. Ze worden getekend als mensen die niet meer geloofden dat Christus terug zou komen naar deze wereld. En daarmee hadden ze ook afgerekend met het oordeel van God. Dat gaf ze vrij baan om te leven in de zonde. Ze konden hun lusten botvieren, want er werd toch niet geoordeeld. Als God buiten beeld raakt in je leven, moet je alles uit het leven halen wat er in zit. Dan worden de zonden niet geschuwd. We zien het in de samenleving waarin we leven. De mens zonder God verwacht het van het hier en nu met alle gevolgen van dien.
De mensen die Petrus bedoelt, zijn terdege bekend met Gods Woord. Ze gebruiken zelfs Gods Woord om hun levenswijze te legitimeren. Dat is tragisch genoeg mogelijk. Leven in de lichtkring van het evangelie en ondertussen je door het Woord niet laten gezeggen, maar in onbekeerlijkheid voortleven. En daarmee komt dit woord heel dichtbij. Wij leven bij het Woord van de Heere. Maar rekenen we in alles met de komst van Christus?

Petrus schrijft aan de gelovigen dat zij toch een ander verwachtingspatroon hebben. Maar wij verwachten naar Zijn belofte een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Petrus wil zeggen dat de gelovigen het niet verwachten van deze aarde en van dit leven als het één en al. Ze mogen wel staan in het leven, maar zij verwachten een andere, een nieuwe aarde en zelfs een nieuwe hemel.
Petrus vertelt ook hoe dat zal gaan. In vers 12 heeft hij het daar reeds over gehad. Deze hemel en aarde vergaan door het vuur. Daarin zit het element van Gods oordeel. Wie dan ook alleen maar heeft gebouwd op deze wereld, houdt niets over. Alles zal door het vuur vergaan.

In het paradijs woonde de gerechtigheid van God. Adam en Eva leefden naar de wet van de Heere. Het recht van de Heere was de grondwet van het paradijs. Maar de nieuwe hemel en aarde zullen het paradijs daarin overtreffen. In het paradijs bleef de gerechtigheid van God niet. De zondeval, begonnen in de hemel, vond zijn uitwerking op aarde. De gerechtigheid van God was daarmee verdwenen en de ongerechtigheid had zn intocht gedaan. Maar dat zal op de nieuwe hemel en aarde niet meer gebeuren. Daar zal de gerechtigheid wonen; vaste verblijfplaats hebben. Daar zal geen plaats meer zijn voor de ongerechtigheid. Daar zal zelfs op de bellen van de paarden geschreven staan: De Heere onze gerechtigheid. Die toekomst heeft God voor de Zijnen bereid. En dat door Christus, de Rechtvaardige, die de ongerechtigheid van zondaren op zich nam. De komst van de nieuwe hemel en aarde zijn gegrond in het verlossingswerk van Christus zelf.

Kunt u, kun jij ook zo naar die toekomst verlangen? Wat kan het de gelovige een strijd geven dat er nog zoveel ongerechtigheid in hun hoofd en hart huist. Wat kan de voortgaande verloedering van de samenleving mensen soms aangrijpen. Zie dan op de toekomst die de Heere heeft bereid. Het gaat naar die toekomst waar geen zonde en onrecht meer zal zijn, maar waar Christus alles zal zijn in allen.

De vraag is echter waar die verwachting op is gebaseerd. Soms heb je het wel eens dat je kinderen iets van je verwachten, terwijl je als ouders nergens van weet. Je vraagt dan: Hoe kom je daar toch bij? Waar baseer je dat op? Nu, die vraag stellen we Petrus. Dan geeft Petrus een duidelijk antwoord: Dat baseer ik op het beloftewoord van de Heere. De gelovige klampt zich immers vast aan het Woord van de belovende God. God heeft het beloofd. En het geloof zegt: Al wat Gij ooit beloofd hebt, zal bestaan! Wie het zo van de Heere verwacht, heeft gegronde verwachting.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen