Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een bidder in Barneveld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een bidder in Barneveld

Ing Louis Fraanje: „Mijn vader is niet in duisternis, mijn vader is in ootmoed gestorven"

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Binnen de Gereformeerde Gemeenten gold ds. Jozias Fraanje als een markant prediker. Louis Fraanje herinnert zich zijn vader vooral als een bidder. s Nachts bad hij in de eenzaamheid, s morgens vroeg ging hij met het hele gezin op de knieën. „Ik denk dat daarin zijn kracht lag. Net als Henoch wandelde hij met God.

Als jongste van het gezin kwam Louis Fraanje (78) ter wereld in Barneveld, de plaats waar zijn vader dertig jaar predikant was en een enorm gezag had. Veel zag hij hem niet. „Ze zeggen nu wel eens dat er in de Gereformeerde Gemeenten weinig dominees zijn, maar toen waren er nog veel minder. Mijn vader werkte dag en nacht. In de zomer trokken we naar Zeeland, en ging hij op tournee. Twee zondagen preekte hij in Goes, waar hij eerst ouderling, later oefenaar en vervolgens dominee is geweest. Doordeweeks preekte hij elders. Tussendoor bezocht hij familie en bekende figuren in het kerkelijk leven. Dat was zijn vakantie.
Op een zomeravond kwam de predikant diep onder de indruk terug uit Kortgene. „Na de dienst had hij met een ouderling, tegelijk een broeder en vriend, gesproken over Gods werk in hun leven. Tijdens dat gesprek werd die man niet goed en hij stierf. Mijn vader heeft tegen de dokter gezegd: Deze man is gestorven van blijdschap. Ze mochten zich samen zó verheugen in God, dat kon die man lichamelijk niet aan. Hij ging zo over in de hemelse vreugde. Mn vader was er vól van. Ik was nog maar een heel klein ventje, maar zoiets vergeet je niet.
In de nachtelijke uren was de predikant vaak in gebed. „Ik denk dat daarin zijn kracht lag. Net als Henoch wandelde hij met God. Elke morgen knielden we met zn allen voor de stoel. Ik heb dat nooit als een opgave gezien. Je vader droeg alle zorgen op, en voor elk van ons de grootste zorg. Die gebeden zijn niet alleen gehoord, maar ook verhoord.

Grafschrift
Bij veel gemeenteleden grensde de achting voor hun predikant aan verering. Fraanje heeft niet de indruk dat zijn vader daar gevoelig voor was. „Ik heb er tenminste nooit iets van gemerkt. Hij heeft altijd gezegd: Op mijn graf moet je maar zetten: Uit de drek verhoogt Hij de arme. Dat grafschrift typeerde hem. Hij besefte dat hij van genade leefde.
In mensenkennis moest de predikant het afleggen tegen zijn vrouw. „Mijn moeder was ook een gelovig iemand, maar had een heel ander karakter. Vader was soms wat te goedgelovig. Hij was heel gul en daar werd wel eens misbruik van gemaakt. Op een dag kwam er weer een man die een vroom verhaal hield, wat uitliep op de klacht dat hij het financieel zo zwaar had. Mn vader riep moeder en vroeg haar wat zij ervan dacht. Ze antwoordde dat ze het niet vertrouwde, maar mijn vader gaf toch geld. Later bleek dat moeder het weer bij het juiste eind had. Die man hebben ze nooit teruggezien, het geld evenmin. Daar staat tegenover dat een andere man die door mijn vader is geholpen, na de dood van mijn vader mijn moeder in natura bleef steunen.

Overduin
Hoewel hij grote achting had voor ds. G.H. Kersten, volgde ds. Fraanje zijn geestelijke vader en leermeester bepaald niet op alle punten. De Barneveldse predikant was aanvankelijk radicaal tegen de oprichting van een theologische school, had een afkeer van politiek en was overtuigd anti-Duits.
In de oorlogsjaren was de pastorie een open huis. „Overal was bekend dat je in Barneveld het best naar ds. Fraanje kon gaan, wanneer je hulp nodig had. Die wees je wel weer verder. Er zijn enorm veel mensen bij ons aan de deur geweest, soms voor even, soms voor dagen of weken. Naast de vaste evacués uit Scheveningen, die we al hadden.
Na de evacuatie van Arnhem hebben we een paar weken de bekende dominee Overduin uit Arnhem te logeren gehad. Bij de gereformeerde predikant van Barneveld kon hij niet terecht, dus hij kwam bij ons. Mn vader heeft wat met hem zitten praten. Overduin, die al terug was uit het concentratiekamp, wist niet alleen van de hel maar ook van de hemel van Dachau. Daar zat mijn vader vol aandacht naar te luisteren.

Brieven
In de middelbare-schoolleeftijd raakte Louis Fraanje betrokken bij de uitgebreide correspondentie van zijn vader. „Hij had geen onderwijs gevolgd. Pas op latere leeftijd hebben vrienden hem leren lezen en schrijven. De achterstand heeft hij ruimschoots ingehaald. Lezen, bidden en mediteren, dat was zijn leven. Met schrijven hield hij moeite. Daarom dicteerde hij al zijn brieven, en schreven mn zussen en ik ze op. Je wist niet beter. Ik heb ook wel brieven voor de jongens in Indië geschreven.
De preken van zijn vader ging Fraanje pas begrijpen, toen het licht in zijn eigen ziel was opgegaan. „Mijn vader kende veel van God, dat kwam ook in zijn preken uit. Die waren sterk bevindelijk van karakter. Je moet er oren naar hebben om dat te kunnen beluisteren. Als hij het over het wonder van genade had, zei hij meer dan eens: Mensen, dat is een wonder dat nooit valt uit te wonderen. Dan dacht ik: Man, dat is geen Nederlands, zeg dat nou eens wat anders. Tot ik voor het eerst aan het Avondmaal mocht gaan, dat werd bediend door ds. Schipaanboord. Ik heb tegen hem gezegd: Nu begrijp ik wat mijn vader bedoelde. Door de striemen van de Heere Jezus is ons genezing geworden. Al is het geen goed Nederlands, dat wonder is niet uit te wonderen. Ik zou niet weten hoe je het beter kunt uitdrukken.

Controverse
Aan het einde van zijn leven werd ds. Fraanje geconfronteerd met de controverse tussen dr. C. Steenblok en ds. R. Kok, die grote beroering teweegbracht in de Gereformeerde Gemeenten. „Hij heeft daar enorm onder geleden. Ten onrechte is hij later, ook in publicaties, als een volgeling van Steenblok neergezet. Naar aanleiding van die geluiden heb ik ál de preken van mijn vader doorgenomen. Een heel karwei, maar ik heb het met genoegen gedaan. Eén citaat wil ik doorgeven, uit een preek over de tekst: En Hij zal velen het verbond versterken.
„Die grote Verbondsmiddelaar verwierf voor de Zijnen een eeuwige zegen, daar Hij de vloek voor hen droeg en die wegnam, en de macht van te verdoemen. Leeft u ook uit die verworven zegen, toehoorders, of leeft u alleen onder de algemene genade? O, dat is wel groot, want in de hel zal geen algemene genade meer zijn. Waardeer het, dat u ze op aarde nog hebt, maar denk erom, ze brengt u niet in de hemel. Dat kan alleen de Verbondsmiddelaar doen, en dat heeft Zijn bloed gekost. Dat grote feit wordt u nog verkondigd en de weg der behoudenis aangeboden.
Mensen, God laat u heden in onze tekst de luister van het Evangelie zien, en loopt u door? Als ik voor de deur van mijn huis sta, met voedsel en deksel in mijn handen, en er komt naakt een hongerige man voorbij, en ik bied hem mijn brood en kleding aan, doch hij loopt door. Als dan die man even verder neervalt en van koude en honger sterft, bij wie ligt dan de schuld? Daarom, het wordt u heden nog aangeboden, en er is geen voorwendsel voor de zonde van het ongeloof. Er staat niet dat ze niet konden ingaan vanwege hun zonden. Neen toehoorders, en ze konden niet ingaan vanwege hun ongeloof. O, mijn tong is te arm en mijn vermogen schiet tekort om u die schoonste aller mensenkinderen voor te dragen.

Bescherming
Het theologische geschil wierp ook een schaduw over de verhouding tussen ds. Fraanje en ds. Kersten. Toch bleven ze elkaar hoogachten. En na de plotselinge dood van de grondlegger van de Gereformeerde Gemeenten werd de Barneveldse predikant gevraagd de begrafenis te leiden. „Mijn vader en ds. Kersten dachten op een aantal punten heel verschillend, maar ze verdroegen elkaar in liefde. Daar kunnen we nu wat van leren. Als je in onze tijd wat anders denkt dan een ander, krijg je meteen het stempel licht of zwaar. Zelf zit ik daar niet zo mee. Uiteindelijk zet God het stempel. Hij is het die uit genade verzegelt met de Heilige Geest der belofte.
Na een avondsluiting op een bootreis die ik leidde, vroeg iemand me: Hebt u dezelfde Vader als uw vader? Ik heb geantwoord: Dat geloof ik wel, al zijn we op sommige punten verschillend. Ryle zegt het zo prachtig: In de tuin van mijn Heere zijn bloemen van verschillende kleuren en geuren, maar ze zijn allemaal geplant door de ene Geest. Een andere treffende uitspraak van Ryle is: Als je een dominee gaat beluisteren, moet je op drie zaken letten: Waar staat het Lam, waar is de Deur, hoe brengt hij de Christus. Er was soms kritiek op de preken van mijn vader, maar de Christus stond in het middelpunt. Kenmerkend is zijn laatste Kerstpreek, waarin hij zegt: Daar ligt mijn Heere Jezus. O, mijn ziel: prijs God, dank God, loof God.
Een van zijn preken begint hij met een voorafspraak over Psalm 18, waarin wordt gesproken over de rots en de steenrots. In die voorafspraak wijst hij erop dat we in de strijd mogen schuilen bij Jezus Christus. Je bent dan in de rots. Maar je mag daar niet blijven, er moet ook weer worden gestreden. Dan moet je net als David uit de rots en mag je staan óp de rots. Dat vind ik zo mooi: Bescherming vinden in de rots en strijden op de rots, de vaste grond. Dan zak je niet weg.

Ootmoed
Het wijdverbreide verhaal dat ds. Fraanje in het donker is gestorven, noemt zijn jongste zoon een misvatting. „Toen mijn vader in februari 1949 ziek werd, heeft hij vijf weken in ziekenhuis Salem in Ermelo gelegen. Over die periode schreef hij: De gordijnen van de hemel waren open. Dat heb ik van nabij meegemaakt. Hij was echt hemels gesteld, en dat is zes weken lang zo gebleven.
Op een gegeven moment kwam toch de strijd weer. Daar zei hij zelf van: Als dat niet zo was geweest, zou ik als een dominee gestorven zijn, maar ik moet als zondaar sterven. Toen het naar het eind ging, liet hij alle mensen van wie hij maar dacht dat hij ze ooit verkeerd had behandeld aan zijn bed komen, en vroeg hen om vergeving. De op een na laatste zondag voor zijn dood had hij geluisterd in de consistorie. Dat deed hij wel meer. Voordat de kerk uitging, liep hij alweer naar huis, maar die zondagavond ging na de zegenbede de deur van de consistorie open. Mijn vader kwam met zijn stokje naar binnen sloffen en liep naar de lessenaar van de voorlezer. Terwijl de hele gemeente al stond, sprak hij hen toe en zei onder meer: Wat ik verkeerd gedaan heb, mensen, wil het me vergeven. Dat beeld staat nog altijd op mijn netvlies. Door zijn ziekte heeft hij nooit officieel afscheid gepreekt. Dat woord achter die lessenaar was zijn afscheidspreek. Hij eindigde met het verzoek om met elkaar Psalm 119 vers 88 te zingen.
Gun leven aan mijn ziel, dan looft mijn mond,
Uw trouwe hulp, stier mij in rechte sporen.
Gelijk een schaap heb ik gedwaald in t rond.
Zo is hij veertien dagen later heengegaan. Ik zeg altijd: Mijn vader is niet in duisternis, mijn vader is in ootmoed gestorven. Dat is iets totaal anders.


Sam Rubens: „Bij dominee Fraanje ervoer ik altijd geborgenheid
Sam Rubens (71) leerde ds. Fraanje in de hongerwinter van 44 kennen. Omdat zijn vader zich niet op straat durfde wagen, ging de negenjarige evacué uit Arnhem op voedsel uit. Met een handkarretje trok hij vanuit Zeist via Woudenberg en Scherpenzeel naar Barneveld. Daar liep hij een Fraanje tegen het lijf, die hem naar de pastorie bracht. „Ik kon meteen blijven eten en slapen.
De volgende morgen begeleidde Anna Fraanje het joodse jochie naar boer Van Ee in Kootwijkerbroek, waar het karretje werd gevuld. Vanaf die tijd herhaalde hij de rondreis bijna wekelijks. „In Barneveld ging ik direct naar dominee Fraanje. Het was daar altijd gezellig. Hij was een echte humorist, dat zou je niet verwachten van zon zwaar gereformeerde dominee. Ik vond het een gewéldige kerel.
Gedurende zijn verblijf in het predikantsgezin draaide de seculier opgevoede Sam gewoon mee. „s Morgens voor het eten knielden ze met zn allen. Ds. Fraanje bad dan ook voor mij. Was ik er op zondag, dan ging ik mee naar de kerk en zat ik tussen de kinderen. Bij dominee Fraanje ervoer ik altijd geborgenheid. Hij gaf een bepaalde warmte af. En hij kon geweldig preken. Heel gewoon, net alsof hij vanaf de kansel met jou zat te praten.
Het leidde er niet toe dat Rubens het christelijk geloof omhelsde. „Ik heb respect voor elk geloof, maar mensen moeten het mij niet opdringen. En je moet merken dat ze het echt menen. Dat voelde je bij dominee Fraanje direct. Voor die man had ik diep respect. Uit erkentelijkheid voor alle hulp die hij ontving, doet de Arnhemmer de voedseltocht elk jaar nog een keer over. „Dan ga ik naar hotel De Witte Holevoet in Scherpenzeel, waar ik altijd soep en brood kreeg, ik loop door Barneveld en ik bezoek een zoon van Van Ee in Kootwijkerbroek. Een enkele keer ga ik naar de Gereformeerde Gemeente van Arnhem, omdat Louis daar naar de kerk gaat. Puur uit dankbaarheid voor wat de Fraanjes voor me hebben betekend.


Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 juni 2006

Terdege | 100 Pagina's

Een bidder in Barneveld

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 juni 2006

Terdege | 100 Pagina's