Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tasmanië, misschien wel de mooiste staat van Australië

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tasmanië, misschien wel de mooiste staat van Australië

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tasmanië, een eilandje net anderhalf maal groter dan Nederland, is misschien wel de mooiste staat van Australië. Er is een enorme variatie aan natuur en er zijn nog grote stukken ongerept oerbos. Op het kleine eiland heeft echter een van s werelds meest destructieve bosbouwpraktijken plaats. De meeste oerbossen eindigen hun honderden jaren oude bestaan als houtsnippers voor de Japanse markt.

Australië is in veel opzichten de wereld op zijn kop. Tijdens onze zomer is het daar winter. Kerst valt dus midden in de hete zomer. De zon draait er net even anders dan bij ons: van oost naar west door het noorden, niet door het zuiden. Tasmanië, of Tassie, zoals de locals hun eiland liefkozend noemen, is de kleinste staat van Australië. Dit mini-eilandje ligt net ten zuiden van het Australische continent. Met een bevolking van nog geen half miljoen op een oppervlak van zon anderhalf maal Nederland, is het hier nog prettig leeg.
Dankzij het gematigde klimaat is het een populaire vakantiebestemming voor de Australiërs van het vasteland die de verstikkende zomer willen ontvluchten. De zomer en het vroege najaar zijn de beste reisperioden, met goed weer en aangename temperaturen. Wat vooral opvalt, is het bijzondere dieren- en plantenleven. Veelal waan je je op een andere planeet, omringd door bizarre levende wezens. Wereldberoemd zijn de talloze buideldieren, zoals kangeroes, possums en natuurlijk de Tasmaanse duivel.

Bittere strijd
De Styx Valley, een gebied zo groot als een derde van de Veluwe, staat symbool voor Tasmaniës bossen en het bosbouwbeleid. Hier woedt een bittere strijd om de Tasmaanse bossen te behouden.
Op nog geen twee uur rijden van de hoofdplaats Hobart, torenen eeuwenoude eucalyptussen, Eucalyptus regnans, nog hoog boven de bezoeker uit. Deze hoogste loofboom ter wereld heeft hier een van zijn laatste bolwerken. In Tasmanië is echter meer dan 90 procent van deze boomsoort door houtkap verloren gegaan.
Vic Bayley werkt voor Tasmaniës Wilderness Society, die met talloze andere natuurorganisaties ijvert voor bescherming van de vallei, die een symbool is geworden voor de bescherming van de laatste oerbossen. Bayley is zwaar gefrustreerd over het Tasmaanse bosbouwbeleid. „Elders in de wereld zouden deze woudreuzen als nationale schatten beschermd worden, maar in Australië hakken we ze om en maken we er houtspaanders van, zegt hij verontwaardigd. Elk jaar kapt Tasmaniës grootste houtmaatschappij, Gunns, zon 300 tot 600 hectare van het nu nog 20.000 hectare grote gebied. Ze versnippert de woudreuzen tot houtspaanders, alvorens ze naar Japan te verschepen. Een uiterst lucratieve bedrijfstak. Krap vijftien procent van de Styx Valley is beschermd; de rest staat op de lijst om gekapt te worden.
Volgens Gunns is alle commotie om de Styx Valley zwaar overtrokken. Volgens het bedrijf is deze vallei niet eens een oorspronkelijk oerwoud, omdat men hier al generaties lang kapt. Dat gebeurde echter op een heel andere schaal dan tegenwoordig en het bos heeft volgens de Wilderness Society alle kenmerken van een echt oerbos. Daarom is het moeilijk te verkopen dat het kappen in de Styx Valley een verantwoorde activiteit is. „Deze oude bomen zijn niet eens geschikt om er meubels van te maken, zegt Vic Bayley. „Veelal is de houtkwaliteit extreem slecht: de stammen zijn hol en half rot. Daarom zijn houtspaanders de enige bestemming voor deze eeuwenoude bossen. Maar juist halfrotte bomen zijn voor het ecosysteem extra belangrijk. De holle stammen bieden nestplaatsen aan talloze vogels en buideldieren.

Indrukwekkende variatie
De zeventien nationale parken bieden gelukkig wel bescherming aan de bossen en hun bewoners en hier kan de natuurliefhebber zijn hart ophalen. De parken bieden een indrukwekkende variatie aan landschappen, planten en dieren. De oostkustparken zijn droog en zonnig, met spierwitte stranden, een diepblauwe zee en ruige kliffen, soms van spectaculair gekleurd zandsteen. Hier en daar groeien de oerbossen tot aan het strand.
Het zuidwesten is een stuk vochtiger en voor een groot deel bedekt met ongerepte en ondoordringbare bossen. Het regent er meer dan 250 dagen per jaar, met als resultaat twee tot drie meter neerslag. De term regenwoud krijgt hier een nieuwe dimensie, maar toch is dit Tasmaniës meest spectaculaire deel. Het gebied is door de Verenigde Naties dan ook uitgeroepen tot World Heritage Area, wat bescherming voor de lange termijn garandeert. Deze ruige en niet altijd even toegankelijke wildernis bedekt maar liefst een vijfde van het hele eiland. Het is een van de weinige resterende gematigde regenwouden op onze planeet en het thuis van prehistorisch aandoende planten, zoals de honderden jaren oude boomvarens en de prachtige, yucca-achtige pandanis.

Uitgeroeid
De fauna van Tasmanië is voor de natuurliefhebber een ander spectaculair hoogtepunt. Diverse zoogdieren, zoals het unieke vogelbekdier en de mierenegel, leggen eieren. Ook de buideldieren zijn een klasse apart. Bij deze zoogdieren wordt het jong in een heel vroeg stadium geboren; de buidel fungeert als een soort tweede baarmoeder. Het grootste buidelroofdier, de Tasmaanse tijger, is officieel uitgestorven. Dit dier had meer weg van een wolf dan van een tijger en was dol op schapen. Reden genoeg om de soort uit te roeien. In de eerste helft van de twintigste eeuw stierf de laatste tijger in een dierentuin. Toch blijven hardnekkige geruchten rondgaan dat in de donkere bossen van het zuidwesten nog tijgers voorkomen.

Tasmaanse duivel
Een ander buidelroofdier, hét visitekaartje van het eiland, is de Tasmaanse duivel. Dit eigenaardige dier lijkt nog het meest op een klein humeurig hondje, maar dan met de kaken van een pittbull. Zonder problemen vermaalt deze aaseter vlees, huid, haar en zelfs bot. Een soort wandelende gehaktmachine.
Andere veelvoorkomende buideldieren zijn de possums en de compacte wombat. Dit verre neefje van de koala leeft niet in bomen, maar in ondergrondse holen. Ook Australiës nationale symbool, de kangoeroe, is een buideldier. Op Tasmanië komen maar liefst drie soorten voor.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 juli 2006

Terdege | 92 Pagina's

Tasmanië, misschien wel de mooiste staat van Australië

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 juli 2006

Terdege | 92 Pagina's