Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tot een schaduw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tot een schaduw

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Hij breidde een wolk uit tot een deksel` Psalm 105 vers 39

Toen God Zijn volk uit Egypte verloste, was er de wolk- en vuurkolom die voorop ging. Die wolk- en vuurkolom wees Israël allereerst de weg. Hij was gegeven „tot een licht des daags en tot een vuur des nachts. Op zijn tocht door de woestijn moest Israël de wolkkolom dus zeer nauwkeurig in het oog houden. Bleef hij boven een bepaalde plaats staan, dan moest Israël daar blijven. Verhief de wolk zich en trok hij verder, dan moest Israël opbreken en achter de wolkkolom aan op weg gaan naar een nieuwe locatie. Zo ging God Zijn volk voor en leidde Hij het door de woestijn naar het beloofde land.
Wat is de nieuwtestamentische wolk- en vuurkolom? Dat is allereerst het Woord! De apostel schrijft: „Wij hebben het profetische Woord dat zeer vast is en gij doet wel dat gij daarop acht hebt als op een licht schijnende in een duistere plaats. (2 Petrus 1:19) Maar dat is ook Christus. Hij getuigt van Zichzelf: „Ik ben het Licht der wereld! Die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen maar zal het licht des levens hebben. (Joh. 8:12)
Zoals Israël moest letten op de gang van de wolkkolom, zo dienen wij te komen achter Hem. Volgen. Dat zit ons niet in het bloed. Van nature zijn we eigenzinnig, dwaas en wederstrevig. Gods Geest maakt eigenzinnige en dwarse mensen echter tot gewillige volgelingen. Dat gaat niet zonder de kruisiging van het eigen ik en de eigen wil. En toch: er is geen gezegender weg en leven.
Want waar de wolkkolom is, daar is allereerst licht! Gods licht. Het licht van Zijn Woord. Het licht van Christus. Het licht van Zijn Geest. In de tekst van deze meditatie wordt echter nog op iets anders gewezen, namelijk dat de wolkkolom er voor Israël ook was ter bescherming! Want al wees God de weg, het volk moest wel veertig jaar door de woestijn trekken. En dat onder de brandende oosterse zon. Een tocht die naar de mens gesproken bijna niet te volbrengen was. Wat een hitte. Wat een stof. Wij zuchten al als we één dag tropische temperaturen hebben. Maar nu Israël! Dag in, dag uit moest het leven onder die brandende zon.
Maar wat deed de HEERE? De dichter van Psalm 105 zegt: „Hij breidde een wolk uit tot een deksel. Met andere woorden: de wolkkolom breidde zich als een beschermende paraplu over Israël uit. Ving de stralen van de zon op en deed Israël in de hitte van de woestijn toch in de schaduw wandelen! Schittert daarin niet Gods tere zorg voor Israël in de woestijn, maar ook voor Zijn Kerk nu?

We kunnen eruit leren: Hij is de Zijnen in Christus niet alleen ten licht maar ook tot bescherming en verkwikking. Zeker, de weg die Hij met hen gaat, is niet altijd eenvoudig. Ook nu leidt Zijn pad soms door de woestijn. Er is moeite, zorg en verdriet. Er is de strijd tegen de zonde van binnen en naar buiten. Er is de hitte van allerlei beproeving, aanvechting en bestrijding. Soms de brandende zon van verdrukking, vervolging, lijden. En toch: Hij begeeft de Zijnen niet. Nee, Hij schuift Zijn wolk tussen hen en die brandende zon. Anders gezegd: Hij beschut, beschermt en bewaart hen. Zodat ze wel door de woestijn moeten maar toch de zon niet voelen branden. Psalm 121 zegt: „Zijn wacht waarop men hopen mag/ zal daar zij u bedekt/ en u ter schaduw strekt/ de zon des daags, de maan bij nacht/ in koud en gloed vermindren/ opdat zij u niet hindren.
Maar dan is het voor Gods pelgrims wel zaak om onder de wolk te blijven. Te blijven in Zijn spoor. Wie dat niet doet, kan duizendmaal Gods kind zijn maar is toch zijn licht en bescherming kwijt en wordt een amechtige pelgrim in de woestijn. En dat door eigen schuld. Is dit niet de oorzaak van heel veel lauwheid, dorheid en ingezonkenheid? Maar onder de wolk is het goed. Daar is licht. Daar is veiligheid. Daar is verkwikkende schaduw. En... daar valt ook het manna! Kortom, daar is alles wat een pelgrim nodig heeft op zijn reis door de woestijn en op zijn tocht richting Kanaän.

Bent u daar ook naar op weg? Is Gods Woord ook voor u een lamp voor uw voet, en mogen ook uw voetstappen staan achter Hem Die het Licht is? Dan zal het u onderweg aan niets ontbreken en zult u eenmaal behouden in Kanaän aankomen. Arme, arme pelgrim daarentegen die niet wandelt onder de wolk...

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 augustus 2006

Terdege | 76 Pagina's

Tot een schaduw

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 augustus 2006

Terdege | 76 Pagina's