Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vergeving als gebod en genade

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vergeving als gebod en genade

Dr. Jan van der Wal: „Als we het over vergeving hebben, moeten we de realiteitszin niet uit het oog verliezen''

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat vergeven een bijbelse opdracht is, weet elke christen. Die wetenschap praktiseren is minder eenvoudig, zeker na zwaar leed of ernstig letsel dat door anderen is aangebracht. „Aan de andere kant mogen we nooit vergeten dat God machtig is dingen te werken die wij van onszelf niet kunnen voortbrengen.

Wat een ingrijpend trauma met mensen doet, weet dr. Jan van der Wal van nabij. Als wetenschappelijk medewerker van de Rijks-Universiteit Leiden deed hij onderzoek naar de gevoelens bij nabestaanden van mensen die door suïcide of door moord om het leven kwamen. „Behalve met nabestaanden heb ik ook met mensen in het criminele circuit en hun slachtoffers gesproken. Dan merk je hoe massief en langdurig de effecten van aangedaan leed en onrecht kunnen zijn.
Toch zag Van der Wal, oud-voorzitter van de raad van bestuur van Eleos, maar weinig slachtoffers in de professionele hulpverlening belanden. „Mensen met een sterke persoonlijkheid kunnen het ook na een ernstig trauma zonder professionele hulp af. Belangrijke factoren daarbij zijn een steunend sociaal netwerk en niet te vergeten een goede lichamelijke conditie. Het verwerken van een trauma vraagt enorm veel energie.
Grofweg kun je zeggen dat zon twintig procent van de mensen met een serieus trauma in de hulpverlening terechtkomt. De impact van het trauma wordt mede bepaald door de vraag of een ander het heeft aangedaan, of sprake was van opzet en of de dader schuld heeft erkend. Dat laatste wordt ontmoedigd door ons rechtssysteem. Advocaten raden het erkennen van schuld per definitie af, omdat je daarmee als dader ook aansprakelijk kunt worden gesteld voor toegebrachte materiële schade. Ik heb nogal wat nabestaanden gesproken van mensen die in het verkeer om het leven zijn gekomen. Meer dan eens ervoeren die de hele rechtsgang als nog traumatiserender dan het ongeval zelf. Zaken worden gebagatelliseerd of ontkend. Advocaten presteren het zelfs om het slachtoffer tot schuldige te maken. Dat grijpt ontzettend diep in bij mensen.''

Rechtvaardigheidsgevoel
Het komt volgens Van der Wal, voorzitter van de raad van toezicht van Gevangenenzorg Nederland, maar weinig voor dat daders van ernstige delicten hun schuld erkennen. „Schuldbesef is voor een mens niet makkelijk te dragen. Daar komt bij dat deze mensen niet zelden pathologische trekken vertonen: een ernstig gestoorde gewetensfunctie, gebrek aan invoelingsvermogen.
Een dochter van me, die bij de forensisch psychiatrische dienst werkt, doet heel veel onderzoek bij daders. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, dus wij praten daar regelmatig over. Ook van haar hoor ik dat er vaak zo veel mentaal defect bij deze mensen zit, dat ze niet in staat zijn om zich te realiseren wat ze hebben aangericht bij anderen. Vaak komen ze uit gezinnen waar dat gedrag al een langdurig patroon is. Ernstige delicten gebeuren niet van maandag op dinsdag, maar hebben meestal een lange voorgeschiedenis.
Voor de verwerking van het trauma door de slachtoffers is het van groot belang dat de dader zich in ieder geval voor de rechter moet verantwoorden, weet Van der Wal. „Dat is op zichzelf al een erkenning van de ernst van het feit. Vervolgens is de uitkomst van het proces van belang. Als de strafmaat in de optiek van slachtoffers niet in overeenstemming is met de ernst van het delict, wordt ook hun rechtvaardigheidsgevoel aangetast. Dat geeft een zogenaamde secundaire victimisatie. Ze voelen zich voor de tweede keer beschadigd.''

In hoeverre beleven christenen dat anders, door de wetenschap dat er een hogere Rechter is, die niet valt te misleiden en eens volmaakt recht zal doen?
„Dat is een moeilijke vraag. In hoeverre is dat wat de Bijbel hierover zegt echt geïntegreerd in hun leven? Hoe volwassen is hun geloof? Hoe volwassen zijn ze in psychologische zin? Naarmate het aangedane onrecht ernstiger is, en de gevolgen ingrijpender zijn, vraagt het heel veel van je persoonlijkheid om het los te laten. Laat staan de dader te vergeven.
Vanuit christelijk perspectief is vergeving gebod en genade. Die twee moet je goed bij elkaar houden. Vergeven is de volle werkelijkheid van het kwaad erkennen, de ander dat niet toerekenen en hem of haar er niet meer op aankijken. Dat is nogal wat. Als we het over vergeving hebben, moeten we de realiteitszin niet uit het oog verliezen. Aan de andere kant mogen we nooit vergeten dat God machtig is dingen te werken die wij van onszelf niet kunnen voortbrengen. Daar heb ik ook de bewijzen van gezien, in gesprekken met mensen die met een zekere rust en vrede, ondanks alle pijn en verdriet die er ook was, hun zaak in de handen van de Heere konden geven en daar troost en kracht uit putten.
Als het Woord van God echt een spiegel voor je is, dan verbreekt het je. Omdat je dan ziet wie de Heere wil zijn en wie je zelf bent. Als je vanuit die houding in het leven staat, reageer je anders op de dingen. Hoe vaak dat voorkomt, weet ik niet. Dat laat zich ook niet onderzoeken. Je kunt mensen selecteren op geslacht en op leeftijd, maar niet op levend geloof. En dat is maar goed ook.''

Bereidheid tot vergeving is voor christenen een toetssteen voor de kwaliteit van hun geloof?
„Dat is een bijbelse gedachte. Heel veel mensen, ook mensen die naar de kerk gaan, staan in het leven met illusies. De illusie van onkwetsbaarheid, de illusie dat ze toch eigenlijk wel een goed mens zijn. Als je dan wat overkomt, is de eerste reflex: Waar heb ik dit aan verdiend? Het is oneerlijk. Waarom overkomt dit mij? Ik zeg dat niet veroordelend, maar constaterend.''

Is erkenning van de schuld door de dader een voorwaarde voor vergeving?
„Van daadwerkelijke vergeving kan alleen sprake zijn als de dader zijn verantwoordelijkheid neemt. Door schuld te erkennen, om vergeving te vragen en daadwerkelijk te tonen dat hij verandert. Als we te gemakkelijk met vergeving omgaan, maken we die goedkoop. Het kwaad en de slachtoffers daarvan worden niet meer serieus genomen.
Er hoort vergevingsgezindheid te zijn en gebed voor de dader, maar zolang die zijn schuld niet erkent, is dat het maximale. Als die vergevingsgezinde houding er is, staat er niets meer in de weg wanneer de dader werkelijk berouw toont. Dan is al het voorwerk gedaan, en dat is nogal wat. Het komen tot echte vergevingsgezindheid en zo mogelijk vergeving is een verwarrend proces, dat tijd vraagt. Afstand, bezinning en nieuwe levenservaring kunnen helpen om gebeurtenissen in een ander perspectief te plaatsen.
Je mag het bijbelse gebod van vergevingsgezindheid en vergeving elkaar voorhouden, maar het zijn geen vruchten die wij vanuit onszelf voortbrengen. Het is een vrucht van de Heilige Geest. De christen-psychiater Tournier heeft eens geschreven: Proberen te vergeven is hetzelfde als proberen je aan je eigen haren omhoog te trekken; het is totaal vruchteloos. Omdat het buiten Gods genade omgaat. Op zijn best bereikt iemand dat hij doet alsof hij heeft vergeven en dat voegt slechts geveinsdheid bij vijandigheid. Dat is een uitspraak om over na te denken.''

Hoe belangrijk is vergevingsgezindheid voor de verwerking van een aangedaan trauma?
„Heel belangrijk. Je wordt daarmee bevrijd van de innerlijke last van bitterheid, boosheid en allerlei andere gevoelens en gedachten die je kunnen blijven binden aan de dader en aan de negatieve ervaring. Tegelijk moeten we ervoor waken dat we niet geforceerd tot een vergevingsgezinde houding komen. Je moet de tijd nemen om te toetsen of die standhoudt, ook als de herinnering op bepaalde momenten weer in alle hevigheid bovenkomt.
Naarmate traumatiserende zaken langer duurden en eerder in het leven plaatsvonden, zoals bij incestslachtoffers, is het heel moeilijk om te bepalen wat die met je gedaan hebben. Neem incest. Dat is zon schending van de grenzen van je persoonlijkheid, dat je heel sterk moet zijn om de realiteit daarvan onder ogen te zien en tegelijk je eigenwaarde op peil te houden. Je kunt je als een stuk vuilnis gaan beschouwen. Als dat het geval is, en veel van deze mensen voelen zich zo, heb je niet de psychologische conditie om tot een objectieve beoordeling te komen. Je ziet nogal eens dat mensen te snel excuses van de dader accepteren. Om van de spanning af te zijn of omdat ze bang zijn voor de dader.''

Hoe waardeert u het dat ook in de seculiere hulpverlening weer oog is voor de betekenis van vergeving?
„Het laat iets zien van de invloed van Gods algemene genade. Het zwakke punt blijft dat schuld niet wordt gezien als gevolg van de zonde en vergeving niet als vrucht van genade. Er wordt puur vanuit het intermenselijke geredeneerd. Slachtoffers die aangedaan leed niet goed kunnen verwerken, hebben de neiging om ongenuanceerd in het leven te staan. Door een vergevingsgezinde houding zie je onder ogen dat het leven altijd tekorten zal houden en dat mensen niet alleen goed of slecht zijn. Dat is een wezenlijk andere benadering dan die van de Bijbel, maar op zichzelf kun je dankbaar zijn voor elke blijk van vergeving.''

Is het wenselijk dat de strakke scheiding van dader en slachtoffer in ons rechtssysteem wordt losgelaten, zodat de dader in het contact met slachtoffers beter ziet wat hij heeft aangericht?
„Dan zou je naar een totaal ander rechtssysteem moeten, zoals je dat vindt in clans ver buiten onze grenzen, waar conflicten binnen de gemeenschap worden opgelost en vereffend. Dat is oneigen aan onze moderne samenleving. Kenmerkend voor die culturen is dat niemand kan ontkomen aan de sociale context. Dader en slachtoffer met hun families blijven elkaar tegenkomen. Bij ernstige delicten kan zelfs het voortbestaan van de gemeenschap op het spel staan. Dat geeft een systeem waarbij nauwlettend in de gaten wordt gehouden dat de proporties worden gehandhaafd. Voor de betrokkenen en de gemeenschap. Aan de ene kant moet er genoegdoening zijn. Worden de normen niet gehandhaafd, dan treedt verloedering binnen de gemeenschap op. Aan de andere kant heeft de gemeenschap er belang bij dat de strafmaat niet te hoog is. Dan krijg je het effect van wraak, met alle ontwrichtende gevolgen van dien.
Onze gemeenschap is een totaal andere, veel meer geïndividualiseerd en geseculariseerd. Het lijkt mij utopisch om het rechtssysteem van een Afrikaanse stam over te planten naar onze samenleving. Wel kun je er mogelijk bepaalde elementen uit overnemen.''

Hoe belangrijk is het voor het herstel van verhoudingen dat in de straf voor de dader directe genoegdoening aan het slachtoffer is opgenomen?
„Als inzet steun ik dat ten volle, om er meteen aan toe te voegen dat het heel moeilijk te realiseren is, afgezien van civiele procedures. De dader zal op een authentieke manier verantwoordelijkheid moeten nemen voor dat wat hij heeft gedaan. Dat kun je niet afdwingen.''

Wel kun je iemand die onder invloed van alcohol een ernstig ongeluk heeft veroorzaakt als onderdeel van de straf enige tijd in een verpleeghuis laten werken.
„Dat vind ik prima, maar daarmee creëer je nog geen berouw.''

Welke taak ziet u op dit terrein voor de christelijke gemeente?
„Een eerste taak ligt in de eigen kring. Is daar sprake van conflicten en ervaren onrecht, dan mag je mensen daarop aanspreken en hen uitnodigen met elkaar in gesprek te gaan. Mijn ervaring is overigens dat het heel moeilijk is om mensen zo ver te krijgen dat ze bereid zijn elkaar zonder allerlei voorwaarden onder ogen te komen. Dat zeg ik niet om onze verantwoordelijkheid te ontlopen. Die blijft bestaan. Ik heb ook bijzondere voorbeelden gezien van mensen bij wie een ontstane verbittering werd weggenomen, maar we moeten van onze inspanningen op dit gebied niet te hoge verwachtingen hebben. Laten we voor ogen houden dat vergevingsgezindheid een gebod is en tegelijk blijven beleven dat het genade is. Anders komen we in twaalf-stappenprogrammas terecht, en daar geloof ik niet in.''

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 februari 2007

Terdege | 108 Pagina's

Vergeving als gebod en genade

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 februari 2007

Terdege | 108 Pagina's