Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Praten met familie is moeilijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Praten met familie is moeilijk

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er zijn families waarvan de leden goede gesprekken met elkaar voeren. Ze delen vreugden, zorgen, geloof. Ze kunnen goed met elkaar overweg én ze spreken met elkaar van hart tot hart. Bij de meeste families gaat het anders. De mensen kunnen best goed met elkaar opschieten, maar echt praten met elkaar doen ze niet. In elke familie is er wel één tante of oma die probeert serieuze gesprekken of discussies op gang te brengen. Vaak vinden anderen dat dan maar irritant. Sommige mensen voelen zich schuldig dat ze weinig goede gesprekken hebben met gezins- of familieleden. Dat doen zeker degenen die beroepsmatig of ambtshalve wel met ándere mensen praten. Een hulpverlener die dagelijks praat met mensen over hun problemen, kan moeite hebben om met zijn eigen kinderen echt contact te hebben. Daar heeft hij soms last van (of niet, trouwens...). Er zijn ambtsdragers die thuis nooit over God praten. Ze lezen uit de Bijbel, bidden hardop, maar praten er niet over. Op verjaardagen zeggen ze net zo weinig zinnige dingen als de anderen. Ze vinden soms van zichzelf dat ze in gebreke blijven.

Is het vreemd dat familieleden elkaar regelmatig bellen of op andere manieren spreken, maar slechts weinig diepgaande gesprekken hebben? Nee, ik begrijp het wel. Familieleden kennen elkaar zo goed, dat ze allang weten wat ze aan elkaar hebben. Ze weten ook al van te voren hoe anderen reageren. De noodzaak en aandrang om zinnige dingen te bespreken, is dus niet zo groot. Omdat je elkaar al zo goed kent, zijn er bovendien veel koetjes en kalfjes waarmee je de tijd kunt vullen. Met mensen die je maar half kent, heb je veel sneller een serieus gesprek, juist omdat je zo weinig met elkaar deelt. Een jongere met problemen gaat niet gezellig zitten babbelen met een hulpverlener. Hij praat over serieuze zaken. Dat babbelen doet hij thuis. Een jongen en een meisje die verkering hebben, kunnen uren met elkaar praten. Ouders worden er soms kribbig van.
Ze vergeten dat zij het ook deden toen ze verkering hadden en dat de gespreksstof langzaam is opgedroogd in het huwelijk, omdat ze elkaar beter leerden kennen.

Wij praten het minst ‘echt’ met mensen met wie we veel te maken hebben. Dat is ook een stukje zelfbescherming. Soms heeft dat met schaamte te maken. Je wordt kwetsbaar als je je narigheid aan familie vertelt. Je diepste gevoelens vertel je niet zo snel aan familieleden, vooral niet als ze pijnlijk zijn.
Ze vergeten je verhaal nooit weer.
Een hulpverlener die je gedachten aanhoort, verdwijnt weer uit je leven, familie niet. Daarom vertellen kinderen niet vaak hun problemen aan hun ouders. Het is ook bescherming van de ander. Bij ‘vreemden’ vraag je eerder door naar wat er in hun hart leeft, bijvoorbeeld op huisbezoek. Bij familieleden doe je dat niet zo snel om hen niet kwetsbaar te maken en om zelf niet opdringerig over te komen. Problemen oplossen bij familieleden is mede daarom moeilijk.

Met vrienden en vriendinnen praat je vaak beter. Dat heeft ermee te maken dat je hen kent, maar toch ook niet het leven met hen deelt, zoals met familie. Het komt ook omdat je vrienden hebt uitgekozen, terwijl je, op je man of vrouw na, alle familieleden gekregen hebt. Ze liggen je niet allemaal even goed.

Het is een eenzijdig verhaal geworden. Ik had ook kunnen schrijven over de noodzaak om juist met familie- en gezinsleden goed te communiceren. Alleen al om ellende te voorkomen, is dat nodig.
Goede gesprekken hebben ook met liefhebben te maken. Nu wilde ik slechts aangeven dat het ook wel begrijpelijk is dat je met familie niet altijd makkelijk praat. Laten we er niet te moeilijk over doen. Als u maar, wanneer het nodig is, een goede gesprekspartner vindt, in de gemeente, bij vrienden. Uw familieleden zoeken meestal hun eigen gesprekspartners ook wel op. Met hen hebt u toch wel genoeg stof om over te praten, al is het meestal niet zo diepgaand.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 april 2007

Terdege | 84 Pagina's

Praten met familie is moeilijk

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 april 2007

Terdege | 84 Pagina's