Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pionieren met chrysanten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pionieren met chrysanten

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Samen met twee zoons begon hij begin dit jaar de eerste chrysantenkwekerij in Ethiopië. Zijn Hollandse collegas zijn sceptisch, maar Aart Groeneveld (59) lijkt het tegendeel te bewijzen. Eind april sneed hij de eerste bloemen. „In Nederland kon ik niet uitbreiden en ik had nog geen zin om met mijn vrouw te gaan fietsen.''

Loodrecht staat de zon boven de hoofden van de Ethiopische bouwvakkers.  Ze balanceren op voor Nederlandse begrippen buitengewoon gebrekkige steigertjes en wankelen op de net opgetrokken muren. Bouwmaterialen worden per kar, getrokken door een ezel, aangevoerd. Er komt geen enkele machine aan te pas.
De loods en de kassen vormen nummer 14 in een strakke rij van kwekerijen. Voor Afrikaanse begrippen een ongelooflijk aangeharkt project met steeds dezelfde
loodsen en daarachter 9 hectare kassen, ieder 900 meter diep.
De witgroene kassen worden razendsnel uit de grond gestampt. Iedere zeven weken verrijst er een complete kwekerij. In het naburige stadje Ziway - zon 160 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Addis Abeba - wordt al gesproken van het witte monster. Eind dit jaar is het voorlopige einde bereikt en wordt nummer twintig opgeleverd.
De bouwplaats ligt pal naast de kassen van Groeneveld, die zich tijdens de bouw van zijn bedrijf verwonderde over de capriolen van de bouwvakkers. Toch heeft het ontbreken van allerlei voorschriften ook zijn voordelen. „Op 18 december ging de bouw van start. Begin maart was alles klaar en eind april snijden we de eerste chrysanten.''
De inwoner van het in de Bommelerwaard gelegen dorpje Wellseind toont de 1500 vierkante meter grote schuur. Die is nog vrijwel leeg. Groeneveld heeft de ruimte voorlopig niet echt nodig. Maar de omvang paste architectonisch in het project en bovendien bestaan er plannen om in een later stadium aan grote tafels boeketten te gaan vervaardigen. In de ene hoek van de loods staat een koelcel van 160 vierkante meter, in de andere heeft de tuinder zijn kantoor. Op een bureau en enkele tafels staan dozen met een pc, monitor, printer en fax.
„Gekocht in Addis Abeba. Ik heb jammer genoeg nog geen e-mail. Binnenkort wordt alles geïnstalleerd. Met behulp van inbellen is het vanaf dat moment mogelijk om - meestal - contact te maken met de buitenwereld.

Goed geboerd
In september vorig jaar hakte de inwoner van het Gelderse plaatsje de knoop door. „In Wellseind heb ik 1,6 hectare chrysanten. Dat is voor de toekomst te weinig. Maar je moet wel aan je opvolgers denken. In mijn omgeving, in de Bommelerwaard, hebben veel van deze bedrijven een omvang van 3 tot 4 hectare. Het was echter niet mogelijk om uit te breiden. Ik heb dat verschillende malen geprobeerd.''
Groeneveld had al jarenlang contacten met Gerrit Barnhoorn, de eigenaar van Sher Ethiopië, die de gronden onder de tuinderijen in Ziway huurt van de regering van het Afrikaanse land. „Hij was vroeger leverancier van chrysantenstekken. Uit die tijd ken ik hem. Ik ben verschillende malen op zijn grote rozenkwekerij in Kenia geweest.
Toen Barnhoorn aan Groeneveld de mogelijkheid van een eigen chrysantenkwekerij in Ethiopië voorstelde, ging het balletje rollen. „Mijn zoon Johan (31) werkt al jaren in de tuinderij, hij had er wel oren naar. Ook zoon Leendert (21) deed mee. „Die was tot voor kort werkzaam in de wegenbouw, maar heeft aardig wat buitenlandervaring. Vier jaar lang werkte hij ieder jaar drie weken in het buitenland als vrijwilliger voor verschillende instanties. Hij vond het geweldig.''
Toen viel het besluit om chrysanten in Afrika te gaan kweken. „Mijn vrouw en ik hebben 34 jaar gewerkt aan ons bedrijf en we hebben er alles in gestopt. We kunnen nu wel samen gaan fietsen, maar dat is niks voor ons. En het is niet mijn aard om in de keuken te gaan zitten. Wij staan er samen achter. Dat is ons hele leven al zo, anders mislukt je bedrijf compleet.
Dit is ontzettend leuk. Maar dat is natuurlijk niet het enige, je ziet er iets in. En mocht het dan toch mislukken, dan is er in feite niets aan de hand. Dan zijn we echt niet over de kop. En als het wel goed gaat, hebben we hier, aan de overkant van de weg, een optie op nog eens 15 hectare.''
Begin dit jaar startte de bouw van de kassen, de loods, de koelcel en het kantoor. Aansluitend gingen de stekken, ingevlogen vanuit Tanzania, de grond in. Iedere week zijn er de afgelopen tijd tussen de 250.000 en 300.000 stekken gepoot. „Dat betekent dat er, nadat de eerste knoppen zijn gevormd, iedere week evenzoveel bloemen geoogst kunnen worden. Het hele jaar door. In verschillende kleursoorten. Geel, wit, roze, oranje en twee soorten groen. De eerste ronde is het moeilijkst, dat is precies hetzelfde als in Nederland.''

Geen verwarming
Het is ruim dertig graden Celsius, maar niet drukkend warm. Ziway ligt op ongeveer 1600 meter hoogte, waardoor het klimaat aangenaam mag worden genoemd. Op een afstand van 1200 meter ligt een water ter grootte van het IJsselmeer. De kassen zijn door middel van pijpleidingen met dit meer verbonden, zodat de planten kunnen worden beregend.
De temperatuur is een van de stuwende factoren achter de bloementeelt in deze omgeving. „Verduisteren is niet nodig. En verwarming evenmin. Om half zeven wordt het licht, om half zeven s avonds weer donker. De lichtintensiteit is enorm, er is heel veel zon.''
Aan het begin van de kas ligt het tijdelijke onderkomen van de stekken. Er loopt een klein en bijzonder tenger Afrikaans meisje. Aart Groeneveld stelt haar direct voor. „Dat is Hagere, de supervisor van de kwekerij. Supervisors zijn wat beter opgeleide mensen. Voorwaarde is wel dat ze niet alleen verantwoordelijkheidsgevoel tonen, maar ook het Engels enigszins beheersen.
De personeelslasten zijn voor Nederlandse begrippen bijzonder laag. Ze vormen de tweede bepalende factor voor het kweken van de Hollandse bloemen in hartje Afrika. De Nederlandse tuinder heeft tijdens ons gesprek 175 mensen in dienst. Ze werken 44 uur per week. Midden op de dag, van twaalf tot twee, wordt er gepauzeerd. Buiten de poort - het hele project is afgezet en wordt bewaakt om te voorkomen dat de teelten schade oplopen - staan dan ook de hele dag rijen mannen uit Ziway om een plaatsje bij een van de bedrijven te bemachtigen.
„Als we snijden, wordt de ploeg uitgebreid tot ongeveer 200 mensen. Die neem ik in dienst via Sher, het bedrijf dat ook voor de bouwploeg zorgdraagt. Na verloop van tijd worden ze aan de Hollandse tuinder overgedragen. Dat geldt op termijn ook voor de grond, die voor een periode van acht jaar wordt geleased.
Groeneveld draait zelf op voor de kosten van de plastic kassen. „Die zijn vijf meter hoog, net als in Nederland. De stalen constructies zijn afkomstig uit Israël, ze worden opgetrokken onder supervisie van een aantal voormannen uit dat land. De plantenstekken kopen we zelf in en uiteraard ook het gaas en de palen. ''
De altijd goedgemutste tuinder glimlacht. „Er is geen enkele verzekeraar bereid deze kassen voor zijn rekening te nemen. Dus maar niet. Mocht er wat gebeuren, dan is het eigenlijk veel goedkoper om ze opnieuw op te trekken.

Ouderlingschap
Begin dit jaar trok Aart, samen met zijn vrouw Marietje, voor het eerst naar Ziway, ongeveer drie uur rijden van het internationale vliegveld in Addis Abeba. Ze namen hun intrek in een eveneens nieuw gebouwde woning, aan de rand van het kwekerijproject. Verschillende andere kwekers en toezichthoudend personeel hebben in soortgelijke woningen onderdak gevonden. Aarts echtgenote richtte het huisje in voor de mannen die er de komende jaren tijdelijk zullen verblijven.
Hij lacht smakelijk. „Met paard en wagen zijn onze spullen opgehaald. We hebben het huisje ingericht voor dezelfde prijs waarmee we 34 jaar geleden in Nederland onze eerste woning van meubels, gordijnen en andere zaken hebben voorzien.''
Bij zijn woning loopt een werkster. Met handen en voeten instrueert de tuinder haar. Het feit dat hij zelf, in tegenstelling tot zijn zoons, slechts enkele woorden Engels spreekt, maakt hem en ook haar niet uit. Ze beheerst alleen de inlandse taal.
„Ze doet m'n was en kookt voor me. Het eerste gaat prima, iedere ochtend gaan mn vuile kleren in de tobbe. Koken kan ze echter niet, ik probeer ze nu wat meer Nederlandse gerechten op tafel te laten zetten.
Het is de bedoeling dat Aart, Johan en Leendert elkaar de komende tijd aflossen. „Alle drie zijn we veertien dagen in Ziway, waardoor we vervolgens weer een maand in Nederland verblijven. Een langdurig verblijf in Ethiopië was en is voor hem geen optie. De ouderling van de PKN-gemeente in Well wil zijn omgeving niet echt verlaten. „Als alles goed draait, mis ik eens in de vier weken een zondag.''
Om die reden kan en wil hij zijn werk in de kerkelijke gemeente niet neerleggen. „Natuurlijk zal ik wat minder bezoekwerk kunnen verrichten, dat heb ik de anderen gezegd. Ik zit al 25 jaar in de kerkenraad, eerst 15 jaar als diaken en een jaar of 10 als ouderling. Eén jaar ben ik eruit geweest, toen werd ik weer voor vier jaar gekozen. Ik vind het overigens wel jammer dat dit werk altijd door dezelfde mensen moet worden gedaan.''

Zeecontainers
Groeneveld windt er geen doekjes om als het gaat over zijn Nederlandse collegas. „Ze zeggen dat niet recht in mijn gezicht, maar verklaren me een beetje voor gek. Ik snap niet wat hij prakkiseert, dat hoor je hen denken.''
Hij zit er niet echt mee. Bovendien wordt het Ethiopische experiment ondanks alles met grote interesse gevolgd. In proefkassen zijn de eerste chrysanten geteeld en inmiddels al geveild. „Er zijn kwekers die zeggen dat dit niet kan, maar wij willen het tegendeel bewijzen. Sommige collegas zijn toch wel een beetje angstig. Als dit goed verloopt, kan het in de chrysanten wel eens net zo gaan als in de rozenteelt. Die is al voor een groot deel naar Afrikaanse landen verplaatst.''
Net als de overige kwekers in de nabijheid van Groeneveld, die voornamelijk rozen telen (een enkeling richt zich op groenten en peperachtige producten) worden de chrysanten de komende tijd op werkdagen met vrachtwagens van Sher Ethiopië afgevoerd naar de luchthaven van Addis Abeba. Vervolgens gaan ze richting Brussel, Luik of Maastricht en daarna naar de bloemenveiling in Aalsmeer.
„Voor chrysanten ligt dat iets lastiger dan voor rozen in verband met het gewicht. De meeste Ethiopische chrysanten worden buiten de klok om verkocht. „Ze gaan rechtstreeks, voor vaste prijzen, naar supermarkten en grootwinkelbedrijven in West-Europa.''
Het dure luchtvrachtvervoer kan in de toekomst wellicht plaatsmaken voor transport per schip. „Er zijn plannen om ze in zeecontainers, bijvoorbeeld via een van de havens aan de kust van de Rode Zee, naar Nederland te varen. Met behulp van een chemische stof kunnen de bloemen gedurende een maand worden stilgezet. Dat is al beproefd, het zit nog vooral vast op de vraag wie het gaat vervoeren en waarvandaan. Als dat doorgaat, doen wij mee. Als een van de eersten. En in de verdere toekomst is export naar het Verre Oosten niet uitgesloten. Dubai ligt hier om de hoek.''

Gebukte houding
Hij loopt weer de kas in. Zo ver het oog reikt, staan de chrysanten keurig in het gelid. In de eerste van de acht kappen worden de knoppen zichtbaar. Groeneveld heeft gekozen voor zogenaamde pluischrysanten. „De knoppen ontwikkelen zich door de warmte langzamer dan in Nederland. Ze worden heel zwaar. Prachtig.''
„Kijk, zegt hij, en hij buigt een van de stelen. „Deze uitlopers moeten er steeds worden uitgehaald. Dat is een gigantisch werk. Door hier pluizen te kweken, denken we meer te verdienen. Al dat werk geeft meerwaarde. In Nederland kost het pluizen circa 4 eurocent per steel. Bovendien levert het werk op voor de bevolking hier.''
Achter in de kas worden de laatste kappen voorzien van stekken. De allerlaatste is bestemd voor de teelt van gerberas. Ook al nieuw voor het Afrikaanse land.
Een groep jonge vrouwen uit Ziway stopt in voorovergebukte houding de planten in de grond. „Ze werken hier niet op hun knieën. Hoe ze die houding volhouden, is me een raadsel. Persoonlijk vind ik in deze omgeving de vrouwen veel gemotiveerder dan de mannen. Ze zijn echt super als het op werken aankomt. Bij mannen moet je er de goede uitzoeken. Natuurlijk ligt hier de productie lang niet zo hoog als in Nederland. Maar dat maakt in de kosten niets uit. In Wellseind doen we de tuinderij met z'n vieren. Op 1,6 hectare. Hier hebben we voor 9 hectare bijna 200 mensen.''

Iedere dag een avontuur
De verschillende cultuur, het straatarme Ziway en het gebrek aan materialen en kennis leerden de Hollander eens te meer om te improviseren. Dat blijkt ook aan het einde van de middag. Een zware onweersbui zet in een halfuur tijd een van de kassen blank. Het plastic in het dak van een van de kappen blijkt te zijn gescheurd, de waterafvoer is evenmin perfect. In het huisje zijn de gevolgen eveneens zichtbaar, want af en toe valt het licht uit.
Aart blijft monter. „Je leert hier wel leven met een foutje. Morgen is alles weer droog. Dat stuk moet worden hersteld. En dan goed.''
De volgende ochtend blijken zich problemen met een stroomkabel voor te doen, waardoor de beregening niet goed verloopt. Groeneveld is geruime tijd in de weer om een lokale monteur te bewegen snel in te grijpen. De baas van de plaatselijke technicus blijkt zich in Addis Abeba op te houden. Een telefoontje naar hem doet wonderen. Lachend: „Het leven is hier iedere dag weer een avontuur.''

Volgende keer (slot): De Nederlandse ambassadeur in Ethiopië, Alphons Hennekens, ziet weer perspectief voor het land.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 mei 2007

Terdege | 100 Pagina's

Pionieren met chrysanten

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 mei 2007

Terdege | 100 Pagina's