Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zelfmishagen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zelfmishagen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geestelijk leven zonder zelfkennis is ondenkbaar. Hoe zullen we de genade kennen en belijden, wanneer wij niet ook onze zonden kennen en belijden?

Terecht wijst de catechismus er al op dat een bijbels, evenwichtig geloofsleven cirkelt om drie kernwoorden: ellende, verlossing en dankbaarheid. Het toenemen in genade is daarom ook een voortdurend toenemen in deze drie stukken. Rond het Heilig Avondmaal bidden wij of de Heere ons door dit sacrament dit toenemen wil schenken.
Kan het zijn, dat de meeste vragen zich voordoen rond het eerste stuk: het zelfmishagen?
De een meent dat hij nog te weinig besef van zonden heeft (is mijn geloof dan wel echt?). De tweede weet geen onderscheid te maken tussen depressieve gevoelens en bijbels schuldbesef. Een derde heeft de zelfbeproeving tot dit ene stuk beperkt, en komt aan de vragen naar geloof en dankbaarheid in de voorbereiding niet toe. En een vierde is er, die al deze zaken na ontvangen genade geen aandacht meer waard vindt en het gevaar loopt in een geloofsautomatisme aan de Tafel des Heeren te gaan.
Wat zelfmishagen is, wordt het duidelijkst wanneer we het tegendeel ernaast zetten: zelfbehagen. Van nature zijn we trots op wie we zijn en wat we doen. We weten alles van onszelf goed te praten en onszelf aan te prijzen bij God. We menen overal recht op te hebben.
Totdat de Heere onze trots verbreekt en ons leert dat in ons geen (zaligmakend) goed woont. Dat wij tegenover Hem en onze naaste volstrekt in de schuld staan. De Heere komt alles aan ons tekort. We belijden nergens recht op te hebben, op één recht na: verloren te gaan.
Wat worden we dan klein voor de Heere! Hoe langer hoe meer komen we erachter dat we op geen enkele wijze iets kunnen aandragen voor ons behoud. Heere, ik ben een arme, schuldige zondaar. Laten deze klanken toch niet vreemd zijn of worden in ons persoonlijk en kerkelijk leven!
Moet deze zelfkennis een bepaalde maat hebben? Velen worstelen met de vraag of ze hun zonden en verlorenheid wel voldoende kennen. Evenals de Heilige Schrift geeft het formulier geen noodzakelijke maat of graad aan. Verhoudingsgewijs besteedt de Heidelberger erg weinig aandacht aan het stuk der ellende; de boetpsalmen vormen een kleine minderheid in het Psalmboek. Het is de vraag of we het zouden overleven, als we wérkelijk onze totale schuld konden inleven. Zou een volledige zondekennis niet dodelijk zijn?

Het formulier gaat er op een andere wijze mee om. Veel dieper en confronterender. We worden niet voor de spiegel van de wet gezet, maar het kruis wordt een spiegel. Ik moet weten hoe groot mijn zonden en ellenden zijn. Hoe groot dan? Zó groot, dat de Heere ze niet ongestraft kon laten. Liever gaf Hij Zijn eigen Zoon. Zijn bitter lijden en sterven laat zien hoe hoog de Heere onze zonden opneemt. Het kruis verkondigt de radicale vloek over een ieder die tegen de Heere gezondigd heeft. Kunt u daar staande blijven? Kunt u, bij de aanblik van dit bittere lijden en sterven, nog zeggen, geen zonden te hebben? Waarom heeft dat kruis er dan gestaan?

Maar wat rijk dat we niet alleen voor de zelfkennis op Golgotha worden verwacht, maar vooral om Hem te zien Die schuld en vloek op Zich nam. Die voor een volkomen zondaar een (de!) volkomen Middelaar is! Bijbels zondebesef drijft uit naar Hem. U kunt het toch niet uithouden onder de wetenschap dat u voor God verdoemelijk bent?
In het volbrachte offer van Christus kan elke beleden zonde een vergeven zonde worden. En dan hanteert de Heere ook geen maat: Loof Hem Die u, al wat gij hebt misdreven, hoeveel het zij, genadig wil vergeven!
Vandaar dat de Avondmaalsgang nooit vrij is van deze verootmoediging. Hoe rijk het ook is, van de kracht van Christus bloed te mogen weten – altijd weer is er de bittere bijsmaak, dat wij blijkbaar zó zwaar gezondigd hebben dat de dood van Gods Eniggeborene nodig was om ons met de Heere te verzoenen. Maar waar ons hart door dat besef gebroken is, is de Heere in Zijn evangelie genezend nabij!

Ds. A.J. Mensink, Driesum

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 juli 2007

Terdege | 84 Pagina's

Zelfmishagen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 juli 2007

Terdege | 84 Pagina's