Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van baken tot vuurtoren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van baken tot vuurtoren

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eenzaam staat hij in de duinen, uitzicht biedend over het altijd in beweging zijnde water. De wind blaast het opstuivende zand tegen de toren. Er vliegen wat meeuwen voorbij. Een oord van rust en stilte, een getuige van een eerbiedwaardig verleden.

Als de avond valt, doet de toren zijn naam weer eer aan en vormt hij voor de schippers een lichtpunt in de duisternis. Dat gebeurt tegenwoordig geheel automatisch, maar dat is wel eens anders geweest.
De vissers konden de thuishaven vroeger overdag wel weer veilig bereiken, maar als ze na zonsondergang terug naar huis keerden, was dat nog niet zo eenvoudig. Vissersvrouwen stookten daarom vuren op het strand om hun mannen en zonen te helpen in het donker veilig thuis te komen met de buit. De stoere zeemannen konden met behulp van het vuur het woelige zeewater verruilen voor de veilige thuishaven.
Dat was niet altijd het geval. Het spreekwoord zegt: Vuur aan de wal, niet altijd baken, wat zoveel betekent als: Schijn bedriegt. Er waren kapers op de kust: piraten stookten elders vuren om zo de vissers en handelaren te lokken en te overvallen. Een betrouwbaarder lichtpunt was dus wel zo wenselijk.
De eerste herkenningspunten kwamen langs onze kustlijn te staan in de vorm van kapen en boeten. Een kaap was een hoge stellage, die als herkenningspunt diende. Hij had alleen een dagtaak. De vuurboet had ook nachtdienst: op het dak van de (meestal) bakstenen torens werd s nachts een vuur gestookt. Er waren ook vuurboeten waarin een brandende korf omhoog werd getakeld, die daar als lichtpunt s nachts bleef bungelen. De combinatie kwam natuurlijk al snel: het vuurbaken. Overdag herkenningspunt, s nachts lichtpunt.
Jammer genoeg zijn de kapen, vuurboeten en vuurbakens niet bewaard gebleven. Ze zijn ingestort of later vervangen door weer nieuwere exemplaren, de echte vuurtorens! De eerste echte vuurtoren in Nederland is de Brandaris op Terschelling, gebouwd in 1593-1594.

Gedenkplaten
De geschiedenis van de vuurtoren is een aaneenschakeling van veranderingen. Voor de toren zelf, voor de vuurtorenwachter en voor de mensen die verantwoordelijk waren voor de bouw. Vanaf de 17e eeuw werd de bebakening centraal geregeld door de Staten van Holland en West-Friesland. Er werden vuurmeesters aangesteld, die bepaalden waar en wanneer de vuren brandende moesten worden gehouden. Ook inden zij het vuurgeld, de tol die de schippers betalen moesten voor de diensten van de toren. Het bedrag was afhankelijk van de lading.
Nog weer twee eeuwen later nam het Departement van Marine de taken over, met de bedoeling de hele kustlijn van lichten te voorzien. Heel gebruikelijk was dat de vuurtorens gebouwd werden in naam van de koning en de Minister van Marine. Bij veel vuurtorens kun je dat nog zien; de namen staan op de gedenkplaten. Soms staat ook de naam van de ontwerper op de plaat en wordt het loodswezen vermeld. Dit was verantwoordelijk voor de bouw van de torens. Vanaf 1980 ging het over naar Rijkswaterstaat.

Gietijzer
De ontwerpen zijn vanaf het begin degelijk geweest en dat ook gebleven. Doelmatigheid stond voorop. De architectuur was simpel, maar het werden zeker niet alleen maar palen met een lamp erop. De hoogte was belangrijk en waar ook rekening mee moest worden gehouden, was de vuurtorenwachter. Hij moest om de lamp heen kunnen lopen om het glas schoon te maken. Dan moest hij nog een kamer hebben om te zitten en te kijken, een kachel, een bliksemafleider en natuurlijk een trap om dat alles te bereiken.
In de loop des tijds zijn er dikke, dunne, ronde, vierkante, betonnen, bakstenen, gietijzeren, gestreepte en gekleurde torens gebouwd. Met één gemeenschappelijke deler: het lichtpunt bovenop. Die materialen gingen met hun tijd mee. Van houten stellages naar torens van natuursteen, baksteen, beton en in de 19e eeuw gietijzer.
Gietijzer was functioneel, maar te industrieel van uiterlijk. Het gietijzer verbloemde men door een structuur van halfsteensverband in het gietijzer na te bootsen. De naad liet men steeds verspringen, zodat het meer op natuursteen leek. De details mochten hun gietijzeren uitstraling behouden, er kwamen fraai gebogen hekjes en kolommetjes.

Lenzen
Qua lichttechniek promoveerde de vuurtoren van gestookt vuur naar radargestuurde toren! Het begon allemaal met vuur. Toen kwamen er kaarsen en wat later spiegels achter die kaarsen om het lichteffect te vergroten. Met de komst van kolen werd het allemaal wat gemakkelijker. Daarna werd de olielamp uitgevonden. Ook daar werden weer reflectoren achter geplaatst om het licht te versterken. Niet veel later vond men lenzen uit, die de plaats van de reflectoren innamen. Met lenzen kon het licht geconcentreerd worden. Toen kwamen er gaslampen en uiteindelijk werd de verlichting elektrisch, ook weer in combinatie met lenzen.
Het draaimechanisme was gebaseerd op dat van een uurwerk. In de binnenschacht van de vuurtoren hees de wachter een gewicht omhoog, dat langzaam naar beneden zakte. De vuurtoren op Urk heeft dat nog.
Tegenwoordig zijn de vuurtorens uitgerust met radars. Radars en satellieten fungeren als wegwijzers in de duisternis! En wie weet wat hierna nog komt

Informatie
Voor de dorps- en stadsgezichten zijn vuurtorens mooie herkenningspunten.
Sommige doen nu dienst als uitkijktoren, kerktoren, hotel (Harlingen) of museum (Hoek van Holland). Wilt u een vuurtoren bezoeken, steek dan tevoren even uw licht op bij de VVV.

Tip
In het museum van Egmond aan Zee is tot eind oktober een zomertentoonstelling te zien over de vuurtorens van Egmond. Adres: Zuiderstraat 7.
U kunt er van dinsdag t/m zaterdag terecht, van 14.00 tot 16.00 uur. In juli en augustus ook op dinsdag-, woensdag- en donderdagavond, van 19.00 tot 21.00 uur.


Vuurtorens in Nederland
- Breskens: Oudste gietijzeren vuurtoren van ons land. Tijdens de oorlog gehuld in camouflagekleuren. Lichthoogte 28 meter.
- Westhoofd: Bemande officiële kustwachtpost die elk halfuur een weerbericht uitgeeft. Lichthoogte 56 meter.
- Westkapelle Laag: Eerste ronde gietijzeren toren in ons land. Vormt samen met de hoge toren van Westkapelle een lichtenlijn. Als een schipper beide lichten in één lijn houdt, vaart hij zonder problemen naar en door het Oostgat. Lichthoogte 20 meter.
- Westkapelle Hoog: Staat op een kerktoren uit ongeveer 1470. In 1818 werd de toren tot vuurtoren verbouwd en voorzien van parabolische reflectoren. Lichthoogte 49 meter.
- Haamstede: Na Terschelling de tweede toren met een draailicht. Voor de toren zijn vier miljoen stenen gebruikt. Lichthoogte 58 meter.
- Hoek van Holland Hoog: Telt zes verdiepingen en is van gietijzer. Onderkomen van het Nederlands Kustverlichtingsmuseum. Adres: Willem van Houtenstraat 102. U kunt ernaartoe van mei t/m september, op zaterdag, van 13.00 tot 16.00 uur.
- Nieuwe Waterweg Hoog: Staat vlak bij Hoek van Holland Hoog. Lichthoogte 44 meter.
- Scheveningen: Gietijzeren vuurtoren uit 1875. Lichthoogte 49 meter.
- Noordwijk: Al in 1444 werd er bij Noordwijk een vuur gestookt voor de lokale visserij. Lichthoogte 33 meter.
- Egmond: Sinds 1838 J.C.J van Speijkmonument, ter nagedachtenis aan de luitenant-ter-zee die liever de lucht in vloog dan zijn schip over te geven aan de vijand, de Belgen.
- Katwijk: In 1901 gerestaureerd. In 1913 verhuisde het grootste deel van de vissersvloot naar IJmuiden en Scheveningen, waarna het licht werd gedoofd.
- IJmuiden Hoog: Oorspronkelijk gebouwd in het duin. Staat nu op een terp. Lichthoogte 53 meter.
- IJmuiden Laag: In 1909 werd het bovenstuk overgeplaatst naar Vlieland. De toren werd hierdoor aanzienlijk lager. Lichthoogte 31 meter.
- Den Helder: Was met een lichthoogte van 57 meter bijna honderd jaar de hoogste van Nederland. (Sinds 1974 is de nieuwe vuurtoren op de Maasvlakte de hoogste.) Hij heet Lange Jaap en telt 17 verdiepingen (bereikbaar via 284 treden...).
- Texel: Ligt op de noordoostpunt van het eiland en dateert uit 1864. Lichthoogte 53 meter.
- Julianadorp: Staat ongeveer 8 kilometer ten zuiden van Den Helder. Lichthoogte 31 meter.
- Vlieland: Heeft het bovenstuk van de vuurtoren van IJmuiden Laag. De vuurtoren zelf heeft een hoogte van nog geen 17 meter, terwijl de lichthoogte (door het hoge duin waarop hij staat) 54 meter is. Op de vuurtoren kun je uitkijken over Vlieland.
- Schiermonnikoog: Dateert uit 1854 en is bemand. Lichthoogte 44 meter. De tweede vuurtoren op het eiland is sinds 1910 niet meer in gebruik.
- Harlingen: Dateert uit 1921, is gedoofd en in 1999 ingericht als hotel.
- Urk: Dateert uit 1845. Lichthoogte 27 meter.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 juli 2007

Terdege | 84 Pagina's

Van baken tot vuurtoren

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 juli 2007

Terdege | 84 Pagina's