Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Testament van een stervende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Testament van een stervende

Leen van Valen: „We kunnen van Durham leren dat we de eigen traditie niet maatgevend moeten maken"

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terwijl zijn lichaam wordt gesloopt door de tering, schrijft James Durham zijn laatste boek. Als hij geen kracht meer heeft om te schrijven, dicteert hij wat hij nog op zijn hart heeft over ergernis en verdeeldheid in het kerkelijk leven. Het testament van een stervende aan de kerk van Schotland, actueel voor hedendaags Nederland.

Meer dan drie eeuwen na verschijning besloot uitgeverij Den Hertog een vertaling van A Treatise concerning Scandal onder de aandacht van het reformatorische volksdeel in Nederland te brengen. Niet zonder reden. Al kan het ontstaan van het boek niet los worden gezien van de kerkelijke situatie in het Schotland van Durhams dagen, aan kerkelijke verdeeldheid ontbreekt het ook in het Nederland van de 21e eeuw niet.
Leen van Valen, kenner van de Schotse kerkhistorie, is om meerdere redenen verblijd met de uitgave. Hij weet zijn hart verklaard in de geschriften van Durham en lijdt, net als de Schotse puritein in zijn dagen, aan de verdeeldheid. „Durham was heel mild tegenover andersdenkenden. Binnen het kamp van de puriteinen werd verschillend gedacht over de kerkregering. Durham was zelf een volbloed presbyteriaan, maar dat nam zijn respect voor een independent en een baptist niet weg. In zijn bekende boekje Het gekrookte riet schrijft Sibbes van Bucer dat hij niemand wilde verwerpen in wie hij iets van Christus opmerkte. Durham had eenzelfde geest. Hij besefte wel dat je presbyterianen en baptisten niet in één kerk kunt verenigen, maar hij wilde in gesprek blijven met andersdenkenden.

Evenwichtig
Durham stond niet bekend als een begaafd prediker. Zijn collega en vriend Andrew Gray had wat dat betreft meer naam. Onder theologen was Durham wel gezaghebbend. „De General Assembly van de Schotse kerk vroeg hem vaak om raad in moeilijke zaken, hij is zelfs een keer voorzitter van de synode geweest. In zijn theologische opvattingen was hij heel evenwichtig en doordacht.
Zijn geschriften zijn praktisch bevindelijk getoonzet, maar tonen tegelijk zijn breedte. Hij heeft over de kerk geschreven, een commentaar op Job, een verklaring van het Hooglied en een magistrale verklaring van het boek Openbaring. Tijdens het schrijven daarvan zonderde hij zich twee dagen in de week af voor vasten en bidden, om de mening van de Geest over dit moeilijke boek te weten te komen.
Zijn bekendste geschrift, de Sum of Saving Knowledge, schreef hij samen met zijn vriend David Dickson. Het is bedoeld als praktisch hulpmiddel bij de Westminster belijdenis en de catechismussen van Westminster, die in 1647 door de Schotse kerk werden aangenomen. Uit dit boek blijkt zijn grote affiniteit met het puriteinse denken. Het verzoenende werk van Christus, zowel in de aanbieding als in de toepassing, weet hij op zeer betrokken wijze te verwoorden en aan het hart van de lezer te leggen.

Covenant
De tijd waarin Durham leefde was uitermate turbulent. „De Schotse kerk worstelde om de reformatorische identiteit in het land gestalte te geven. Daarbij speelde het nationaal reformatorisch verbond een cruciale rol. Na een jarenlange strijd met het koningshuis Stuart werd in 1638 in Edinburgh het Covenant door parlement, kerk en volk vernieuwd. De kerk kreeg haar presbyteriale karakter, dat de koningen haar hadden ontnomen, weer terug. De theocratische zuivering die volgde, richtte zich op alle geledingen, ook op het leger. Men diende de Covenant te onderschrijven.
In Engeland was een soortgelijk proces bij de puriteinen gaande. Het aanvankelijke succes van de presbyterianen veranderde daar echter in een afgedwongen overwinning van de independenten, onder leiding van Cromwell. Die viel daarna het nog altijd koningsgezinde Schotland binnen, en versloeg het leger van de covenanters bij Dunbar. Durham durfde met Binning Cromwell van repliek te dienen in een preek waar hij zelf onder zat. Het Covenant werd in hun ogen door hem geschonden.
Kerk en parlement van Schotland kroonden in 1651 Karel II tot koning, nadat ook hij de Covenant had getekend. Om de militaire confrontatie met Cromwell opnieuw aan te kunnen gaan, werd het sterk uitgedunde leger aangevuld met koningsgezinden die weinig of niets met de Covenant hadden en veelal een goddeloos leven leidden. Dat was mogelijk op basis van resoluties die waren aangenomen.

Strijd
Een forse minderheid van de puriteinen protesteerde fel tegen de resolutions en de wijze waarop de immorele koning was gekroond. „Resolutioners en Protesters kwam tegenover elkaar te staan, tussen godvruchtige predikers ontstond verbittering. De Protesters distantieerden zich van de kerkelijke vergaderingen en kwamen apart samen, de verwarring was groot.
Mannen als David Dickson en Robert Blair stonden aan de kant van de resolutioners, Samuel Rutherford en James Guthrie aan de kant van de Protesters. Durham wilde in deze kwestie geen partij kiezen en trachtte meermalen te bemiddelen. Tegen deze achtergrond moet zijn A Treatise Concerning Scandal worden geplaatst. Het boek werd meermalen herdrukt en vormt het klassieke werk over bijbelse eenheid.
De strijd tussen de twee partijen woedde echter voort. De Protesters bleken goed te hebben ingezien dat het besluit om de koning en zijn vazallen tot de staatsambten toe te laten voorbarig was. De jaren na 1660, met de vervolging van de Covenanters, hebben dat bewezen. Gelukkig veranderde de houding van sommige puriteinen tegenover medebroeders in het geloof die tot de andere partij hoorden. Zo beleed Rutherford dat hij te scherp was geweest tegen Blair, zonder zijn standpunt te wijzigen. Ook de brief van Rutherford aan Durham is ontroerend!

Voorbeelden
Opmerkelijk is dat Durham in zijn boek over ergernis en verdeeldheid in het kerkelijk leven niet rept over de actuele problematiek in eigen land en eigen kring. „Als hij concrete voorbeelden geeft, verwijst hij vooral naar de verschillen onder de kerkvaders. Daar was hij heel goed in thuis. Een enkele keer illustreert hij zijn visie met een voorbeeld uit de Reformatie, door te wijzen op de mildheid van Calvijn en Bucer in ondergeschikte zaken. Hij wilde aantonen dat de geschiedenis zich steeds weer herhaalt. Tussen de regels door kun je lezen hoe de actuele problematiek was, zonder dat hij zelfs maar één keer insinueert.
Ook voor deze tijd heeft het boek volgens Van Valen veel te zeggen. „Het liefhebben van de waarheid en de vrede houdt Durham heel evenwichtig bij elkaar. Zolang de belijdenis in een kerk wordt gehandhaafd, moet je de eenheid daarmee blijven zoeken. Scheuring noemt hij een van de ergste kwaden die een rechtzinnige kerk kunnen treffen. Aan de andere kant mag er geen toegeeflijkheid zijn als het over zonde gaat. Herenigings- of verenigingsprocessen gaan vaak gepaard met toegeeflijkheid ten aanzien van de zonde en van wezenlijke zaken in de leer. Het Samen-op-wegproces was daar een trieste illustratie van.

Spiegel
Voor de gereformeerde gezindte heeft het boek een aantal specifieke lessen. „We kunnen van Durham leren dat we de eigen traditie niet maatgevend moeten maken. Laat de objectieve maatstaf van de belijdenis de norm zijn, niet allerlei subjectieve criteria, zoals de toepassing van het heil, de bekeringsweg, de bevinding. Je hoeft de eigen traditie niet te veronachtzamen, maar maak die niet tot het einde van alle tegenspraak. Wees trouw aan je deel en dien het geheel. Opvallend is ook dat Durham weinig heil ziet in polemieken en openbare disputen over de leer. Die geven hete hoofden en koude harten. Belangrijk is dat je met elkaar in gesprek blijft, maar niet op die manier.

De inwoner van Dordrecht, lid van de hervormd-gereformeerde PKN-gemeente ter plaatse, hield zich afzijdig van de strijd in eigen kring die tot een scheuring leidde. „We hebben hier aan huis een bijbelkring met mensen van allerhande kerkelijke achtergrond, tot thuislezers toe. We mogen geestelijke gemeenschap ervaren en dat wil ik graag zo houden. Dan moet je niet over kerkelijke geschillen gaan bekvechten. Ik ben ook geen ijveraar voor institutionele eenheid. Tijdens de grote opwekkingen kwamen geen kerkverbanden bij elkaar, maar vonden gelovigen uit al die kerken elkaar. Met name in het gemeenschappelijk gebed voor de nood van de wereld, de zending, het heil van onbekeerden. Als ik hoor dat mensen tot geloof komen of broeders worden toegelaten tot de theologische opleiding, dank ik daar de Heere hartelijk voor. Ook als ze van een ander kerkverband zijn. We hoeven de verschillen niet te verdoezelen, maar laten we het goede voor elkaar zoeken, trouw zijn aan de eigen gemeente en doordeweeks overal gaan waar het gras groen is.

N.a.v. Opdat de bediening niet gelasterd worde, door James Durham; uitg. Den Hertog, Houten; 333 blz.; € 24,90; ISBN: 9033120503.


Van kapitein tot hofprediker

James Durham (1622-1658), zoon van een Schotse landgraaf uit het graafschap Angus, studeert aan de universiteit van St. Andrews en vestigt zich daarna op zijn landgoed in Forfarshire. Kort na zijn trouwdag komt hij tot bekering, tijdens een avondmaalsdienst in Queensferry. Tijdens de burgeroorlog met de koningsgezinden is hij kapitein van een troep soldaten. Hij ontmoet in deze periode David Dickson, die hem aanspoort om theologie te gaan studeren. Durham volgt dat advies op en studeert in Glasgow, waar hij in 1647 zijn mastergraad behaalt. Zijn eerste gemeente is een stadswijk in Glasgow. Na drie jaar krijgt hij het aanbod professor in de godgeleerdheid aan de universiteit van Glasgow te worden, tegelijkertijd wordt hij als hofprediker van koning Karel II aangesteld. Hij kiest voor het laatste. Zijn optreden aan het hof maakt grote indruk.
In 1651 krijgt Durham een beroep van de High Church in Glasgow. Hij preekt daar in het westelijke deel van de kathedrale kerk, zijn collega Andrew Gray in het oostelijke deel. In 1658 overlijdt hij aan tering, nog maar 36 jaar oud. De boeken die hij nalaat, bevatten een schat aan geestelijk onderwijs. Een jaar na zijn dood verschijnt zijn laatste werk: A Treatise concerning Scandal, over ergernis en verdeeldheid in het kerkelijk leven. De Nederlandse vertaling die onlangs verscheen, bewijst dat dit onderwerp nog niet achterhaald is.


Blijvend actueel

Niet voor niets werd A Treatise concerning Scandal (Een verhandeling over ergernis) lange tijd beschouwd als hét werk over het omgaan met kerkelijke twist en verdeeldheid. Met puriteinse grondigheid pakt Durham het onderwerp aan. In het eerste deel handelt hij over ergernis in het algemeen. Het tweede deel is gewijd aan openbare ergernissen, het derde deel aan ergernissen in de leer, door dwalingen. Met bewogenheid zet hij uiteen hoe daarmee moet worden omgegaan. Als het om ondergeschikte punten gaat met minzaamheid, maar als de fundamenten van het christelijk geloof worden aangetast, past geen verdraagzaamheid.
Het sterkst klinkt zijn betrokkenheid bij het onderwerp door in deel vier, over het verschil tussen ketterij, scheuring en verdeeldheid. In het bijzonder ergerlijke verdeeldheid, om zaken die geen scheiding zouden moeten geven. Naast eenheid zonder fundament is er verdeeldheid zonder noodzaak. Vanuit de Schrift en de kerkhistorie geeft Durham daarover onderwijs dat zijn eigen tijd ver overstijgt.

Bij veel ergernissen is het vaak het veiligst om ons zoveel mogelijk op de achtergrond te houden, tenzij we een heldere en duidelijke roeping hebben. Want zoals in de veelheid der woorden de overtreding niet ontbreekt, zullen we bij veel bemoeienis zeker aanstoot geven. Dit leert de ervaring ons ook duidelijk: gewoonlijk is er meer ergernis, en komt er meer ergernis openbaar, als we iets doen dan als we iets laten. Dat geldt niet voor het nalaten van een noodzakelijke plicht, maar moet zwaar wegen bij middelmatige dingen, vooral de dingen waar op dat moment de meeste mensen over struikelen.

Benadrukken we de zwakheden en opvattingen van anderen te veel of stellen we ze erger voor dan ze zijn? Maken we ze zwaarder en erger door er verschrikkelijke gevolgen aan toe te schrijven? Dat heeft ook veel effect, vooral als woorden verdraaid worden, buiten de bedoeling en de zin van de spreker. Uit deze gesteldheid blijkt weinig liefde en respect voor de persoon.

Vaak is het onderwerp waarover godzalige en geleerde mensen twisten niet de aanleiding van de verdeeldheid (want er kan verschil van mening zijn zonder verdeeldheid). Het is echter de vleselijke wijze waarop elk van beide partrijen twist voert, zelfs de kant waar de waarheid ligt, die de verdeeldheid wekt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 augustus 2007

Terdege | 84 Pagina's

Testament van een stervende

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 augustus 2007

Terdege | 84 Pagina's