Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theoloog van het verbond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theoloog van het verbond

Prof. dr. W.J. van Asselt: „Coccejus heeft mijn hart, ik ben met hem vergroeid

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vanwege zijn conflict met Voetius raakte de naam van Johannes Coccejus onder geestelijke nazaten van de Nadere Reformatie besmet. Ten onrechte, vindt dr. W.J. van Asselt. „De notie van het verbond is de sleutel waarmee Coccejus de Schrift leest en uitlegt. Daarin is hij oergereformeerd.

Over Johannes Coccejus raakt dr. Van Asselt niet snel uitgepraat. Ook niet uitgeschreven. Hij is op de zeventiende-eeuwse theoloog gepromoveerd en heeft nadien nog drie studiewerken aan hem gewijd. Binnenkort is hij spreker op een driedaags internationaal congres in Cambridge. Ongetwijfeld heeft hij de uitnodiging mede te danken aan het feit dat een van zijn studies over de theologie van Coccejus in het Engels is vertaald en wereldwijde belangstelling heeft gekregen. Recent verscheen van de hand van Van Asselt een nieuw boekje over Coccejus, in de serie Inleidingen met kernteksten.
De studeerkamer van de kerkhistoricus uit Ede ademt een coccejaanse sfeer: op drie plaatsen aan de muur hangt zijn portret. Onder een daarvan kreeg een gravure van Voetius een plaats. „Niet hiërarchisch bedoeld, lacht Van Asselt. Coccejus verzameld werk ligt in tien lijvige folianten boven op een van de overvolle boekenkasten.
Gedreven doet de hoogleraar de aanleiding tot het bestuderen van Coccejus uit de doeken. „Ik was een leerling van prof. dr. S. van der Linde uit Utrecht. Hij heeft me door zijn colleges over Coccejus bijzonder gestimuleerd. Dat is de eerste aanzet geweest. Van der Linde stond kritisch tegenover vooral de latere fasen van de Nadere Reformatie. Ook op de puur academische vorm van theologiebeoefening in de zeventiende eeuw (de zogenaamde scholastiek) had hij de nodige kritiek. Daarentegen sprak de verbondsgedachte in de gereformeerde theologie hem bijzonder aan. Coccejus, dát is het. Dáár zet ik je op, zei hij. Van der Linde was een soort vaderfiguur voor me.

Drie verbonden
Het is vóór alles mijn zorg geweest om mijn hoorders voor te gaan in de uitleg van het voornaamste theologische onderwerp, namelijk dat van het verbond van God met de mensen, stelde Coccejus. Het is een citaat uit zijn befaamde boek De Leer van het verbond en testament van God, uit 1648.
„Coccejus werkte de leer van de drie verbonden uit, constateert Van Asselt. „Hij onderscheidde het werkverbond, het genadeverbond en de raad des vredes, naar Zacharia 6 vers 13. De laatste wordt ook wel het verbond der verlossing genoemd. Coccejus leerde duidelijk de drie verbonden, zoals later de Christelijke Gereformeerde Kerken dat ook deden. Daarin stond hij in zijn tijd niet alleen. De puritein John Owen haalt in zijn verklaring van de Hebreeënbrief Coccejus instemmend aan. Hetzelfde geldt voor iemand als Lampe, die Coccejus de grote Apollo noemde.

Uit uw jongste boek komt Coccejus naar voren als iemand met een eigen theologie, een mix van gereformeerde, joodse en humanistische gedachten.
„Dat is een heel goede typering. Coccejus staat in de humanistische traditie, die het bestuderen van de grondtekst voorstaat. Daarbij moet natuurlijk niet aan het hedendaagse humanisme worden gedacht. Bovendien was Coccejus een van de eersten die het grote belang inzagen van het bestuderen van de rabbijnse literatuur voor de uitleg van de Schrift. Heel duidelijk wees hij op de messiaanse beloften in het Oude Testament. Daarmee bestreed hij op zijn beurt weer de rabbijnen.

Kunnen we hem een chiliast noemen?
„Coccejus was een soort post-chiliast. Dat wil zeggen: hij verwachtte een heerlijke staat van de kerk op aarde voorafgaande aan de wederkomst van Christus. Daarin zou volgens hem sprake zijn van een grote zendingsactiviteit van de kerk. Dit als teken van de eindtijd, waarin de wederkomst van Christus aanstaande is. Joden, islamieten en heidenen zullen zich dan tot Christus bekeren en samen met de christenen zullen zij in deze eindtijd het Loofhuttenfeest vieren als voorbereiding op Christus wederkomst. Een prachtige gedachte, zeker voor onze huidige tijd. Deze opvatting moet echter onderscheiden worden van het pre-chiliasme, dat eerst de wederkomst van Christus verwacht en pas daarna een duizendjarig vrederijk.

Wat boeit u het meest in Coccejus?
„Het relationele karakter van zijn theologie, dat naar voren komt in de notie van het verbond. Coccejus noemde het verbond ook wel de vriendschap met God, zoals bezongen in Psalm 103 vers 5. Als kleine jongen zong ik dat in de kerk, en die woorden spraken me toen al aan: Hij is het die ons Zijne vriendschap biedt. Het vriendschapsverbond dat de drie-enige God met mensen opricht, is in oorsprong eenzijdig maar wordt door het werk van de Heilige Geest tweezijdig. Denk aan Psalm 25 vers 14: Het heilgeheim wordt aan Zijn vrinden, naar Zijn vreeverbond, getoond. In de vroege Reformatie kwam de verbondsgedachte reeds ter sprake. Coccejus bracht elementen daarvan bij elkaar en presenteerde zo een complete verbondstheologie. Dat wil zeggen: alles wat tussen God en mens gebeurt in de loop van de heilsgeschiedenis in het Oude en Nieuwe Testament plaatste hij onder de koepel van het verbond.
Daarbij had hij ook grote aandacht voor de persoonlijke ervaring van de gelovige in het verbond met God. Dat is een bevindelijk element in zijn denken. Zo loopt bij Coccejus Gods voortgaande handelen in de verbondsgeschiedenis parallel met de geloofservaring. Opgenomen in het verbond of de vriendschap met God, ben je stapsgewijs op weg naar de voleinding: het Koninkrijk van God in volle glorie. Zo houdt Coccejus verbondsvoortgang (Gods opeenvolgende daden in geschiedenis) en verbondsomgang (de groei van de persoonlijke geloofservaring) bij elkaar.
De notie van het verbond is de sleutel waarmee Coccejus de Schrift leest en uitlegt. Daarin is hij oergereformeerd. Je komt het wel tegen bij Luther, maar helemaal niet bij de Rooms-Katholieke Kerk of de oosterse kerken. Bij de gereformeerden zie je de verbondsgedachte niet alleen in de theologie, maar ook in de liturgie naar voren komen. Denk aan het doopformulier.

Hoort Coccejus volgens u bij de Nadere Reformatie?
„Coccejus heeft geen tot in details uitgewerkte heilsorde, zoals je die bij de Nadere Reformatie tegenkomt. Daar had hij wat huiver voor, hij had meer aandacht voor de geschiedenis van God met mensen door de tijden heen. Daarbij verdedigde hij de zogenaamde abrogatieleer, de trapsgewijze afschaffing van het oorspronkelijke werkverbond. Daarin onderscheidde Coccejus vijf fasen. De eerste afschaffing vond plaats door de eerste zonde van de mens. De tweede door de beslissing van God om het verbond der genade op te richten. De derde door de beloften van dit nieuwe verbond, dat in het Nieuwe Testament haar vervulling vindt. De vierde door de afsterving van de oude mens in de heiliging. De laatste door de opstanding uit de doden.
In dat verband benadrukte hij ook de afschaffing van de joodse ceremoniële wetgeving, die met de komst van Christus in het vlees is vervuld. Een voorbeeld: een strenge onderhouding van het gebod dat elke vorm van werk op de sabbat verbood, hoorde volgens Coccejus bij het oude werkverbond. In het Nieuwe Testament is de oudtestamentische sabbat vervuld, toen Christus uitriep: Het is volbracht. De oorspronkelijke Wet der Tien Geboden behoort wel bij het genadeverbond, maar de later erbij gekomen ceremoniële aspecten heeft Coccejus verworpen. Om die reden stond hij geen strakke zondagsvisie voor, zoals Voetius. Trouwens, een strakke zondagsheiliging vind je ook niet terug bij Calvijn en bij Gomarus. Coccejus zag de sabbat in de eerste plaats als een heenwijzing naar het komende Rijk van God, de eeuwige sabbat. Dat was een andere benadering van de sabbat dan die van de voetianen.

U schrijft dat bij Coccejus Gods verkiezende liefde zich niet beperkt tot de uitverkorenen.
„Het genadeverbond wordt volgens Coccejus aangeboden aan zondaren. Hij laat verkiezing en verbond niet samenvallen. Het verbond in de tijd heeft een bredere actieradius. Coccejus maakte bovendien een scherp onderscheid tussen het verkiezingsbesluit en de uitvoering daarvan in de tijd. Pas aan het eind der tijden wordt de verkiezing openbaar.

Is zon standpunt nog gereformeerd?
„Nou en of, maar de eeuwigheid en de tijd vallen bij Coccejus niet samen, zoals bijvoorbeeld later bij Comrie. In diens visie is onze rechtvaardiging vanaf de eeuwigheid beklonken en wordt deze in de tijd alleen aan ons bekendgemaakt. In de vierschaar der consciëntie, zoals Comrie dat noemde. De verabsolutering van de verkiezing, en daarmee het uit het zicht raken van de concrete verbondsgeschiedenis in de tijd, kwam voornamelijk op in de achttiende eeuw.

U weet uiteraard dat ds. G.H. Kersten de drieverbondenleer sterk afwees. Daarin gaat u niet met hem mee?
„U mag mij bij de drie verbonden zetten. De discussie daarover kwam overigens in de negentiende en twintigste eeuw pas goed op gang. Wil je de opvattingen van Coccejus (trouwens de opvattingen van alle zeventiende-eeuwse theologen) goed begrijpen, dan moet je de bronteksten in het Latijn bestuderen. Als je dit nalaat, krijg je ontsporingen. Ik denk niet dat een man als ds. Kersten Coccejus echt heeft bestudeerd.

Uit uw hele betoog, maar ook uit uw onderzoek blijkt grote affiniteit met Coccejus.
(Lachend): „Het omslag van mijn proefschrift stelt een detail van het gezicht van Coccejus voor. Daarvan heeft jarenlang een grote poster in de huiskamer gehangen. Op een keer zei mijn vrouw: Het lijkt wel of ik een driehoeksrelatie heb, met Coccejus en jou… De laatste tijd ligt de poster op zolder, maar Coccejus heeft inderdaad mijn hart. Ik ben met hem vergroeid. Als pastor heeft het verbondsmatige van hem mij geweldig geïnspireerd. Ik zou die inspiratie kunnen samenvatten met de woorden: zonder verbond geen leven!

N.a.v. Coccejus, door W.J. van Asselt; Uitgeverij De Groot Goudriaan, Kampen; 144 blz.; € 14,50; ISBN: 978-90-8865-026-0. Paperback.


Geboeid door het getal zeven
Johannes Coccejus (1603-1669) was een prominent theoloog en een groot kenner van de oosterse talen en de Talmud. Zijn fenomenale kennis bleef niet onopgemerkt. Hij schreef een aantal dogmatische en exegetische werken in het Latijn, waarvan slechts enkele in het Nederlands werden vertaald. Hij promoveerde aan de Academie van Franeker en nam een benoeming aan als hoogleraar in zijn geboortestad Bremen. In 1636 werd hij hoogleraar in Franeker, tegelijk met Bogerman. In 1650 volgde zijn benoeming aan de Leidse universiteit. Daaraan bleef hij tot zijn overlijden verbonden.
Coccejus werd bijzonder geboeid door het getal zeven in de Bijbel. Van Asselt toonde aan dat Coccejus, overal waar hij dit getal aantrof, daarin de zeven tijdperken van de kerk trachtte te ontdekken: het zevenvoudig gelouterd zilver in Psalm 12, de zeven tempeltreden in Ezechiël, de zeven zuilen van het huis der wijsheid in Spreuken en de zeven lampen bij Zacharía. Is het louter toeval dat deze vermelding in Van Asselts boek juist op bladzijde 77 te vinden is...?


Geboeid door Coccejus
Prof. dr. W.J. van Asselt (1946) werd in Slijk-Ewijk geboren. Zijn vader (Van Asselt heeft zijn proefschrift aan hem opgedragen) was daar hoofd van een tweemansschool. In de jaren vijftig werd hij hoofd van de eerste CNS-school in Ede. Hoewel afkomstig uit een Gereformeerde-Bondsmilieu, werd Van Asselt senior later een voorman van de Confessionele Vereniging in een buitengewone wijkgemeente te Ede.
Zijn zoon studeerde theologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Van 1972 tot 1977 was hij predikant bij de hervormde gemeente van Uitwijk en Waardhuizen. Daarna diende hij de gemeente Steenwijk, van 1983 tot 1993 was hij predikant te Bennekom. In 1988 promoveerde Van Asselt op de theologie van Coccejus, vijf jaar later werd hij universitair docent kerk- en theologiegeschiedenis aan de Utrechtse universiteit. Inmiddels is hij benoemd tot hoogleraar historische theologie te Leuven-Heverlee

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 september 2008

Terdege | 92 Pagina's

Theoloog van het verbond

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 september 2008

Terdege | 92 Pagina's