Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ergste zonde?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ergste zonde?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De man vroeg of ik eens wilde komen praten. Erg oud was hij nog niet, toch waren er tekenen van verval van krachten. Misschien had het te maken met het leven dat hij geleid had. Hij had zich allesbehalve onbesmet bewaard van de wereld.

In het licht van een wankele gezondheid had hij behoefte aan een gesprek over de eeuwige dingen. We hoorden hele verhalen van hem over wat hij verkeerd gedaan had. Waar hij allemaal in en op gezeten had. Ook dat hij God en de kerk de rug had toegekeerd. Hij zou wel een behoorlijke portie straf krijgen van God, dacht hij.
Ik bezocht hem van tijd tot tijd. Soms haalde ik hem op en dronken we thuis, in het bijzijn van mijn vrouw, een kop koffie, terwijl we daarna in de studeerkamer een persoonlijk gesprek voerden. Maar meestal was dat bij hem thuis. Ik hoorde eigenlijk weinig nieuws meer. Het kwam altijd weer op hetzelfde neer.
Wat me opviel, was dat er geen enkele aandacht was voor Christus. Hoe ik ook probeerde om Christus werk te tekenen en hem voor te stellen, het had geen effect. Noch de Christus in Zijn lijden, noch de Christus in Zijn onderwijs deed hem ook maar iets. Je stuitte dan op een muur.

Nu kan het zijn dat iemand, als hij verkeert in het besef van eigen verlorenheid en onwaardigheid, nog geen oog heeft voor het zoenoffer van Christus. De wet veroordeelt en aan de troost van het Evangelie is men nog niet toe. Toch was het bij deze man anders. Hij miste de verslagenheid die zo kenmerkend is voor de echte ontdekking, te weten dat je tegen een goeddoend God gezondigd hebt. Dat doet zon pijn.
Maar je leert toch wel dat je straf verdiend hebt? Zeker, met David belijden we: „Ik heb gedaan wat kwaad was in uw oog, dies ben ik HEER Uw gramschap dubbel waardig. Vergeet echter niet dat die psalm begint met: „Genâ, o God, genâ, hoor mijn gebed In de ontdekking, zoals God die werkt, komt altijd iets van Zijn goedertierenheid mee. Als Gods Geest in ons hart werkt, dan zal er ook liefde in meekomen. Liefde tot de Heere en tot Zijn dienst. Liefde ook tot de wet van de Heere. Dan worden er ook tranen geschreid, niet altijd zo openlijk, maar wel in je binnenste. Hete tranen, die te maken hebben met de liefde, want die verwarmt.
De man die ik bezocht, heeft zon traan nooit gekend. Hij sprak erover dat God rechtvaardig was en heilig, maar op een toon die niet verwarmde. Het was koud en onbewogen, want God kwam met de hel. En dat vuur zou branden.
Ondanks dat alles bleef ik de man toch bezoeken. Wie weet, er mocht verandering komen. Het is heel moeilijk om mensen af te schrijven. Dat moeten we ook maar niet te snel doen. Dat kan wel het geval zijn als mensen openlijk Christus en Zijn werk lasteren. Blijf dan maar weg. Op die manier deed deze man het niet.
Soms is het ploegen op rotsen in het Koninkrijk van God. Hoe zou het aflopen?
Op een dag kreeg ik een telefoontje dat ik maar niet meer moest komen. Hij had er geen behoefte meer aan.

Twee weken later kreeg ik weer een telefoontje, niet meer van hemzelf, maar van zijn zoon. Hij was overleden. Toch nog vrij onverwacht en ongedacht.
Je denkt erover na. Was het iemand die de ergste zonde begaan had? De zonde waarover Bunyan schrijft in de Christenreis, in het huis van Uitlegger, waar hij een man laat zien in een ijzeren kooi. Weten gezondigd te hebben maar geen oprecht berouw daarover.
Een mens kán over de grens gaan. Er is vrees voor het oordeel, maar zonder verootmoediging. Ik vrees voor het einde van de man. Het oordeel komt alleen God toe. Voor ons is het wel een waarschuwing: ga niet door in de zonde van ongeloof en verharding. Daar is een Judas die roept: Ik heb verraden onschuldig bloed. Maar we vinden hem niet aan de voet van het kruis. We denken aan een Ezau, die geen plaats van berouw vond.
Kun je te goed van God denken? Nooit! Wel kun je een verkeerd beeld van God hebben. Goedheid is geen goedigheid. Het is een heilige goedheid van God. Je kunt wel te goed van je zonden denken: zonder berouw. Zonden worden pas echt zonden in het licht van de Heere, Die roept: „Waar ben je? "

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 september 2008

Terdege | 100 Pagina's

De ergste zonde?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 september 2008

Terdege | 100 Pagina's