Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Paasblijdschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paasblijdschap

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„De discipelen dan werden verblijd, als zij de Heere zagen." Johannes 20 vers 20b

„Gij hebt mijn weeklacht en geschrei veranderd in een blijde rei. Dat mag in de discipelkring in Jeruzalem gezegd worden. Daartoe openbaart de opgestane Heere Jezus zich allereerst. Lees maar wat er staat: „De discipelen dan werden verblijd toen ze de Heere zagen! Johannes laat hier de vervulling zien van wat Christus in Zijn afscheidsrede vóór Zijn grote lijden heeft geprofeteerd: „Voorwaar, voorwaar zeg ik u, dat gij zult schreien en klagelijk wenen, maar de wereld zal zich verblijden; en gij zult bedroefd zijn, maar uw droefheid zal tot blijdschap worden. En gij dan hebt nu wel droefheid, maar ik zal u wederom zien, en uw hart zal zich verblijden en niemand zal uw blijdschap van u wegnemen.

Waartoe openbaart de opgestane Heere Jezus Zich? Opdat zijn discipelen blijdschap zullen hebben. Die blijdschap is dus gegrond in Zijn zelfopenbaring. En nu staat er niet dat de discipelen verblijd werden toen zij Zijn handen en Zijn zijde zagen. Er staat dat de vreugde kwam toen zij de Heere Jezus zagen. Aan die doorboorde handen en die doorstoken zij zagen ze dat het de Heere was. De Heere, hun Eigenaar, hun Gebieder, de Koning. De tekenen van Zijn kruis waren oorzaak van hun droefheid, maar nu waren het tekenen van Zijn heerlijkheid voor hen. Hun blijdschap was de blijdschap over de heerlijkheid van de opstanding en van de Opgestane. Wiens littekenen nu garanderen dat al hun zonden en schuld als het ware in het graf waren achtergebleven.

En nu is er nog een bijzonderheid, Dat er staat dat zij tot blijdschap kwamen toen zij de Heere Jezus zagen. Want de Heere Jezus had voorzegd: „Ik zal u wederom zien. En dat lijkt in tegenstelling met wat hier staat, dat zij nu de Heere Jezus zagen. Toch is dat geen tegenstelling, want het één rust in het ander. Het wordt al dieper en heerlijker. Want hoe gaat het nu? De discipelen werden blij, omdat ze de Heere Jezus zagen, Die hén zag! Zij hebben Zijn handen en Zijn zijde gezien, maar ze hebben Hem ook in de ogen gekeken. En in die ogen hebben ze gelezen dat Hij hen aanzag in oneindige ontferming. In die ogen straalde de blijdschap van Zijn liefde. Ook dát had Hij voorzegd: „Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u blijve en uw blijdschap vervuld worde! Zijn blijdschap – hun blijdschap! Je raakt er niet over uitgedacht.

En toch is hier het diepste nog niet gezegd. Want de blijdschap die hier in Jezus ogen straalt, is niet slechts de liefdesvreugde tot hen en om hen, hoe heerlijk ook, maar ten diepste is dit toch de blijdschap van de liefde van de Vader. Die liefde waarin Hij Zich als de Zoon koestert, gaat nu door Hem uit tot de Zijnen, aan wie Hij Zich openbaart. Die ogen zeggen: „Zoals de Vader Mij liefgehad heeft, zo heb Ik ook u liefgehad, blijft in Mijn liefde. Dat is niet alleen een bevel, maar ook een zekerheid. Aan die Vaderliefde is ook, en dat enkel en alleen, de blijdschap van hun wederliefde te danken. „Want de Vader Zelf heeft u lief, dewijl ge Mij liefgehad hebt en hebt geloofd dat Ik van God ben uitgegaan.

Gaat u het nu verstaan dat de discipelen verblijd waren toen ze de Heere zagen? Dat is de vrucht, de weerkaatsing zou je kunnen zeggen, van de eeuwige vrije liefde van de Vader, Die er een welgevallen in had om vrede te maken met vijanden. Is in Uw hart ook dat verlangen gewekt om in Zijn ogen de blijdschap te lezen van de Vader? Ziet toch, Hij staat voor u in het gewaad van het Evangelie als de verheerlijkte Paaskoning, Die niet zonder volk wil zijn. Die ook wil lokken en leiden tot de steeds vastere belijdenis: „Uw aangezicht, in gunst tot mij gewend, schenkt mij in het kort verzadiging van vreugde!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 april 2009

Terdege | 100 Pagina's

Paasblijdschap

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 april 2009

Terdege | 100 Pagina's