Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bouwen aan het bos

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bouwen aan het bos

Wouter Bresser: „Vooral ouderen beheersen nog het handwerk, jongeren willen geen vieze handen

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Nederlandse bos wordt ouder en mooier. Merkwaardig genoeg dankzij dunnen en herplanten. Het oogsten van stammen beperkt de invoer van omstreden houtsoorten, nieuwe aanplant gaat de CO2-uitstoot tegen. Het vellen gebeurt steeds minder met de hand. „In twee seconden ligt een oude boom op de grond. Het heeft iets oneerbiedigs.

Bos en omgeving geuren naar populierenhout. De speciale oogstmachine omklemt de boom, verwijdert de takken en velt en zaagt de stam computergestuurd op de door de nieuwe eigenaar gewenste lengtes. Met een groengekleurde laad- en losmachine worden de stammen opgetild en keurig langs de voor de houttruck bereikbare weg opgestapeld.
Ongeveer de helft van de stammetjes verdwijnt richting de papierindustrie. Een vrachtwagen van een Fries transportbedrijf laadt een vracht dunnere stammetjes op. Ze gaan naar een spaanplaatfabriek. De boomtoppen blijven achter. Die worden in een later stadium gechipt en gaan in versnipperde vorm naar enkele energiecentrales. In Cuijk en Lelystad dragen zij bij aan de opwekking van groene stroom.
De andere helft van de populieren mag nog even blijven staan, maar wordt de komende jaren alsnog vervangen door duurzame loofhoutsoorten als eiken, beuken en essen. Het Horsterwold, eigendom van Staatsbosbeheer, is nog relatief jong. De tussen Almere en Zeewolde gelegen boswachterij telt veel populieren. De snelgroeiende soort heeft sommige delen van de in 1968 drooggelegde polder in enkele decennia een heel ander aanzicht gegeven.

Zware machines
Bosbouwer Wouter Bresser (34) haalt met een machine de op lengte gezaagde stammen uit het bos. „Ik werk hier ongeveer 80 procent van mijn tijd, glimlacht hij. „Maar ik zie de mensen altijd de wenkbrauwen fronsen als ik zeg dat ik bezig ben in de bosbouw in Flevoland. Dit staat bekend als een vlakke polder zonder bomen.
Het misverstand is breder, want zelfs aan heel Nederland wordt getwijfeld als het gaat over bosbouw. Bresser benadrukt dat er toch sprake is van een flink bosareaal. „Nederland is zeker geen bosland zoals sommige Scandinavische landen, maar meer dan de Veluwe en enkele landgoederen. Tussen de 13 en de 14 procent van de totale oppervlakte bestaat uit bos. Dat is aardig toegenomen, want in de jaren tachtig was dat nog maar 11 procent.
Samen met Dennis de Vries (38) uit Deventer is hij vandaag bezig om het populierenbos aan de Bosruiterweg te dunnen. Ging dat vroeger met de hand, nu doen de zware machines het werk. De stammen worden vliegensvlug doorgezaagd en op maat neergelegd. De zaagmachine heet in bosbouwkringen een harvester (harvest = oogst), de kraan waarmee wordt opgehaald een forwarder (forward = vooruit). Mopperend: „Alles moet in het Engels tegenwoordig.
De harvester is geheel hydraulisch en rijdt moeiteloos door brede sloten van wel enkele meters diep. Harvesters en forwarders waren in de jaren negentig voor het eerst in Nederland beschikbaar. Dennis: „Maar de eerste types waren niet te vergelijken met de machines van nu.
Dagelijks halen Wouter en Dennis zeker 100 kubieke meter hout binnen. „Afhankelijk van de dikte van de bomen zijn dat tussen de 250 en de 800 stammen, aldus Dennis. „Ter vergelijking: Met de motorzaag leg je tussen de 20 en de 30 bomen per dag om.

Hockeystick
De bosbouwers houden zich keurig aan de voorschriften van opdrachtgever en eigenaar Staatsbosbeheer. Dat levert het hout het keurmerk FSC op, onder meer een bevestiging dat er sprake is van een duurzaam hout en een legale kap. De boswachter blest (merkt) de bomen, wandelpaden worden zoveel mogelijk ontzien om de recreatieve functie van het bos te behouden. „Om belangrijke paddestoelen gaat een lintje. Ook andere zaken die voor de natuur belangrijk zijn, worden aangegeven. We werken nu nog met behulp van een tekening, maar de verwachting is dat dat binnen enkele jaren wordt gedigitaliseerd. Dan zie je met gps in de cabine op het computerscherm waar je wel en niet mag komen.
In het broedseizoen worden de teugels nog verder aangehaald. Een ecoloog kijkt in het voorjaar waar zich vogelnesten bevinden en in sommige delen ligt de bosbouw tijdelijk stil. Wouter en Dennis vinden de maatregelen soms een beetje doorslaan. „We worden er wel een beetje flauw van, want je ziet dat er nauwelijks sprake is van verstoring. Vogels beginnen zo weer een ander nest te bouwen. Reeën zijn niet eens bang van de machines, ze lopen tot aan je wiel. En een beetje beweging geeft ook andere effecten. Zo wordt een wegspringend kikkertje door een roofvogel opgepikt.
Niet alleen de papierindustrie is een grote afnemer van hout. Voor elke boomsoort zijn wel liefhebbers. Zaaghout gaat naar de bouw, er is groeiende vraag naar brandhout en sommige stukken hout hebben een speciale bestemming. „Beukensnippers zijn zeer geschikt om worsten te roken, weet Dennis. „We hebben meegemaakt dat de onderste delen van essenbomen werden gekocht door een bedrijf uit Ierland. Dat was het beste stukje hout voor het vervaardigen van een hockeystick.

Zelfstandig
Hun opdrachtgever, bosbouwbedrijf Gebr. Zweverink BV uit Hoog-Soeren, beperkt zich tot het vellen en oogsten van de bomen. Staatsbosbeheer verkoopt het hout zelf, zoals alle eigenaren. De crisis, die de vraag naar hout in bouw- en papierindustrie flink beïnvloedt, gaat de bosbouw niet voorbij. „Er is niet veel vraag naar pallets, kartonnen dozen en zaaghout. Dat vertaalt zich in de richting van andere soorten hout. We zijn nog niet op het oude niveau, maar het is minder erg dan een tijdje terug. We mogen niet mopperen. Tussendoor hebben we andere werkzaamheden verricht, hout versnipperd, gemaaid en grondwerk gedaan. Deze machines staan dan wel stil, dat is niet plezierig voor de baas.
Al heel jong wist Wouter wat hij later zou gaan doen. „Ik wilde in het bos werken. Dat had ik al op mn zesde besloten. Hij volgde de lagere bosbouwschool in Apeldoorn en daarna de middelbare opleiding in Velp. De inwoner van Voorst heeft er geen spijt van. „Het is het mooiste beroep van de wereld. Eigenlijk is het een manier van leven. Je bent vrij en zelfstandig, komt steeds ergens anders, op plaatsen waar niemand woont. Ik zou het geen dag op kantoor kunnen uithouden.

Speciale opdrachten
Hoewel Bresser in de Flevolandse bossen in opdracht werkt, heeft hij zijn eigen bedrijfje. „Hier ben ik als zzper aan de slag, naar zelf neem ik andere klussen aan. Ik heb een machine waarmee ik bomen kan verslepen. Dat is voor speciale opdrachten, op moeilijk toegankelijke plaatsen of wanneer er maar beperkt moet worden geveld. Op plaatsen waarvoor deze grote machines te duur zijn. Dan doe ik dat met de kettingzaag, op landgoedjes bijvoorbeeld. Soms gaat het om kostbaar hout.Als hij over de kettingzaag begint, glimmen zijn ogen. Het ambachtelijke werk heeft zijn hart gestolen. Wouter vreest dat het verdwijnt. Hij ziet het om zich heen. „De bosbouwschool in Apeldoorn is opgedoekt. Wie nu naar Velp wil, moet dat via de landbouwschool of het vmbo doen. Jongelui willen geen vieze handen meer. Het zijn vooral ouderen die het echte handzaagwerk beheersen. Hoe dat over enkele tientallen jaren moet? Ik zou het echt niet weten.

Oude eiken
Vanuit zijn werkkamer op de eerste verdieping van havezate De Haere in Olst heeft Gerben Visser een fantastisch uitzicht. De statige eiken en beuken van het park zijn in herfsttooi. Een klein deel van de bladerrijkdom van 2009 heeft de strijd al opgegeven en drijft op de vijver die het statige landhuis omringt. Aan de voorzijde staan de overblijfselen van de linden waaronder volgens oude brieven in vroeger eeuwen de dochters van de eigenaar thee dronken. Een kleine honderd meter verderop bevindt zich de ruïne van een kasteel. Bij het betreden van de restanten van de toren wordt de bezoeker met muzikale klanken uit in de muren verborgen speakers verwelkomd.
De Haere is een onderdeel van de uitgestrekte bezittingen van de stichting IJssellandschap (zie kader). De variatie in landschappelijk opzicht is erg groot. Eeuwenoude bomen, sparren uit de tweede helft van de vorige eeuw, jonge aanplant en spontane ondergroei wisselen elkaar af.
Visser is landschapsbeheerder van de stichting, die de ruwweg 4000 hectare landerijen en bossen beheert. Op bosbouwgebied staat de organisatie voor veel vragen die zich richten op parkbehoud, aandacht voor de natuur, voor de recreanten en het oogsten van bomen.
Twee jaar geleden heeft de stichting een nieuw plan opgesteld voor de bijna 1200 hectare bos waarover men de scepter zwaait. Er zijn duidelijke keuzes gemaakt, legt Visser uit, terwijl hij een kaart toont van het versnipperde gebied rondom Deventer

Bron van inkomsten
De aandacht wordt verdeeld over productie, recreatie- en natuurbos. In bijna de helft van de bossen vinden teelt en oogst plaats voor de commerciële verkoop van hout. „Voor sommige mensen klinkt het banaal, maar de houtteelt vormt toch een bron van inkomsten. Voor ons niet de belangrijkste, dat zijn de inkomsten uit pacht. Maar de kap is wel de moeite waard.
Ieder jaar trekken de leden van de groenploeg van IJssellandschap eropuit om de bomen die kunnen worden gekapt, te merken. Visser geeft, vanuit zijn kantoor of buiten in het veld, de nodige aanwijzingen. „Ze gaan met een handvol maatregelen en wensen in de hand door de bossen, blessen de bomen en schatten de kubieke meters hout. Dat laatste is belangrijk voor de inschrijvingen van de houthandel. Ieder jaar weer een bijzonder moment. Dan worden hier op kantoor de enveloppen opengemaakt.
De houtkap gebeurt zorgvuldig, want de groei tot de gewenste dikte neemt tientallen jaren in beslag. Het vellen dient eveneens over een lange periode te worden uitgesmeerd. Bovendien wordt er zoveel mogelijk rekening gehouden met de omgeving. „Bomen met een bepaalde omvang worden ertussenuit gehaald of we kappen stukken met een diameter van 40 tot 50 meter. In alle gevallen komt er bos voor terug. Soms via inplant, maar steeds vaker door natuurlijke verjonging. Door de ondergroei te laten staan en doordat er zaad inwaait vanaf de rand van het bestaande bos.
Het is soms een beetje een merkwaardig werk, geeft de jonge landschapsbeheerder aan. „Ik maak het in mijn werkzame leven niet meer mee dat er bomen die we nu aanplanten, kunnen worden gekapt.

Iets oneerbiedigs
De oogst is net weer begonnen. Ook in Olst heeft een grote harvester zijn intrede gedaan. „Vanaf de herfst tot maart laten we bomen vellen. Tijdens het broedseizoen gebeurt het niet voor de vogels, in de zomer omdat het drukker is in het bos en om te voorkomen dat er een bladravage achterblijft.
Toch stuit het kappen van bomen vaak op onbegrip bij de bezoekers van de vrij toegankelijke bosgebieden. „Er zijn altijd mensen die zich afvragen waarom we het doen en ook wel kritiek hebben. Natuurlijk is het te weerleggen met het argument dat het nodig is om op andere plekken iets moois tot stand te laten komen, maar toch. Ik begrijp wel dat het vellen door een harvester als enigszins verwoestend wordt beschouwd. In twee seconden ligt een tientallen jaren oude boom op de grond. Het heeft, in vergelijking met het handwerk van vroeger, iets oneerbiedigs.
Meer dan de helft van de bossen worden volledig in stand gehouden dan wel verder verfraaid. Het meest opvallend is het natuurbos, waarin inheemse soorten als eiken, beuken en grove den en op de lagere gebieden essen en iepen voorrang krijgen. Dood hout blijft liggen, sommige bomen sterven langzaam en een grillig beeld van het landschap wordt bevorderd. Prima plaatsen voor vleermuizen, uilen, spechten en andere bijzondere vogelsoorten. „We hebben 92 hectare aangewezen als natuurbos. Een deel voldoet aan de eisen, op andere plaatsen gebeurt de komende jaren het nodige, aldus Visser. Deze gebieden blijven toegankelijk, hoewel lawaaierige sporten worden geweerd.

Houtzagerij
Voor de meeste bezoekers zijn de oude parkbossen, losse landschappelijke bossen tussen de weilanden en het echte recreatiebos het meest aantrekkelijk. Met het recreatiebos kan de stichting alle kanten op. Er wordt soms gekapt, sommige stukken zijn puur voor de beleving en andere krijgen de bestemming natuurwaarde.
Net als in Flevoland verdwijnt het gekapte hout richting zagerijen voor de bouw, de producenten van pallets, kisten en spaanplaat en naar de papierindustrie of biomassacentrale. „Er worden kleine perceeltjes brandhout bewoners van de omgeving verkocht. Procentueel stelt dat niet zoveel voor, maar het is belangrijk voor een interactie met de omgeving.
Stichting IJssellandschap heeft ideeën om in de toekomst hout uit eigen bossen in de streek te vermarkten, in samenwerking met een lokale historische houtzagerij. „Dan kunnen bewoners zelf de planken voor hun meubels of vloer hier bestellen. Het is een van de plannen om de band met de bevolking te verstevigen en het bezoek aan de landgoederen te promoten.


Een duurzame grondstof
In Nederland staat circa 340.000 hectare bos. Dat is tussen de 13 en 14 procent van de totale oppervlakte. Het bosareaal is door aanplant toegenomen, want in de jaren tachtig van de vorige eeuw schommelde het bosaandeel rond de 11 procent.
Een klein deel van de bossen wordt aan zijn lot overgelaten. Daardoor zou de natuur zich optimaal ontwikkelen. In de meeste bossen wordt echter hout geveld, uit 70 tot 80 procent van de bossen wordt het hout geoogst.
Het bos is eigendom van verschillende boseigenaren, zoals Staatsbosbeheer, particulieren, natuurbeschermingsorganisaties en gemeenten. Voor het beheer is het vellen en oogsten van bomen noodzakelijk.
Door de houtkap neemt de hoeveelheid bos niet af, want de Boswet zorgt ervoor dat bos moet worden herplant. Het Nederlandse bos heeft een houtvoorraad van 52 miljoen kubieke meter. Die voorraad neemt jaarlijks met 2,2 miljoen kuub toe. Van de bijgroei wordt maar tweederde geveld en hiervan wordt weer tweederde geoogst. Het Nederlandse bos wordt daardoor ouder en de bomen worden dikker. Dat is wat overheid en boseigenaren ook willen.
Het Bosschap, waarin de boseigenaren, bosaannemers en werknemers in de bosbouwsector zijn verenigd, noemt verschillende redenen voor het vellen en oogsten van bomen. Voorop staat het milieu. Hout is een duurzame, milieuvriendelijke en hernieuwbare grondstof.
Daarnaast legt een bos in de groei meer CO2 vast. Hout oogsten in eigen land betekent minder hout uit tropische en andere bossen importeren. Juist in die landen vormt de houtkap een belangrijk milieuprobleem. Nederland gebruikt jaarlijks 14 miljoen kuub hout. Daarvan wordt ruim 90 procent geïmporteerd.
De inkomsten uit de houtoogst zijn voor de boseigenaar vaak onmisbaar. Bos levert ook werkgelegenheid op: 2500 tot 3000 werknemers zijn bij vellen en oogst betrokken; ongeveer 400 bosaanneembedrijven vinden daarbij een bestaan. De werkgelegenheid voor de verwerkende sectoren ligt naar schatting op 40.000 arbeidsplaatsen.

www.bosschap.nl


Onbezorgde oude dag
De wortels van de stichting IJssellandschap gaan terug tot 1276. Uit die tijd dateert een afschrift van een transactie waarin een boer een deel van zijn land of boerderij schonk aan de Verenigde Gestichten in Deventer. Op die wijze kocht hij, en met hem vele andere rijke collegas in de omgeving, het recht op een onbezorgde oude dag in een van de vele gasthuizen in de toenmalige Hanzestad.
De gasthuizen voor ouderen zijn uiteindelijk gefuseerd en tot in de jaren zestig was deze organisatie verantwoordelijk voor de vele landerijen, landgoederen en objecten. Gezamenlijk ongeveer 25 grotere en kleinere gebieden, verspreid over de gemeenten Deventer, Olst/Wijhe, Raalte, Dalfsen, Lochem en Voorst. De meeste terreinen liggen binnen een straal van 10 kilometer rondom de stad. In totaal gaat het om 4000 hectare. Meer dan een kwart ervan bestaat uit bos. Tot de eigendommen behoren een vijftal landgoederen.
In de jaren zestig zijn de landerijen ondergebracht in een aparte stichting en is de band met de zorg formeel verbroken. Maatschappelijke betrokkenheid blijft, vanuit deze historie, voor IJssellandschap een belangrijk uitgangspunt in al zijn werkzaamheden. De stichting heeft als belangrijkste taken de verhuur van akkerbouw en weidegebieden, onderhoud en verpachting van boerderijen en landhuizen en het beheer van de uitgestrekte bos- en natuurgebieden. Het kantoor is gevestigd op de eerste etage van havezate Haere.


Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 november 2009

Terdege | 180 Pagina's

Bouwen aan het bos

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 november 2009

Terdege | 180 Pagina's