Veilig achter het bloed

In gedachten gaan we een huis binnen van de in Egypte woonachtige Israëlieten. De Heere had gesproken: „Want Ik zal in deze nacht door Egypteland gaan en alle eerstgeborenen in Egypteland slaan.” De laatste van de tien plagen zal voltrokken worden. Farao ontvangt nogmaals straf omdat hij het gebod van Israëls God niet wilde gehoorzamen. Alle eerstgeborenen in Egypteland zullen sterven. De Engel des Heeren zal met een uitgetrokken zwaard door het land gaan. Zowel mens als dier moet het ontgelden. „Want er was geen huis, waarin niet een dode was.” Ook binnen de muren van het paleis van Farao. Bij het aanbreken van de morgen rennen de ouders al schreiend naar buiten. Verschrikkelijk. „Er zal een groot geschrei zijn..., desgelijke nooit geweest is, en desgelijke niet meer wezen zal.”

In het huis waar we binnen zijn gegaan, heersen rust en vrede. De bewoners hebben naar het gebod van Israëls God gehandeld. Zij staan gereed om te vertrekken. Ze hebben de staf in de hand en hebben zich gevoed met het gebraden vlees van het lam. Er is een éénjarig, volkomen lam geslacht. En het bloed van het lam is naar Gods bevel aan de deurposten gestreken. Dat is voldoende. „Wanneer Ik bloed zie, zal Ik ulieden voorbijgaan.” Daarin ligt het geheim dat dit gezin midden in die verschrikkelijke nacht zijn rust en vrede vindt. Hebben ze dan vergeten dat het de nacht van het gericht is? Nee, dat weten ze heel goed! Vanwege het bloed alleen zijn ze volkomen veilig. De oudste zoon zegt op besliste toon: „We hebben niet alleen het bloed, maar ook het Woord van God. God heeft gezegd: Wanneer Ik bloed zie, zal Ik ulieden voorbijgaan.” Wanneer zijn wij veilig? Staat er niet geschreven: „En gelijk het de mensen gezet is, eenmaal te sterven, en daarna het oordeel.” De dag van het oordeel is onherroepelijk. „Zo Gij, HEERE! De ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! Wie zal bestaan?” Wie hoeft er nu niet te vrezen? Degene die veilig zijn achter het bloed! God is bevredigd wanneer Hij het bloed ziet aan de deurpost van ons hart. Waarom? Dat bloed wijst heen naar het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt. Het bloed van dat Lam spreekt dat aan het recht van God voldaan is. Zowel aan Zijn eisende gerechtigheid als aan Zijn straffende gerechtigheid. Het Lam is geslacht op Golgotha’s kruis. Er heeft bloed gevloeid. „Gij vindt in gunst, en niet in wraak, Uw lust; de hitte van Uw gramschap is geblust.”

Nu de vraag: Zijn wij veilig achter het bloed van het Lam van God? Heeft het bloed der verzoening ooit op ons geweten gedruppeld? Toen daar die woorden onder de preek tot u kwamen. Dat die woorden op datzelfde moment zo indringend en onontkoombaar op u afkwamen, dat u wist: dat is nu, voor dit moment, Gods Woord aan mij gericht. Hier en nu wordt mij door de Heilige Geest het bloed toegepast en spreekt het in mij: „Daar het bloed door U gestort, mij de bron des levens wordt.” Zo kennelijk en duidelijk brengt de Geest het Woord van God in ons hart. En tegelijk geeft Hij u de overtuiging, het geloof, erbij dat dit inderdaad een Woord van God is, voor mij bestemd. Voor eens en voor altijd veilig. Ervaar je dat altijd even duidelijk? Hebt u erop gelet dat er staat: wanneer IK bloed zie. De jongen in het huis had twee zekerheden. Het bloed en het Woord van God. Als u dan geen zicht hebt op het bloed van het Lam, steun dan op het beloftewoord. En als u niet kunt steunen op het beloftewoord, zie dan op het Lam Gods. Matthew Henry zegt: „Geloof is het bundeltje hysop, waarmee wij Gods beloften op onszelf toepassen en de voordelen van het bloed van Christus die erin gelegd zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen