Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oliën en vetten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oliën en vetten

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Olie en vet kun je verdelen in smeersels voor op het brood en vetten voor in de pan.

Smeersels Smeersels bestaan uit vet en water. Het vetgehalte van margarines, halvarines en andere smeersels staat op de verpakking. Het vetgehalte kan sterk uiteenlopen. Voor op brood worden smeersels met maximaal 40% vet aangeraden.

Vetten
In een product moet minimaal 70% vet zitten, wil het geschikt zijn om in te bakken. Producten met minder vet gaan spatten als ze in de pan worden verhit. Bak- en braadproducten bestaan dan ook hoofdzakelijk uit vet en eventueel wat water. Olie en frituurvet bestaan voor 100% uit vet.

Type vetten
In alle vetten en oliën zit zowel verzadigd vet als onverzadigd vet, maar de verdeling tussen de soorten vet verschilt erg per product. Op het etiket staat meestal hoeveel onverzadigd en hoeveel verzadigd vet in het product zitten. In het algemeen geldt dat boter, vast frituurvet, margarine in een papieren wikkel en bak- en braadvet in een papieren wikkel veel verzadigd vet bevatten. Zachte margarine (in een kuipje), halvarine, vloeibaar frituurvet, vloeibaar bak- en braadvet en oliën bevatten weinig verzadigd vet. Voor de gezondheid hebben producten met weinig verzadigd vet de voorkeur. Bij de bereiding van margarine, halvarine en bak- en braadproducten in de fabriek ontstaat transvet. Fabrikanten proberen het gehalte aan transvetzuren zo laag mogelijk te houden: hooguit 1% tot 2% van het product.

Voedingswaarde
Vetten zijn een belangrijke bron van vitamine A, D en E; oliën van vitamine E. Vitamine A en D worden toegevoegd aan halvarine, margarine (vast en vloeibaar) en bak- en braadvet (vast en vloeibaar). In boter zitten van nature de vitamines A en D. In oliën en frituurvetten zitten geen vitamine A en vitamine D. Vitamine E komt voor in alle broodsmeersels en bak- en braadproducten inclusief olie.

Functional foods
Er zijn enkele margarines en halvarines waaraan zogenaamde plantensterolen of -stanolen zijn toegevoegd. Deze stoffen houden de opname van cholesterol in het lichaam tegen en kunnen daarom een goede aanvulling zijn op het dieet bij een verhoogd cholesterolgehalte.

Kunstvet
Er wordt steeds meer onderzoek gedaan met het doel vetten zo te bewerken, dat ze minder energie leveren. In sommige light-producten worden wei-eiwitproducten gebruikt als kunstvet, zoals Simplesse (1 kcal per gram). Salatrims (4-6 kcal per gram) is toegestaan in bakkerijproducten. Bij dit vet is de plek van vetzuren in het triglyceride- molecuul veranderd. Daardoor wordt het minder goed opgenomen in de darm.


Bron: Voedingscentrum




Transvet is ongezond

Transvet is een onverzadigd vet dat nog slechter is voor de gezondheid dan verzadigd vet. Het merendeel van transvet in voedsel ontstaat in de fabriek. Van nature komt transvet voor in zuivel en vlees van herkauwers, voornamelijk als vacceenzuur. Voor een kleiner deel komt het voor als geconjugeerd linolzuur (CLA). CLA heeft niet de nadelen van andere transvetten.

Industrieel ‘gehard’ vet
Wanneer onverzadigd vet industrieel wordt omgezet in verzadigd vet (wordt gehard), worden ook transvetten gevormd, zoals elaidinezuur. De olie of het zachte vet krijgt zo een steviger, harder karakter. Daardoor kan het gebruikt worden voor de bereiding van harde margarines, frituurvet en bak- en braadvet en voor het maken van gebak, koek en (gefrituurde) snacks. In het recente verleden konden margarines en bak- en braadvetten veel transvet bevatten. Door aanpassing van de techniek en andere grondstoffen is dit bij de huidige producten teruggebracht naar minder dan 1 procent. In frituurvet voor de horeca (fast food) en vetten voor het maken van koekjes en gebak kan nog selectief transvet voorkomen.

Transvet op het etiket
Het is moeilijk na te gaan of een product transvet bevat. Soms wordt het gehalte transvet op het etiket aangegeven. Het gebruik van (gedeeltelijk) gehard vet of olie moet altijd worden vermeld in de ingrediënten-declaratie. Vooral bij koekjes en snacks is op die manier te zien dat transvet is gebruikt. Staat bij de ingrediënten ‘plantaardig vet, gedeeltelijk gehard’ of ‘gehydrogeneerd vet’, dan kan dit duiden op de aanwezigheid van transvet. In snackbar en cafetaria kunt u informeren in wat voor vet er gebakken wordt. Er zijn zaken die bakken in vloeibaar vet en dit kenbaar maken met een beeldmerk.

Bron: www.voedingscentrum.nl


Handig ezelsbruggetje
Hoe onthoud je welk vet wel of niet gezond is? 
-  Onverzadigd vet = Oké
-  Verzadigd vet = Verkeerd

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 maart 2010

Terdege | 116 Pagina's

Oliën en vetten

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 maart 2010

Terdege | 116 Pagina's