Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huisvrouw en vrachtwagenchauffeur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huisvrouw en vrachtwagenchauffeur

Mien Roubos: „Het werk moest gedaan worden”

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Dat schrijf je toch niet op? Mien Roubos-Hoevenaren (82) treedt niet graag op de voorgrond. Ook voor het poseren voor een foto is ze huiverig. Maar ze doet het, zoals ze in haar leven vaker iets deed vanuit het gevoel dat ze het moest doen. Door dat plichtsbesef nam haar leven ruim veertig jaar geleden een bijzondere wending. Ze werd vrachtwagenchauffeur.

Mien Roubos toont een foto uit 1971. Een vrouw poseert voor een grote vrachtwagen. Onder haar overall prijken hoge laarzen. Voor de achterkleinkinderen van Mien Roubos is het moeilijk voor te stellen dat dit hun oma is. „‘Dat is een meneer’, zeiden mijn achterkleinzoons toen ze de foto’s van vroeger zagen”, lacht mevrouw Roubos. „Maar ik zei: ‘Nee hoor, dat is oma’.”
Ook de inwoners van het Land van Heusden en Altena keken indertijd met verbazing naar Mien Roubos.
Drie maanden in het jaar bestuurde zij een van de zware vrachtwagens die ingezet werden om suikerbieten van het land naar de fabriek te vervoeren.
Het was uniek voor die tijd. Zo uniek dat er in een lokale krant en in het vakblad van de Suiker Unie artikelen verschenen over deze vrouw in de transportsector.
Roubos reed jarenlang voor het bedrijf van haar man. In 1968 ging een van de chauff eurs elders werken. De echtgenote van de transportondernemer nam zijn taak over. „Want het werk moest wel gedaan worden.”

Geen stuurbekrachtiging
Toen zag Mien Roubos het unieke daarvan nog niet zo in. Haar vader had ook een transportbedrijf. Als enige van de vijf dochters interesseerde zij zich al vroeg voor vrachtwagens. Al voor ze met haar man in het huwelijk trad, haalde ze haar groot rijbewijs. Dat bleek uiteindelijk een zeer goede zet.
Aanvankelijk was het besturen van een volle vrachtwagen een hele klus. De trucks hadden een groot stuur en geen stuurbekrachtiging. „Dat was zwaar hoor”, zegt mevrouw Roubos. „Vooral bij het op- of afrijden van een boerenerf, of wanneer ik van een drassig akkerland afreed.”
De bieten werden door de boeren altijd aan de rand van het land op een hoop gegooid. Met een kraan werden ze in de kar gegooid. Maar in sommige gevallen moest zelf de schep ter hand worden genomen. „Aan het einde van zo’n bietencampagne was ik door het harde werken soms wel tien kilo lichter.”

Een bekende
Op het in die tijd ongebruikelijke fenomeen werd „vreselijk leuk” gereageerd, zegt mevrouw Roubos. „Thuis ging alles ondertussen gewoon door. De kinderen waren al van de basisschool af en mijn moeder was ook thuis om voor de kinderen te zorgen.”
Al snel werd Mien Roubos een bekende in de omgeving. „De boeren, de politie, ze kenden me allemaal. Bij de boeren kreeg ik soms koffie en soep. Voor de mensen die het verdienen, zeiden ze dan. Nu zijn er nog mensen die mij herkennen omdat ik vroeger bij hen op de boerderij kwam. Destijds vond ik het normaal, maar als vrouw op de vrachtwagen was ik een bijzondere verschijning. Er was bijna geen vrouw die dit deed.”
Vervelende reacties over haar rol als werkende vrouw zijn er nooit geweest.
„Het ging ook alleen om het bietenseizoen. Als dat erop zat, was ik weer in mijn huisgezin.”
Met de bietenwagen raakte ze eens een automobilist die geen voorrang verleende. De man overleed. „Het was niet mijn schuld. Maar ik denk er nog wel regelmatig aan terug.” Ook in die periode kwam haar uitzonderlijke karakter naar voren. Ze had het er erg moeilijk mee, maar toen de politie de volgende dag belde om te vragen hoe het met haar was, zat ze alweer op de weg. Zeventien jaar lang hield Mien Roubos het vol, tot in 1985. „Ik vond het werk nog steeds mooi. Elke week waste ik de wagen, ik was er heel zuinig op.”
De laatste jaren werkten haar zoons steeds vaker mee. Na het vertrek van mevrouw Roubos veranderde veel. Bieten rijdt het bedrijf niet meer. Kees, de oudste zoon, nam het transportbedrijf uiteindelijk over. „Dat zat er altijd al in. Toen hij 17 was, had hij al zijn vakdiploma’s. Simon was meer een handelaar. Die was altijd in de weer met brommers.” Brommers werden auto’s en inmiddels heeft Simon een grote autozaak in Dussen.

Familiefoto’s
Roubos is een vitale vrouw, ook al is ze 82. Ze loopt gemakkelijk heen en weer met koffi e en koeken, terwijl een gaskachel de temperatuur opstuwt tot 25 graden. Haar geheugen heeft haar nog niet in de steek gelaten. Feilloos weet ze alles terug te halen als ze weer plaatsneemt aan de keukentafel, midden in de gezellige woonkeuken. Aan de wand hangen veel familiefoto’s, waaronder een van haar man, die vijftien jaar geleden overleed.
De foto’s zijn een bron van nieuwe verhalen. Ze blijft wel voorzichtig. „Dat hoef je niet op te schrijven hoor”, zegt ze keer op keer.
Ze vult haar dagen veelal thuis. „Ik verveel me echt niet. Het huishouden moet ook gedaan worden en dat gaat nu allemaal wat langzamer.” In het huis staan, ook in de winter, mooie planten en bloemen. ’s Zomers is ook de tuin fl eurig, vertelt ze. „Tulpen, narcissen, alles heb ik er staan. Er zijn mensen die er foto’s van maken”, zegt ze met een vleugje trots. „De afgelopen jaren kon ik het nog steeds goed bijhouden, maar ik weet niet hoe het dit jaar zal zijn.” Daarover blijft ze wel opgewekt. „Straks wordt het wel weer mooi weer. En dat is een beter medicijn dan een tablet van de dokter.” Medicijnen heeft ze nog niet veel nodig gehad. „Ik mag me echt gelukkig prijzen dat het zo goed gaat.”

Auto rijden
Haar hele leven was Mien Roubos bedrijvig. Ze schafte een spinnewiel aan en spinde in de zomer bollen wol. Deze werden vervolgens verkocht voor het breien van sokken. Ook repareerde ze panty’s. „Een laddertje of gaatje kostte een dubbeltje. Al snel had ik in de omgeving vijf depots waar ik de kapotte panty’s haalde en de gemaakte weer terugbracht. Daarna heb ik voor oudere mensen gezorgd. Nog weer later kwam mijn moeder hier wonen. Ook voor haar heb ik gezorgd.”
Toen ze tachtig werd, is haar vrachtwagenrijbewijs niet verlengd. Haar autorijbewijs heeft ze nog wel. Regelmatig haalt ze met de auto nog zelf haar boodschappen in het dorp. Bij langere afstanden, zoals het bezoeken van de kerk, wordt ze gereden door familieleden.
Zoon Kees woont naast haar. Tussen de beide huizen staat de loods van het transportbedrijf. Het is op slechts een steenworp afstand van kasteel Dussen. „Vooral in de zomer is het prachtig hier.” Maar de tijden zijn wel anders, vindt ze. „Vroeger had je hele buurtschappen en was de buurt echt heel hecht. Dat is niet meer.” Toch is de band met haar buren en de familie goed. Dat is ook belangrijk voor haar.
„Mijn familie komt vaak langs en van alle elf buren kreeg ik een kaartje met het nieuwe jaar.” Zo kijkt ze dankbaar terug op veel dingen in haar leven.
„Ik kan soms niet begrijpen hoe het mogelijk is dat ik zoveel dingen heb kunnen doen. Ik ben heel dankbaar voor alles wat ik heb gekregen.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 februari 2011

Terdege | 84 Pagina's

Huisvrouw en vrachtwagenchauffeur

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 februari 2011

Terdege | 84 Pagina's