Leptospirose

Wanneer behalve de griepachtige verschijnselen ook huidbloedingen en geelzucht optreden, is de kans groot dat er sprake is van leptospirose, ook wel ziekte van Weil genoemd. Elk jaar worden in Nederland zo’n dertig gevallen van ernstige leptospirose gemeld, voornamelijk in het najaar. Omdat in 90 procent van de gevallen de ziekte een mild verloop heeft en daardoor niet wordt herkend, komen er waarschijnlijk toch wel honderden besmettingen per jaar voor in ons land.

Wereldwijd zijn er vele soorten Leptospira-bacteriën bekend. Vaak zijn dieren drager van de bacterie en scheiden ze die met de urine uit. Zo kunnen runderen en knaagdieren besmet zijn met deze bacterie zonder zelf ziek te zijn. In Nederland zien we eigenlijk drie varianten van de ziekte optreden: de ziekte van Weil, de melkerskoorts en de modderkoorts. De ziekte van Weil wordt overgebracht door de bruine rat, melkerskoorts door runderen en modderkoorts door muskusratten en spitsmuizen.

Besmetting treedt op door contact met sloot- of rioolwater. Via wondjes en slijmvliezen kan de bacterie het lichaam binnendringen. Ook het inademen van de nevel van een hogedrukspuit in een besmette stal kan tot besmetting leiden. Enkele dagen tot weken na de besmetting ontstaat een griepachtig beeld (hoge koorts, hoofdpijn, oogontsteking, spierpijnen en koude rillingen), dat een aantal dagen duurt. Na een korte verbetering van een paar dagen kan opnieuw een fase optreden van koorts en vaak ernstiger klachten, zoals hersenvliesontsteking, geelzucht, bloedingen in nieren en longen, en soms ontsteking van de hartspier. Ongeveer 5 tot 10 procent van de mensen die deze ernstige vorm ontwikkelen, overlijdt aan de ziekte. Het betreft in dat geval vrijwel altijd de ziekte van Weil. Melkerskoorts en modderkoorts hebben een milder verloop en genezen vaak spontaan. Na herstel kan men nog vele maanden last van ernstige vermoeidheid houden.

Ook honden kunnen besmet worden en die worden vaak wel ziek. In Nederland wordt daarom aangeraden honden jaarlijks te vaccineren tegen leptospirose. Gelukkig is het risico op besmetting in Nederland niet groot. Vaak betreft het plaatsen waar veel ratten voorkomen, meestal sloten en stilstaand water. De belangrijkste preventieve maatregelen zijn het bestrijden van de bruine rat, het vermijden van contact van wondjes en slijmvliezen met slootwater en, in bekende besmette gebieden, het dragen van rubberlaarzen en handschoenen bij slootwatercontact.

Hoe gaat het verder met de heer Van de Modder? Een oriënterend bloedonderzoek levert niets op en een ziekenhuisopname volgt. Onderzoek naar leptospirose, legionella en Q-koorts laat geen afwijkingen zien. Gelukkig volgt er een spontaan herstel en de internist vermoedt achteraf dat het een voorbijgaande infectie met een onbekend virus is geweest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen