Kriebels
In mijn bakhuis stond een oude kast die blijkbaar in geen jaren verplaatst was. Tientallen spinnen hadden het zich daarachter gemakkelijk gemaakt.
Het spinrag plakte tegen de muur. Bij het weghalen bleven prachtige houtskoolachtige vegen over.
Acht kriebelpoten, een lijf en ze zijn razendsnel.
Weven hun web in hoeken en gaten. En zijn de schrik van menige huisvrouw. Ondanks dat ze vliegen en muggen vangen, worden ze vertrapt of weggeveegd. Schoenzool, stofzuiger en plumeau doen mee in de strijd.
Vreemd, bij een kruisspin staan we in bewondering stil. Het web van een wespspin krijgt zelfs nog meer aandacht. De dieren zijn met hun lijven en prachtige tekening een bezienswaardigheid.
Maar de huisspin die z’n best doet om ons huis vrij te houden van vliegen en muggen moet het meestal met de dood bekopen. Met een beetje geluk worden ze buiten gezet. Terwijl ze huisspin zijn nota bene.
Waarom gillen er zoveel mensen als ze een spin zien en laten ze een lieveheersbeestje met rust.
Het gekriebel? Het kleverige web? Of is het dat onberekenbare? Het zich ineens laten vallen, in de richting rennen van je voeten?
Hoe ik erover nadenk, van welke kant ik het ook bekijk, ik kom er niet uit. Een gemakkelijk te vangen spin wordt er door mij uit gezet en bij een overvloed aan spinnen gaat het als in het liedje van Annie M.G. Schmidt.
Dit is de spin Sebastiaan.
Het is niet goed met hem gegaan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 juni 2012
Terdege | 91 Pagina's