Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een andere wet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een andere wet

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een van jullie vroeg wat Paulus bedoelt met Romeinen 7:23: „Maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is.

Het is heel fijn om van tijd tot tijd stil te staan bij de uitleg van een concreet Bijbelwoord. Dit Woord is immers een licht op ons pad, om het duister op te klaren. Laat het Woord van God voor ons allemaal een kompas zijn op onze levensweg. Wie bij dit kompas leeft, zal behouden aankomen.
In Romeinen 7 schrijft Paulus over het leven van een christen en zijn strijd tegen de zonden. Het gaat hier over het leven der heiligmaking. Dat is het grote doel van God met Zijn kinderen. Hij zegt immers: „Dit volk heb Ik Mij geformeerd, opdat het Mijn lof zou verkondigen.” In het leven van de heiligmaking gaat het om de vraag: ‘Hoe komt de Heere aan Zijn eer in mijn leven?’
Die vraag gaat direct leven wanneer de Heere door Zijn Geest in het leven van een mens komt. Als Saulus op weg naar Damascus de Heere Jezus ontmoet, vraagt hij: „Wat wilt Gij dat ik doen zal?” Mag ik zo tussendoor even vragen: Is dat ook al jullie levensvraag geworden? Of draait het nog steeds om het doen van je eigen wil? Weet toch dat je eigen wil verdorven en goddeloos is. Een wil die alleen maar doet wat de duivel wil. Bid toch om van die wil verlost te worden door waarachtige wedergeboorte, waarin de Heere je een nieuwe wil schenkt, die verlangt naar wat God wil.
In dat nieuwe leven blijf je steeds weer te strijden hebben met de oude wil, met die verdorven natuur. Daarover schrijft Paulus in hoofdstuk 7. Kernachtig drukt hij dat onder meer zo uit: „Als ik het goede wil doen, dan ervaar ik dat het kwade mij bijligt.”

Over die strijd gaat ook vers 23. Paulus zegt dat hij in zijn leden (dat zijn z’n ogen, oren en mond, maar ook zijn hersenen) een wet (je mag ook zeggen: een dwang), een macht ervaart die hem steeds weer wil doen zondigen. Hij heeft van de Heere een nieuw hart ontvangen, maar telkens weer blijkt dat die oude mens nog niet gestorven is, maar hem steeds weer verleiden wil, en dat niet zonder succes. Paulus zegt het zo: „die mij tot een gevangene maakt”. De werkwoordsvorm duidt op een gebeuren dat zich steeds herhaalt. Steeds weer ervaart hij die macht van de zonden, die hem in die strijd doet verliezen. Hoewel hij „de wet des gemoeds” mag bezitten. Hij is in Christus een nieuw mens geworden. Deze ervaring doet hem dan ook met smart en pijn uitroepen: Wat ben ik toch een ellendig en ongelukkig mens.

Herken jij die strijd? Dat je niet meer wilt zondigen, maar dat je smartphone je zo onverwacht weer bracht op dat terrein van de zonden waar je niet meer wilde komen? Dat je in een gesprek met vrienden toch weer begon te roddelen over je klasgenoot? Voel je die strijd weer opkomen wanneer je langs een muziekzaak loopt en je weer dat deuntje hoort uit de tijd dat je er zo aan verslingerd was, en het thuis weer opzette? Voel je de kracht van de ‘andere wet’ weer opkomen als je vrienden vragen om weer eens mee te gaan stappen, en je bezweek voor de verleiding?

Belijdt het dan met Paulus: Heere, wat ben ik toch een ellendig schepsel. Heb ik weer gezondigd. Verzoen toch om Christus’ wil mijn schuld. Geef toch, Heere Jezus, mij weer de kracht om tegen de zonden te strijden. Maar dat die ervaring van de strijd ook het verlangen op mag wekken naar die volkomen verlossing, die Paulus deed uitroepen: „Wie zal mij verlossen van dit lichaam dezes doods?” De apostel verlangde in die strijd naar de hemel, om, verlost van de zonden, God volmaakt te dienen. Zie jij daar ook naar uit? Nog even volhouden. Hij staat te komen. Bid in die strijd: „Heere Jezus, kom haastiglijk.”

Ds. A.A. Egas, Nieuwkoop

Reacties en vragen zijn welkom via jouwvragen@terdege.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 2014

Terdege | 84 Pagina's

Een andere wet

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 2014

Terdege | 84 Pagina's