Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze oudste zuster

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze oudste zuster

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze uitdrukking ontleen ik aan een brief van de puritein Samuel Rutherford uit 1631. Daarin schrijft hij met liefde en bewogenheid over het Joodse volk. Hij benadrukt in zijn schrijven ook het belang van het gebed voor dat volk.

Rutherford schrijft: „Bid voor hen. Toen zij in huns Heeren huis waren, aan hun Vaders zijde, verlangden zij naar de toebrenging van hun kleine zuster, de kerk van de heidenen... Laat ons zo ook vergelden. Wat zullen wij met onze oudste zuster, de Joden, doen?”
Eén van de redenen om in deze bijdrage aandacht voor onze oudste zuster te vragen, is het tumult dat onlangs in de politiek ontstond. U weet ervan. Enkele grotere ondernemingen schorten zakelijke contacten met Israël op. Onder druk van wie of wat dan ook. Dat zullen we wel nooit weten. Als buitenstaander krijg je op zijn minst de indruk dat de vlag van de politieke correctheid hoog gehesen wordt, terwijl die vlag bij de handel in allerlei andere gebieden zo fier niet wappert.
Echter, nu gaat het niet om politieke analyses of beschouwingen. Het gaat mij om de geestelijke roeping die er ligt ten aanzien van deze ‘oudste zuster’. Want die hééft de kerk: een roeping ten aanzien van het Joodse volk. De roeping om dat volk lief te hebben. De roeping – met name – om het gedurige gebed voor dat volk te doen. „Bidt om de vrede van Jeruzalem”, zingt David. Paulus heeft dat in elk geval verstaan én gedaan! Hij schrijft over de „toegenegenheid van zijn hart” en „het gebed tot God voor Israël”.

Ik meen dat de vraag op zijn plaats is hoe levendig dat gebed in de kerk en de binnenkamer is. Anders gezegd: In hoeverre verstaan wij deze roeping ook? Je wordt al snel een bepaalde huiver gewaar. Natuurlijk betwist niemand de noodzaak van dat gebed. Menigeen heeft tegelijk toch ook weer wat reserves. Beducht om in het vaarwater van het fanatisme terecht te komen. Ik begrijp dat ook wel. Er is wel eens sprake van een soort ‘koortsige’ passie bij mensen die een bijzonder warm hart voor het oude volk hebben, waarbij een zekere verblinding dreigt.
‘Liefde maakt blind’, zeggen we toch? Dat gevaar kan er inderdaad zijn. Geestelijke liefde zal echter niet blind zijn. Het is de liefde tot Gods oude volk, omdat de Heere hen Zelf Zijn „beminden om der vaderen wil” noemt. Zonder uit het oog te verliezen dat onbekeerde Joden aangaande het Evangelie vijanden zijn, evenzeer als onbekeerde heidenen dat zijn. Voor de Jood is er evenals voor de heiden maar één weg ter zaligheid: Christus, Die de Weg, de Waarheid en het Leven is. Het gebed voor dat volk zal daarom een gebed zijn dat de ‘oudste zuster’ komt tot de kennis van de Messias.
Allereerst voor dat volk zelf. Tot heil. Tot zaligheid. Daarna mogen we ook nog bedenken dat de bekering van Israël tot zegen voor de volkeren zal zijn. Ik denk aan de indrukwekkende woorden van Thomas Boston, in een preek over Zacharia 12:12: „Is er iets van liefde bij u tot, of belangstelling voor: de kerk, het werk van de reformatie, de hervorming van ons land, de reformatie van de wereld? Ook maar de geringste zucht naar de herleving van dat werk dat nu tot stilstand is gekomen, naar een bloeitijd van de Kerk, die nu in verval is? Bidt dan voor de bekering der Joden. Ziet u verlangend uit naar een opwekking in de kerken, die nu als een vallei vol doodsbeenderen zijn? Zou u graag zien dat de Geest des levens in hen kwam? Bidt dan voor de Joden.”
Bovendien waren de puriteinen van overtuiging dat de bekering van de oudste zuster óók tot verrijking van het persoonlijke geestelijke leven zou zijn. Daarom had het gebed voor het Joodse volk zo’n prominente plaats, op de kansel én in de binnenkamer!

Ds. P.C. Hoek, Hoevelaken

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 februari 2014

Terdege | 84 Pagina's

Onze oudste zuster

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 februari 2014

Terdege | 84 Pagina's