Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vrouw van de dominee

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrouw van de dominee

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Predikanten hebben in de gereformeerde gezindte een prominente plaats, hun echtgenotes gaan door het leven als de vrouw van... Wat betekent het om gehuwd te zijn met een dominee of andere kerkelijke ambtsdrager? Mevr. Westerink: „Ik wachtte maar gewoon af wat de Heere op mijn weg zou brengen.

Als ze documenten moet ondertekenen, doet Jacoba Adriana Westerink-van der Kamp (72) dat steevast met haar meisjesnaam erbij. Ze weet zich met hart en ziel aan haar man verbonden, maar voelt zich meer dan het verlengstuk van ds. J. Westerink. Op verzoek van uitgeverij De Banier schreef de christelijke gereformeerde emeritus-predikant uit Urk voor de serie Pastorale gedachten het boekje ‘De vrouw van...’. Daarbij maakte hij dankbaar gebruik van de ervaringen van zijn echtgenote.
Ze kregen al jong verkering. „We woonden allebei in Zwolle. Ik was bevriend met zijn zus, zo leerden we elkaar kennen. Jaap was zeventien, ik vijftien, hij was christelijk gereformeerd, ik gereformeerd vrijgemaakt. Ik kom uit een gezin uit een boek. Mijn vader en moeder scheelden 22 jaar. Vader, eigenaar van een bedrijf in zand en grint, bleef na het overlijden van zijn eerste vrouw achter met twaalf kinderen, van wie het grootste deel getrouwd was. Bij een van mijn zussen, die een baby had gekregen, leerde hij moeder kennen. Die kwam daar als wijkverpleegster. Mijn zus dacht: dat zou iemand voor vader zijn. Dat bleek te kloppen, drie maanden later zijn ze getrouwd, en ze kregen ook nog een kindje. Dat ben ik. Toen mijn vader in 1950 overleed, was ik acht jaar. Moeder was maar vijf jaar ouder dan mijn oudste broer, maar de verhoudingen zijn altijd bijzonder goed geweest. Ik ben in een gezin met heel veel liefde opgegroeid.”

Winkel
Een goede huisvriend van haar ouders was dr. R.H. Bremmer, destijds gereformeerd vrijgemaakt predikant in Zwolle, van wie ze ook catechisatie kreeg. Gedegen gereformeerd onderwijs. „Ik zeg altijd: in de vrijgemaakte kerk heb ik heel veel over de Bijbel geleerd, in de christelijke gereformeerde kerk heb ik de Heere Jezus leren kennen. Bij ons thuis werd altijd over de kerk gepraat, maar vrijwel nooit over het wezenlijke van het geloof.”

De bekentenis van haar vriend dat hij meende dominee te moeten worden, veroorzaakte bij haar geen bijzondere emoties. „Als je jong bent, accepteer je de dingen zoals ze komen. Na het derde admissie-examen is hij in Apeldoorn aangenomen. Van de studenten werd verwacht dat ze de zondag over in Apeldoorn bleven, maar mijn verloofde kreeg daarvoor ontheffing. Zijn vader, die in Zwolle een viszaak had, is op 49-jarige leeftijd overleden. Jaap moest op vrijdag, zaterdag en maandag bijspringen in de winkel.
Om zijn studie mogelijk te maken, heb ook ik nog een jaar in de winkel gewerkt, aanvankelijk tegen de zin van mijn moeder. Die wilde dat ik verpleegster werd. Toen voor mijn gevoel alles vastliep, zei ze op een morgen: ‘Je kunt gaan. Ik heb erom gebeden en mag je niet tegenhouden.’ Dat vergeet je nooit meer. Na dat jaar kwam er weduwenpensioen, en is de winkel aan de kant gedaan.”

Gezin
Over haar toekomst als predikantsvrouw maakte ze zich niet druk. „In vrijgemaakte kring werd niet zo hoog tegen dominees opgekeken. Ik zag mevrouw Bremmer met een groot gezin, en dat hobbelde aardig voort. Voor mij was er niets bijzonders aan. Zo ben ik de pastorie in gegaan. Je hebt van die domineesvrouwen die het ín zich hebben, dat heb ik nooit gehad en ook nooit gekregen. Het voordeel daarvan is dat ik de pastorie nooit als een glazen huis heb ervaren. Ze mogen alles zien. We doen geen gekke dingen en verder zijn we net als alle mensenkinderen van Adam, met zonden en gebreken. Je bent verantwoordelijk tegenover de Heere, niet tegenover mensen.”
De eerste pastorie lag in Zeeland. „We zijn in 1963 getrouwd en naar Kerkwerve geëmigreerd, zo ervoer je dat echt. Vanaf Zwolle reisden we er vijf uur over. De cultuur was anders en er werd een andere taal gesproken, maar we hebben het daar heel goed gehad. Samen gingen we overal kennismaken.”
Een programma heeft de christelijke gereformeerde predikantsvrouw nooit gemaakt. „Ik wachtte maar gewoon af wat de Heere op mijn weg zou brengen. Als ambtsdragers op gesprek kwamen in verband met een beroep, vroeg ik altijd wel wat ze van mij verwachtten. Dan keken ze me met grote ogen aan. Dat waren ze blijkbaar niet gewend, terwijl ik het een heel gewone vraag vind.”

Pastorale zorgen
In Nunspeet namen alle pastorale zorgen in de grote gemeente ook de domineesvrouw grotendeels in beslag. „Soms groeiden ze me boven het hoofd, want ik had een jong gezin dat mijn aandacht vroeg.” Ook op Urk stond ze vrijwel alleen voor de opvoeding. „De gemeente bestond uit mensen die net de gereformeerde kerk hadden verlaten, alles moest weer worden opgebouwd. Onze kinderen zagen hun vader vrijwel alleen op catechisatie en op de preekstoel. Dat heeft binnen ons huwelijk weleens spanningen gegeven. Dan is het geweldig belangrijk dat je weet bij Wie je met alles terechtkunt.”
Als ze terugblikt op haar leven, begrijp ze niet hoe ze het allemaal klaarspeelde. Een jonge vrouw verbleef anderhalve week in de pastorie voor een slaapkuur, een van huis weggelopen meisje vroeg om onderdak, pleegkinderen werden voor onbepaalde tijd bij de dominee afgeleverd. „Op een gegeven moment lag onder de hoogslaper van onze jongste zoon een matras, in het kamertje ernaast stond een kinderledikantje voor de derde gast. Het rare is dat je die dingen weer vergeet. ‘Weet u nog, tante Co, dat ik een keer drie maanden bij jullie ben geweest?’ zei een van die jongens later. Dat kon ik bijna niet geloven.”

Zwaarder dan de drukte was de oppositie waarmee ze te maken kreeg. „In Bunschoten hield mijn man in het kader van een serie een preek over Jakob bij Pniël, waarin hij ernstig waarschuwde tegen verbondsautomatisme. Die preek riep bij plaatselijke vrijgemaakte collega’s scherpe reacties op. De preek ging vervolgens het hele land door, onze kinderen durfden in de omgeving nauwelijks hun achternaam te noemen. Ook op Urk was het in het begin soms niet eenvoudig. Onze gemeente is ontstaan doordat mensen de gereformeerde kerk verlieten vanwege de leeropvattingen van Kuitert en Wiersinga. Zo’n scheuring geeft in het begin altijd spanningen. Zelf kon ik daar wel mee omgaan, voor de kinderen was dat lastiger.”

Organiseren
De christelijke gereformeerde predikantsvrouw voelde zich in haar element wanneer ze zorg rond gemeenteleden in nood kon organiseren. „Tijdens onze eerste periode op Urk werd een groentekweker in de polder ernstig ziek, terwijl de bloemkolen van het land moesten. Die waren al iets doorgeschoten, dus ze konden niet meer naar de veiling. Gemeenteleden hebben ze geoogst en ze zijn vanuit de pastorie verkocht. In het najaar moesten de wortels uit de grond. De hele gemeente deed mee, ook dominee Brons zat op zijn knieën in de blubber. Een artikel schrijven vind ik een drama, maar dit soort dingen op touw zetten ligt me.”
Bij beroepen luisterde ze vooral naar wat haar man vertelde over zijn gedachten erover of zijn worsteling ermee. „Naar de nieuwe pastorie was ik nooit bij voorbaat al geïnteresseerd. Als je in dienst van de Heere bent, mag een huis nooit een struikelblok zijn. Voor mij ging het erom dat mijn man duidelijkheid kreeg over de beslissing die hij moest nemen. Zijn roeping was mijn roeping. Zelfs in de moeilijkste perioden heb ik nooit het gevoel gehad: was ik maar met een bouwvakker getrouwd.”
Met het emeritaat van haar man veranderde er voor haar gevoel niet zo veel. „Het wordt wel wat rustiger, maar je blijft lid van de gemeente. Daar gaan alle zorgen gewoon door. Kraambezoeken heb ik nu veel minder, maar er blijft voldoende over dat je aandacht vraagt. Daar hoef je geen predikantsvrouw voor te wezen.”

N.a.v. ‘De vrouw van... Gedachten over de vrouw van een ambtsdrager’, door ds. J. Westerink; uitg. De Banier, Apendoorn; 88 blz.; prijs € 9,95.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 mei 2014

Terdege | 92 Pagina's

Vrouw van de dominee

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 mei 2014

Terdege | 92 Pagina's