Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ernst van humor

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ernst van humor

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een 1-aprilgrap op de site van het Reformatorisch Dagblad riep een reeks reacties op. Lang niet iedereen kon het waarderen zich te hebben opgegeven voor een koninklijke audiëntie die nooit zou plaatshebben. Hebben reformatorische christenen weinig gevoel voor humor? Kenners menen dat het wel meevalt. „Humor is van alle tijden en relativeert het belang van jezelf. In die zin is het gebruik ervan voor christenen juist noodzakelijk.

Niets is ernstiger dan humor. Deze uitspraak op een vergeeld krantenknipsel hangt al vele jaren aan de deur van de werkkamer die hij deelt met een collega. SGP-voorlichter Menno de Bruyne relativeert later de stelligheid ervan. „Natuurlijk zijn er gevallen denkbaar waarin je een grap maakt zonder een serieuze achtergrond. Maar in veel gevallen zit er toch ook ernst in.”
Menno, gepokt en gemazeld in het Haagse politieke circuit, kan het weten. Met zijn Haagse propjes in De Banier neemt hij al sinds jaar en dag vriend en vijand op de korrel. De meest gelezen rubriek in het partijblad begon hij ooit toen hij een uitspraak wilde doen over de toenmalige VVD-leider Hans Wiegel. „Ik had daar op dat moment niet echt een plek voor. Toen ontstond het eerste propje. Om de pagina te vullen, ging dat samen met een aantal andere ludieke opmerkingen. Ik merkte al snel dat ik het leuk vond om te doen en dat de lezers het eveneens waardeerden. Mijn collega’s merken ook dat ik ervan geniet. ‘We weten precies wanneer je ze schrijft. Dan zit je er zelf bij te lachen’, zeggen ze.”

Zuur
De Haagse club van de staatkundig-gereformeerden staat bekend om zijn humor. De Bruyne weet nog precies hoe enkele PvdA’ers reageerden op een interne verhuizing in het gebouw van de Tweede Kamer. „Ze waren tot die tijd onze buren. Ze gaven ons bij het ‘afscheid’ mee dat ze gedurende ons verblijf een heel ander beeld van de SGP hadden gekregen. Er wordt bij jullie meer gelachen dan bij ons.”
De SGP’er denkt dat dit waar is. „Linkse partijen staan als wat zuurder bekend. Het heeft volgens mij te maken met het feit dat ze denken dat alles van hen afhangt. Als het dan niet lukt om ondanks alle inspanningen de wereld te verbeteren, heeft dat zijn weerslag. Wij kunnen veel beter relativeren en het overgeven. Dat is niet alleen mijn waarneming, ik hoor het ook van anderen.”
Dat linkse beeld gaat niet altijd op. „Het heeft ook iets te maken met macht.” Dat er bij de SP meer gelachen wordt dan bij de PvdA vindt daarin wellicht een verklaring.

Loodzware momenten
De momenten dat SGP-fractieleider Kees van der Staaij loodzware en spanningsvolle momenten tijdens besprekingen met de coalitiepartijen vaart gaf door met een grap de spanning te breken, staan veel Nederlanders op het netvlies gebrand. De Bruyne bestrijdt dat het beeld van een humorvolle SGP’er van de laatste tijd is. „Dat lijkt zo omdat onze partij de laatste jaren meer in de schijnwerpers staat als gevolg van de invloed die we kunnen uitoefenen. Maar de werkelijkheid is veel ouder. Ds. Abma werd bij zijn afscheid geroemd om zijn subtiele humor, hoewel die lang niet altijd door iedereen werd begrepen. Van Rossum heb ik zelf meegemaakt. Hij was bekend vanwege zijn bulderende lach. Je hoorde hem op honderd meter afstand naderen. En Van der Vlies zag er misschien niet uit als een lachebek, maar viel echt op door zijn kwinkslagen. Daarmee wist hij meerdere malen de spanning tijdens debatten te breken.”
De combinatie van humor en ernst kan heel zinvol zijn, weet De Bruyne. „Zo ging Van der Staaij tijdens de laatste algemene beschouwingen uitgebreid in op een gefingeerd werkbezoek. Alle partijen kwam op een humorvolle wijze langs. Maar het sloot af met de Ark van Noach. Daar werd nadrukkelijk aandacht voor gevraagd. Je hoort sommige mensen op het Binnenhof er nog over spreken.”

D66-staat
Ernstige kwesties op een enigszins ludieke wijze aan de orde stellen. Menno werkt er zelf in zijn propjes met graagte aan mee. Zo ging ‘zijn’ pagina in De Banier letterlijk op zwart na de uitspraak van de Hoge Raad in de vrouwenkwestie. „Ik was diep geraakt en vond dat een grof onrecht.”
Een andere opmerkelijke pagina, maar dan op een heel ander niveau, was het ontbreken van spaties in een aflevering, nadat hij door de nieuwe lay-out was gedwongen om korter te schrijven. Met een brede grijns: „Daardoor kon ik even veel kwijt.”
De wijze waarop hij een D66-staat in 2018 beschreef, zette meerdere mensen aan het denken. „Niet alleen de SGP werd verboden, zelfs de uitvoering van een muziekstuk over de schepping mocht niet meer. Dat is het gevolg van het op een rechtlijnige wijze doortrekken van de gedachte dat er buiten de evolutie niets kan bestaan.”

Mondhoeken
Het breken van de spanning is niet de enige functie van humor. Humor werkt ontwapenend en houdt de aandacht vast. Menno de Bruyne weet het van de vele spreekbeurten die hij de laatste jaren verzorgt. Hij komt in allerlei zaaltjes, in tal van plaatsen in de biblebelt en heeft zelf het grootste plezier wanneer het lukt om in sommige dorpen mensen waarvan je het niet verwacht aan het lachen te krijgen. „Dan zie ik wel eens iemand bij wie de onderlip op de derde knoop van zijn vest hangt. Als ik bij hem de mondhoeken zie krullen, heb ik zelf de meeste lol.”
Hij doet het eveneens om zijn gehoor bij de les te houden. „Je kunt wel een saai verhaal over politiek afsteken, maar dan zie je na tien minuten de eerste luisteraar al knikkebollen.”
Het juiste gebruik van humor kun je wel enigszins aanleren, maar dat is niet voldoende, vindt de voorlichter. „Je kunt het niet spelen, je moet altijd jezelf zijn. Belangrijk is dat je moet kunnen relativeren.”
Provocaties dienen te worden vermeden en sommige onderwerpen zijn taboe. „Natuurlijk heilige zaken, maar ook al te persoonlijke dingen. En onderwerpen als ziekte of dood.”

Genade
Hij beseft dat de kiezers van zijn partij opmerkelijk mild reageren op de humor van de SGP’ers aan het Binnenhof. „Wellicht heeft dat te maken met de omgeving waarin wij werken. Dat is een volstrekt seculiere en dat beseft onze achterban heel goed.”
Dat wil niet zeggen dat hij nooit kritiek krijgt. „Maar niet vaak. Ik ben blij als er persoonlijk wordt gereageerd want dan kun je uitleggen waarom je iets doet.” Een heel enkele maal krijgt hij een brief waarin hij wordt verzocht ermee op te houden. De tijden zijn zo ernstig, dat daarin geen humor past, wordt dan geschreven.”
Meestal is het de mening van een enkeling, weet hij. Bovendien is hij het niet met deze briefschrijvers eens. „Humor heeft in een aantal gevallen ernst als ondergrond. Het is van alle tijden en relativeert het belang van jezelf. In die zin is het gebruik ervan voor christenen noodzakelijk. Als je dan relativerend op iets ernstigs uit je eigen leven kunt terugblikken, geeft het aan dat je het voorval een plaats hebt gegeven. Humor zie ik in dat geval als genade.”

Knipoog
Ook dominee A. Beens uit Barneveld ziet geen verschillen in het gevoel voor humor tussen de reformatorische gezindte en de rest van Nederland. De emeritus schreef verschillende jaren in het Reformatorisch Dagblad een column, waarin hij meerdere malen met een knipoog voorvallen uit de achterban van de krant en het gedrag van groepen of individuen tegen het licht hield. „Soms met de bijna onbedwingbare lust om te plagen, soms opgewonden. Vooral als het kerkelijke zaken betrof. Maar altijd met de gedachte om te relativeren.”
Het leverde hem regelmatig reacties op, vertelt hij in de huiskamer van zijn rijtjeswoning in een buitenwijk van Barneveld. Een enkele maal was iemand echt boos. Hij herinnert zich een bakker die echt begon te schelden. „Er viel echt niets mee te beginnen. Ik heb toen maar gezegd dat zijn koekjes beter smaakten dan zijn praatjes.”
Hij vindt het belangrijk om van zijn critici te houden. „Toen ik jonger was had ik meer de neiging om enigszins sarcastisch te worden, maar naarmate je ouder wordt, ben je milder en is er meer ruimte voor echte humor.” Hij weet uit ervaring dat een deel van het reformatorische publiek zijn best doet om uiterst ingetogen te blijven. „Maar dat is bepaald geen regel, want ik heb verschillende mensen gekend die een behoorlijke mate van geestelijkheid koppelden aan een geweldig gevoel voor humor.”

Hoedje kopen
Niet altijd wordt het begrepen, is zijn ervaring. Gekscherend riep hij eens in zijn column de mannelijke lezers op om toch maar de beurs “Naar Buiten” te bezoeken, om voor hun vrouw een nieuw hoedje te kopen. „Iemand uit de buurt informeerde een week later heel serieus of mijn vrouw inderdaad was geslaagd.” Zelf trapte hij in een grap die de redactie van het Nederlands Dagblad onlangs verzon. „Ze schreven over een nieuwe site, preekpunten.nu. Iedereen kon daarop een beoordeling van dominees geven aan de hand van de door hen gehouden preken. Ik stond op het punt van ontploffen toen onze hulp zich hardop afvroeg op welke datum het bericht was geplaatst. Juist, op 1 april. Het had helaas waar kunnen zijn.”
Humor omschrijft dominee Beens als „de kunst èn de gunst van het relativeren”. Hij gelooft niet dat het voor iedereen is weggelegd. „Het is een gave, bedoeld om de ander aan het denken te zetten.” Dat wil niet zeggen dat er helemaal niets te leren valt. Hij citeert een spreuk, die hij onlangs aantrof in een agenda. „Geestigheid is iets van het verstand, humor is iets van het hart. Daar zit ook veel waars in.”

Verlegen
Hij bekent van nature „een uiterst verlegen mannetje te zijn. Toen ik predikant moest worden, zag ik er vreselijk tegenop om in het openbaar te moeten spreken. Achteraf moet ik bekennen dat het altijd wonderbaarlijk goed is gegaan.” Aan moeders kant bestond zijn familie uit mensen die hij omschrijft als uiterst expressief. „Als kind genoot je daarvan. Mijn moeder ging altijd lopen als ze iets vertelde en deed daarbij mensen na. Niet lelijk of zo, maar wel heel beweeglijk en relativerend.”
Vooral mensen met een minder gunstig zelfbeeld blijken volgens hem gevoel voor humor te bezitten. „Zij hebben humor nodig om overeind te blijven. Zelf ben ik ook niet zo opgewekt en zelfs vrij depressief van aard.” Als illustere voorbeelden noemt hij ds. Jac. van Dijk en dominee J.T. Doornenbal. Beiden doorspekten hun humor met een zekere melancholie en bezaten tegelijkertijd een zekere triestheid.”

Sarcasme
Net als Menno de Bruyne vindt dominee Beens het belangrijk om goed te letten op de grenzen van het betamelijke. „Schuinsheden zijn uit den boze. Als kind schaamde ik me al als ik grote mannen dergelijke moppen hoorde tappen.” Moeilijker is de grens tussen humor en sarcasme. „Die is niet altijd concreet aan te geven. Sarcasme hoeft niet in alle gevallen taboe te zijn, maar het moet niet te persoonlijk worden. Als het overgaat in cynisme kan het mensen beschadigen. Dat mag niet.”
De Bijbel lijkt op het eerste oog te zwijgen als het om humor gaat. De predikant ziet echter wel gebeurtenissen die een zekere humor in zich meedragen. „Ik denk dan in de eerste plaats aan de torenbouw van Babel. Het moest steeds hoger en hoger. Laat ons nederdalen, zegt God dan. De toren stort niet in, maar Hij verwart de spraak. Het is natuurlijk bepaald geen humoristische geschiedenis, maar er wordt op een zekere wijze met de mensen gespot. Dat zie je vaker, juist in een bepaald oordeel bespot en belacht God de mensen.”
Om de uitspraken van een blindgeborene moet hij ook glimlachen. „Op een bepaald moment vraagt de blindgeborene na zijn genezing of zijn ondervragers ook discipelen willen worden. Tamelijk argeloos, want dat was nu het laatste waar ze aan dachten.”

Preekstoel
Op de preekstoel is de dominee heel alert. „Je kijkt rond en ziet natuurlijk altijd wel dingen die je aandacht trekken. Dan borrelt er soms een opmerking in je op en moet ik me inhouden. Dat lukt niet altijd.” Hij heeft het nooit ervaren als een afbreuk aan de ernst van de prediking. „Je kunt de aandacht van de mensen vangen en daar gebruik van maken om juist heel tere zaken aan de orde te stellen. De mensen voor je zijn geen gehoor, maar mensen van vlees en bloed. Ze hebben allemaal hun specifieke eigenschappen en omstandigheden, die ze in gedachten soms meebrengen naar de kerk.”
Humor heeft, naast het vasthouden van de aandacht, nog een andere functie. „Je kunt hoogmoed, windbuilerij en opgeblazenheid aan de kaak stellen. Doe maar gewoon, is mijn motto.”
Hij waakt ervoor om het op de kansel beperkt te houden. „Het is balanceren op het scherp van de snede. Je bent zelf maar een gewoon mens, al heb je een toga aan. Aan de andere kant bevind je je in Gods huis.” Ds. Beens moet niets hebben van een zekere getaptheid. „Dat heeft niets met humor te maken en is een degradatie van de eredienst. Het mag geen kraaienkras worden. In alles geldt het woord van Paulus: „Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar alle dingen zijn niet oorbaar; alle dingen zijn mij geoorloofd, maar alle dingen stichten niet.”


Karikaturen
SGP-jongerenblad ‘In Contact’ plaatst de laatste jaren in ieder nummer een (politieke) karikatuur, afkomstig van een brede groep cartoonisten. Menno de Bruyne voorziet de cartoon van een passend commentaar. Ook een vorm van humor. Hierbij een cartoon van ‘In Contact uit 2013’, gemaakt door Thomas van Oostrum.


Punt van huilen gepasseerd
Humor is ernst, doorgetrokken naar het absurde.
Een geestige mededeling is in wezen altijd serieus.
Het kristallisatiepunt ligt evenwel anders.
En omdat ze lachen, denken de mensen: dat was iets vrolijks.
Maar ze lachen omdat ze het punt, waar ze huilen moesten, allang gepasseerd zijn.

Godfried Bomans (1913-1971)

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 juni 2014

Terdege | 84 Pagina's

De ernst van humor

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 juni 2014

Terdege | 84 Pagina's