Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Matig toegerust voor levensbelangrijke vragen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Matig toegerust voor levensbelangrijke vragen

Zinvolle zorg rond het levenseinde (3)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het leven is voor dr. P.C. Hoek een kostbare gift van God. Maar dat betekent niet dat het zo lang mogelijk moet worden gerekt. „Het verabsoluteren van onze tijdelijke wijze van bestaan is voor mij net zo ongeestelijk als het veronachtzamen ervan.

Als gemeentepredikant zat dr. P.C. Hoek aan menig ziekbed van gemeenteleden in de laatste levensfase. Soms vroegen ze zijn mening over het al dan niet starten van een ingrijpende behandeling. Hij liet zich nooit verleiden tot een concreet antwoord, maar probeerde de patiënt te helpen bij het maken van een afweging voor Gods aangezicht.
De predikant uit Hoevelaken, inmiddels fulltime docent praktische vakken aan het Hersteld Hervormd Seminarie, ervoer daarbij meer dan eens de complexiteit van medisch-ethische vragen. „We hebben dringend behoefte aan mensen die een gedegen bijdrage aan de discussie kunnen leveren. Nu worden vaak uitspraken gedaan op basis van een beperkte kennis.”

Is er binnen de gereformeerde gezindte onvoldoende aandacht voor ethiek?
„Ik denk inderdaad dat we de ethische bezinning de laatste jaren te veel aan anderen hebben overgelaten. Vooral op medisch-ethisch gebied wreekt zich dat. De ontwikkelingen op dat terrein gaan snel en de vraagstukken zijn ingewikkeld. Neem alleen de genetica. De complexiteit daarvan ontmoedigt menigeen om zich erin te verdiepen. Zo ontstaat een vicieuze cirkel.
Veelzeggend is dat het boek ‘Grondslagen christelijke ethiek’ van Douma als reprint op de markt is gebracht ten behoeve van reformatorische onderwijsinstellingen. Kennelijk ontbreekt het aan meer up-to-date materiaal. Op medisch-ethisch gebied probeert prof. Jochemsen als een van de weinigen de ontwikkelingen bij te houden.
Het zouden er wel wat meer mogen zijn.”

Hoe is het bij uw studenten gesteld met de belangstelling voor ethiek?
„Die is niet bijster groot. In het verleden waren vooral de kerkhistorische vakken populair onder reformatorische theologiestudenten. Dat is in relatief korte tijd veranderd. Nu is vooral de systematische theologie populair.”

Hoe ziet u de relatie tussen orthodoxie en orthopraxie?
„Zoals het geloof zonder de werken dood is, kan orthodoxie niet zonder orthopraxie. Het is cruciaal dat die twee dezelfde taal spreken. Zeker in een tijd waarin velen totaal vervreemd zijn van de christelijke leer, is de sprake van de orthopraxie heel belangrijk. Vooral van de zorg voor anderen kan een wervende werking uitgaan. Onze tijd van bezuinigingen op de professionele zorg biedt onmiskenbaar mogelijkheden op dit gebied.”

Schiet de ouderenzorg in Nederland tekort?
„In het algemeen is de standaard van deze zorg nog altijd hoog, maar het wordt steeds moeilijker om dat peil te behouden. We zijn er niet met het keer op keer ophogen van budgetten. Er is vooral een mentaliteitsomslag nodig. Het omzien naar kwetsbaren moet tot onze algemene morele uitrusting gaan behoren. Dat zal tot gevolg hebben dat we de zorg voor ouderen in het algemeen en die voor onze eigen ouders in het bijzonder minder snel uitbesteden. Door alle mogelijkheden die de overheid bood, hebben we onze eigen verantwoordelijkheid misschien wel te gemakkelijk overgedragen aan professionele zorgverleners.”

De huidige omslag in het overheidsbeleid, met de roep om een participatiemaatschappij, is terecht?
„Duidelijk is dat er wat moet gebeuren. Het aantal tachtig-plussers neemt snel toe. Die groep van hoogbejaarden moet door een afnemend aantal jongeren worden verzorgd. Dat kunnen niet alleen professionals zijn. Afgezien van het geld ontbreken daarvoor de mensen. We zullen toe moeten naar het verstaan van persoonlijke verantwoordelijkheid. Waar zit in ons collectieve geweten de zorg voor de kwetsbaren in de samenleving?
Het lastige is wel dat de maatschappelijke context niet te vergelijken is met die van veertig jaar geleden. Het is te simpel om te zeggen: we moeten het weer net zo doen als toen. Kinderen wonen vaak in andere delen van het land, en het dagelijks bestaan van veel mensen steekt behoorlijk complex in elkaar. Het vraagt nogal wat organisatie om de mantelzorg voor familie en vrienden concreet vorm te geven. Ik denk dat in de huidige situatie de diaconale taak van de kerk weer meer in beeld moet komen. Niet in de vorm van financiële ondersteuning maar door praktische zorg, in de eerste plaats aan huisgenoten des geloofs. Daarin is nog wel een slag te maken.”

Aan welke criteria moet goede zorg in de avond van het leven voldoen?
„Het belangrijkste is aandacht voor de gehele mens. Nu is deze zorg nogal eens gefragmentariseerd. Oude mensen worden geconfronteerd met een stoet van zorgwerkers, die allemaal met een specifiek element bezig zijn: het aantrekken van een steunkous, het geven van een injectie. Dat gaat ten koste van de zorg voor het algehele welzijn.”

Moet de nadruk in de ouderenzorg meer op de care dan op de cure gaan vallen?
„Het leven is een kostbare gave van God, die gekoesterd mag worden, maar niet enkel in een binnenwereldlijk perspectief. Meer dan eens zetten patiënten hun dokter onder druk, omdat ze per se nog deze of die behandeling willen proberen. Terwijl ieder kan zien dat hun einde nadert. Het verabsoluteren van onze tijdelijke wijze van bestaan is voor mij net zo ongeestelijk als het veronachtzamen ervan. Daar komt bij dat de financiële mogelijkheden eindig zijn, dus er moeten keuzes worden gemaakt.
Ik denk dat we ons te weinig rekenschap hebben gegeven van de vragen die worden opgeroepen door de toegenomen medische mogelijkheden. Dr. Teeuw gaf er voorbeelden van hoe door een eenzijdige gerichtheid op verlenging van het leven het welzijn van patiënten in de knel kan komen. Zorg voor het leven en zorg voor het welzijn moeten met elkaar in balans zijn.”

Wat betekent dit voor uw visie op behandeling of het nalaten daarvan in de laatste levensfase?
„Ik voel met Teeuw veel voor het spreken in termen van proportionaliteit. Dient een behandeling het welzijn van de patiënt? Vanuit pastoraal oogpunt vind ik de vraag waarom de zieke naar de ene of de andere beslissing neigt van groot belang. Mijn moeder is behandeld voor borstkanker, maar na vijf jaar kwam de ziekte terug in de vorm van botkanker. Genezing was uitgesloten. De tijd die haar nog restte, wilde ze in een zo goed mogelijke conditie doorbrengen. Daarom zag ze af van chemokuren. Dat was echt een geestelijke beslissing, waarin alle gezinsleden zich konden vinden.”

Hoe zwaar moet de wens van de patiënt voor de arts en de familie wegen?
„Een arts is geroepen alle informatie te geven die nodig is om een goede beslissing te nemen, maar uiteindelijk beslist de patiënt. Zoals de dokter voor zichzelf beslist wat hij wel en niet medisch en moreel verantwoord vindt.”

In de laatste levensfase wordt ook door christenartsen vaak palliatieve sedatie toegepast. Hoe beoordeelt u de waarschuwing van prof. Jochemsen voor een glijdende schaal op dit gebied?
„De intentie achter het toedienen van middelen die het bewustzijn verlagen, moet zuiver zijn: gericht op verlichting van de pijn of het wegnemen van benauwdheid, niet op bespoediging van het levenseinde. Er kan in deze levensfase een spanningsveld optreden tussen het belang van de dokter en dat van de dominee, is mijn ervaring. De dokter ziet de patiënt graag zo rustig mogelijk, als pastor zie ik de zieke graag zo helder mogelijk. Zeker als ik er niet gerust op ben dat die voor anker is gegaan in het volbrachte werk van Christus. Wil iemand met enige bewustheid daarmee bezig kunnen zijn, dan moet hij niet half in coma liggen. Soms wordt palliatieve sedatie toegepast op een moment dat het mijns inziens nog niet nodig is, al heb ik ook het omgekeerde wel meegemaakt.”

Hoe beoordeelt u het begrip pro-life?
„Die geeft patiënten duidelijkheid over de ethische positiekeuze van een arts, maar heeft tegelijk een versimpeling in zich. Alsof alle niet-pro-life-artsen tégen het leven zijn. Bovendien kan het begrip suggereren dat de pro-life-arts te allen tijde alles zal doen om het leven te verlengen. Laten wij voor alles pro-Life met een hoofdletter zijn!”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 juli 2014

Terdege | 84 Pagina's

Matig toegerust voor levensbelangrijke vragen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 juli 2014

Terdege | 84 Pagina's