Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Graven in het voorgeslacht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Graven in het voorgeslacht

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wetenswaardigheden, droefheid en blijdschap. Johannes de Koning (65) uit Waddinxveen kwam het allemaal tegen toen hij zich verdiepte in zijn voorgeslacht. Zijn stamboomonderzoek ging terug tot de 16e eeuw en verbreedde zich binnen de familie steeds verder. „De mogelijkheden zijn onbegrensd. En steeds weer kom je leuke dingen tegen.

Het begon tien jaar geleden met een paar oude boekjes uit de zestiende en zeventiende eeuw. „Ik zag daarin een jaartal met de naam van ene Pieter de Koning. Ik bezocht in die tijd de fysiotherapeut, een echte stamboomonderzoeker. Toen ik hem dat vertelde, bracht hij de keer daarop een stukje van mijn stamboom mee. Om meer te weten te komen, ben ik naar het streekarchief in IJsselmonde gegaan. Ik woonde in Ridderkerk en uit die omgeving kwamen ook mijn ouders.”
Het graven in het verleden van zijn familie liet hem niet meer los. Als vrijwilliger was de voormalige administrateur en latere docent economie geruime tijd werkzaam op de afdeling genealogie bij de oudheidkamer in zijn woonplaats. Daar zocht hij niet alleen naar gegevens over zijn voorgeslacht, maar beantwoordde hij ook vragen van anderen. Hoewel internet al de huiskamers was binnengedrongen, begonnen archieven en andere instellingen pas in die tijd tal van gegevens te ontsluiten voor een groot publiek. „Voor sommige zaken moest je naar het streekarchief, het regioarchief in Dordrecht of het grote archief van Rotterdam. Na die tijd is ontzaglijk veel gedigitaliseerd en hoef je voor je hobby er niet zoveel meer op uit.”
Hij waarschuwt er wel voor om in alle gevallen op internetgegevens te vertrouwen. „Zo zijn bij de invoering van gegevens in het Nationaal Archief door studenten best wel veel fouten gemaakt. Als je iets echt zeker wilt weten, moet je toch vaak teruggaan naar de originele akte.”

VOC-kapitein
Vele uren achtereen bracht hij door achter zijn pc of in een van de vele archieven, van gemeenten, de regio, kerken of rechtbanken. Een goede genealoog bezit volgens De Koning interesse voor de geschiedenis, beschikt over een flinke portie geduld en is secuur. „Het kost enorm veel tijd. Er zijn genealogen die niet al te veel bronnenonderzoek doen en daardoor kun je op het verkeerde been worden geplaatst. De belangrijkste bewijzen zijn akten of foto’s daarvan.”
Al vrij snel maakte hij gebruik van het in genealogische kring bekende programma van Aldfaer. „Dat is gratis, heeft een handleiding en biedt voldoende mogelijkheden om door te gaan.”
De Koning verdiepte zich in het voorgeslacht van zowel zijn vader en moeder als zijn in 2008 overleden eerste vrouw. Hij hertrouwde afgelopen najaar en is nu bezig te spitten in het voorgeslacht van zijn tweede vrouw. „Erg interessant, want ik kwam pas een VOC-kapitein tegen. Dat was in de familie tot op heden niet bekend.”
Bij zijn eigen ouders ging hij terug tot Jan de Koning, geboren in 1590. „Eigenlijk staat hij te boek als Jan Coningh, maar er hadden veel verschrijvingen plaats.” De eerste voorvader van zijn moeder, Cornelis van der Vlies, werd in 1536 in Sliedrecht geboren. De Koning spreekt in dit verband van kwartierstaten. „Dan ga je zo ver mogelijk terug.” Zo legde hij 3300 namen vast. „Dat lijkt veel, maar ik ken wel mensen die over de 9000 zitten. Als je uitbreidt naar broers of zussen, kun je steeds verder gaan.”

Brand in kerk
Beginnende genealogen adviseert hij de namen van de ouders en grootouders, inclusief hun geboortedata en -plaatsen, bij de hand te houden. „Die heb je meestal nodig, tenzij je aansluit bij al bestaand onderzoek. Geboorteaktes worden namelijk pas na 100 jaar vrijgegeven, trouwaktes na 75 jaar en overlijdensaktes na 50 jaar.”
Meestal is het eenvoudig om het voorgeslacht tot 1811 terug te vinden. „Het was Napoleon die het opschrijven verplichtte. In de periode voor 1811 ben je afhankelijk van doop-, trouw- en overlijdensaktes.” Het ontbreken van dergelijke aktes maakte een einde aan zijn naspeuringen in de periode voor 1590. „Bij een brand in de kerk van IJsselmonde zijn de archieven verloren gegaan.”
Als de oude geschriften wel bestaan, is het evenmin altijd gemakkelijk. „Vroeger werden dit soort zaken slecht bijgehouden. Het kon zomaar zijn dat iemand aangifte deed van de geboorte van een dochter en dat iemand anders dat vrijwel tegelijkertijd ook kwam doen. Dan zie je dat soms dezelfde voornamen zijn ingevuld.”
De duizenden genealogen kunnen putten uit tal van internetsites. Zo krijgt De Koning veel informatie via de sites van Genealogieonline, My Heritage, Wiewaswie en Voorouders en legt hij vragen voor bij Geneanet, een stamboomforum en de in Frankrijk woonachtige Nederlander Coret, een expert op dit terrein. „Stambomen worden soms naast elkaar gelegd en gegevens gematcht. Wel moet je in veel gevallen zelf nagaan of iets klopt. De Mormonen hebben bijvoorbeeld ook enorm veel gegevens, wereldwijd. Maar ze kloppen lang niet altijd.”

Veerbaas
Het meest interessant zijn de gegevens die iets vertellen over de afkomst of het doen en laten van de voorouders, aldus De Koning. „Zo heb ik in Duitsland een achterachterneef gevonden. Die bleek van adel te zijn en zelfs nog een kasteel te bezitten. Mijn moeders familie was in 1848 naar Nederland gekomen, uit Dortmund.”
Van de oudste De Koning (Jan Coningh) vond de hobbyist dat hij veerbaas was geweest. Op een niet onbelangrijke plek. „Hij had het recht van de pont bij Kralingseveer gekocht.” Aan de hand van de kwartierstaat van zijn moeder toont De Koning een verwantschap met Bas van der Vlies aan. Een adres op een gezinskaart zocht hij jarenlang. „Het ging om de Molsteeg in Rotterdam, een straat die verdwenen moet zijn na het bombardement. Ik trof die op een oude kaart van gemeentewerken en later op een vanuit een vliegtuig gemaakte foto.”
Het zijn niet alleen leuke dingen die hij tegenkomt. „Ook droevige, zoals een ongehuwde vrouw met vier kinderen, afkomstig van drie mannen. Of een gezin met twintig kinderen, van wie er maar twee overleefden. En soms bepaalt het je bij het Woord van God. In een stamreeks in de doopregisters vond ik dat drie tot vier geslachten lang de kinderen niet waren gedoopt.”
Hij leest uit Exodus: „‘Die de ongerechtigheid der vaderen bezoekt aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten.’ Er was kennelijk sprake van afval. Daarna werd er wel weer gedoopt. Als je zoiets tegenkomt, wordt het Woord waarheid.”

Meer info over genealogie: jaedekoning@gmail.com

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 maart 2015

Terdege | 100 Pagina's

Graven in het voorgeslacht

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 maart 2015

Terdege | 100 Pagina's