Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen doorsnee organiste

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen doorsnee organiste

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Wat heerlijk om hier weer te zijn. Anna Buijze laat haar handen over de toetsen van het immense orgel in de Martinikerk in Groningen gaan. Ze is terug op de plek waar ze examen deed. Terug bij haar geliefde instrument.

De 25-jarige Groningse huivert, terwijl ze tussen de stoelenrijen in de Martinikerk doorloopt. „Het is wel koud hier.” Ze heeft een hekel aan kou, bekent ze met een glimlach. Via een smalle torentrap klimt ze naar boven, naar het orgel. Voor dit enorme instrument loopt ze warm.
Na enkele momenten klinken de eerste tonen van ‘Allein Gott in der Höh sei Ehr’ van Nicolaus Hasse door de lege kerk. Niemand die het hoort, of het moeten de toeristen zijn die de beroemde Martinitoren beklimmen.
Koud of niet, Anna bracht uren door op de houten orgelbank. En maar studeren, onder toeziend oog van docent Theo Jellema. Ze kocht speciale vingerhandschoenen tegen de kilte die altijd in de oude kerk hangt. „Je weet wel, van die dingen zonder topjes.”
In 2013 deed ze examen aan het conservatorium. Haar muziektalent resulteerde in het diploma ‘Bachelor of arts’, met als hoofdvak orgel. Best bijzonder voor een dame, toch? Anna glimlacht even. „De orgelwereld is een mannenwereld, dat is waar. Het is ook wel leuk als je merkt dat mensen het verrassend vinden dat er een vrouw achter het orgel zit. En ze onthouden je beter.”
Of ze ook een typisch vrouwelijke manier van spelen heeft, betwijfelt Anna. „Al ben ik geen doorsnee organist. Ik zal bijvoorbeeld niet snel vol op het orgel gaan, dat past gewoon niet bij mij. Meestal begin ik met een fluitje.” Haar ogen dwalen even door de kerk. „Een plenum op een mooi orgel zoals hier in de Martinikerk vind ik prachtig, maar is niet geschikt voor een concert van een uur. En als het instrument minder mooi is, wordt het al snel lawaai.”

Klavier
Toen Anna op haar dertiende jaar in Groningen kwam wonen, opperde haar moeder het idee om met het hele gezin muziekles te nemen. „Ze ging informeren bij een muziekschool. Alleen voor dwarsfluit en orgel was nog ruimte. Mijn moeder besloot dat het orgel werd.” Ook de andere gezinsleden namen les. Lachend: „Ik ben de enige die doorgegaan is. De rest stopte na een paar jaar.”
Al snel bleek dat Anna het uitstekend naar haar zin had achter het klavier. „Het is gewoon leuk.” Ze denkt even na en zegt dan: „Het is vooral het muziek maken dat me zo aanspreekt, niet allereerst het orgel.” Toch geniet ze zichtbaar als ze plaatsneemt op de bank van het Schnitger-orgel in de Groningse kerk. „Oh, dit voelt toch weer érg goed.” Ze trekt een register open, slaat enkele toetsen aan, stopt weer even en kijkt op. „Vreemd hè? Dit voelt gewoon een beetje als thuiskomen. Het is alweer even geleden dat ik hier was, vandaar.” Normaal gesproken verzorgt ze het orgelspel in de Gereformeerde Gemeente in Groningen en in de PKN-gemeente in Saaksum.

Conservatorium
Na de nodige ‘gewone’ orgellessen van Jelte Hulzebos ging ze naar het conservatorium. Daar kreeg ze les van Theo Jellema uit Leeuwarden. Vaak hier in Groningen, maar ook regelmatig in Leeuwarden. Uren bracht ze door op harde orgelbanken in kille kerkgebouwen. „Je moet een beetje willen lijden voor je instrument”, aldus Anna.
In 2013 slaagde ze, na enkele jaren studie, voor haar bachelor-examen. „Toch heb ik nooit het idee gehad: nu kan ik het. Je blijft altijd streven naar de mooiste uitvoering. Als je denkt dat je het ultieme bereikt hebt, kun je beter stoppen.”
Een echte voorliefde voor een stijl heeft ze niet, al geniet barok wel haar voorkeur. „Vooral Bach natuurlijk. Hij is en blijft dé grote meester.” Ze trekt een paar registers open en speelt de laatste regels van het zojuist gespeelde stuk nog een keer.
Het instuderen van een muziekstuk is voor Anna een kwestie van stug doorgaan. „Het moet er gewoon in. Als er dan, na vele uren, iets moois onder je vingers vandaan komt, is dat wel genieten.” De combinatie met haar studie geneeskunde is nogal eens een lastige. „Als er een concert aankomt, is het best druk. Vooral nu ik co-schappen loop in het ziekenhuis, blijft er weinig tijd over voor het orgel. Toch gaat er bijna geen dag voorbij of ik speel wel even.”

Orkest
Anna geeft wel eens een soloconcert, maar speelt het liefst in een orkest. Dienend, samen met anderen. „Via via ben ik onderdeel geworden van het Nationaal Symfonisch Kamerorkest. Daar leer je goed naar elkaar luisteren, om samen iets moois te maken.”
Ze geniet van de tournees. Lachend: „Als we ergens arriveren, denkt iedereen dat ik viool of cello speel. Maar als ik dan met een kistorgel sta te sleuren, zie je mensen kíjken. Dat is wel grappig.”
Nog even terug naar Anna’s talent. Naar haar stijl, haar eigenheid. Wat is dat? „Ik ben best gevoelig. Muziek kan mij raken, me emotioneel maken. Dat hoor je terug in de muziek. Het is mijn zachte kant, denk ik.” Ze schuift een paar registers dicht. Alleen een zachte fluit klinkt nog even na.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 mei 2015

Terdege | 84 Pagina's

Geen doorsnee organiste

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 mei 2015

Terdege | 84 Pagina's