Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

John Charles Ryle

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

John Charles Ryle

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 10 mei was het tweehonderd jaar geleden dat in het Engelse Macclesfield John Charles Ryle werd geboren. Zijn ouders waren schatrijk. Geestelijk waren ze straatarm. Ryle ging studeren met het oog op een positie als bankier, groot-industrieel of politicus. De vooropleiding kreeg hij aan Eton College, een school voor kinderen uit de hoge stand.
Hoewel hij zich in het bijzonder toelegde op cricket en hockey, kreeg hij daar ook de Negenendertig Artikelen, de belijdenis van de Anglicaanse Staatskerk, onder ogen. Deze volop reformatorische belijdenis kreeg hem te pakken, al was het alleen verstandswerk. Hij ging zelfs theologie studeren, maar was tevens in de balzaal en aan de biljardtafel te vinden, al maakte hij zich niet aan zedeloze uitspattingen schuldig.
Tijdens een ernstige ziekte die hem op 21-jarige leeftijd trof, vond hij rust en vrede voor zijn gemoed in Jezus’ dierbaar bloed. Er wordt wel eens gezegd: „Met sport en spel gaat men naar de hel.” Ryle zei: „Cricket was het enige vermaak dat ik nooit opgaf nadat ik christen was geworden.” Cricket nam echter niet de plaats van Christus in. En zondagsport was taboe voor hem.
Ryle behoorde tot de Anglicaanse Kerk maar kwam ook onder het Woord in baptistengemeenten, als in de eigen kerk de zuivere bediening ontbrak. Hij brak niet met de Anglicaanse Kerk. Door zijn geestelijke ommekeer vervreemde Ryle van zijn familie. Er volgde nog een andere omkeer. Hij schrijft daarover: „Op een zomermorgen stonden wij als gewoonlijk met de gehele wereld voor ons op en die avond gingen we geheel geruïneerd naar bed.” De familie raakte door omstandigheden haar gehele vermogen (roerend en onroerend) kwijt. Door dit faillissement werd de weg naar een carrière in de wereld afgesloten. Ryle besloot met zijn theologische bagage te gaan arbeiden in het koninkrijk Gods. Een heldere roeping ontbrak: „Ik werd een geestelijke omdat ik mij gedrongen voelde om dat te doen en omdat ik geen andere weg geopend zag.”
Het verlies van Ryle’s aardse vermogen bleek winst voor de kerk van Engeland en ook onze kerken kunnen er winst mee doen.

Leed bleef Ryle niet bespaard. Op 43-jarige leeftijd werd hij voor de tweede maal weduwnaar. Hij bleef achter met vijf kinderen tussen de drie en dertien jaar. Smartelijker moet geweest zijn dat de zoons Reginal (arts) en Arthur (artiest) met hun godsdienstige opvoeding braken. Zoon Herbert werd weliswaar bisschop in de Anglicaanse Kerk, maar hij preekte liberaal. Terwijl Ryle in zijn werkje over de plichten der ouders stelde: „Ik ben er zeker van dat, wanneer u de middelen gebruikt die ik u genoemd heb, uw kinderen naar alle waarschijnlijkheid niet zullen afdwalen.”
In Ryle’s gemeente Helmingham stond een preekstoel met daarop de woorden: ‘Wee mij indien ik het Evangelie niet verkondig.’ In zijn volgende gemeente Stradbroke zou hij bij diezelfde woorden die daar de kansel sierden onder het woordje ‘niet’ een diepe streep ingesneden hebben.
Zo heeft Ryle in de kerk gestaan. Als hulppredikant en later als bisschop in Liverpool. Daar wilde hij per se geen mijter en staf dragen en zette hij zich niet in voor de bouw van een grote kerk. Het ging hem erom dat er ‘levende’ mannen kwamen, om het Evangelie te verkondigen.
De nood van de kerk was groot. Er was een hang naar enerzijds Rome, anderzijds het liberalisme. Ryle gebruikte zijn invloed om het volle Evangelie te proclameren. In prediking en geschriften. Dat deze geschriften nog steeds actueel zijn, blijkt wel uit de uitgave (vorig jaar) van het dagboek ‘Gouden momenten’. Wij lezen het nu in de pastorie bij de dagsluiting.

Ds. M. van Kooten, Elspeet

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 mei 2016

Terdege | 100 Pagina's

John Charles Ryle

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 mei 2016

Terdege | 100 Pagina's