Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brood bakken in een takkenbosoven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brood bakken in een takkenbosoven

Lezersaanbieding

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er hangt een geur van versgebakken speculaas en brood. Het Bakkerijmuseum in Hattem combineert nostalgie met kennis over hedendaagse technieken. Een wandeling door de geschiedenis, waarbij zien, proeven, ruiken, doen en voelen centraal staan. „De oorsprong van brood ligt niet in het schap van de supermarkt.

Twee voormalige stadsboerderijen, een cafeetje en een stalhouderij vormen het onderkomen van het Nederlands Bakkerijmuseum in het oudste deel van het stadje Hattem. Recent door de museumvereniging uitgeroepen tot het leukste museumuitje voor kinderen in de provincie Gelderland. Aan de ene kant van de weg staat brood, aan de overzijde banket centraal.
In mei volgend jaar bestaat het museum veertig jaar. Het is ontstaan uit de collectie van Gerrit Willem Barendsen (1924-2004). De telg uit een oud bakkersgeslacht was geboeid door het bakkersvak. Hij was directeur van enkele vakscholen en zwierf in dienst van Unilever over een groot deel van de wereld. Hobbymatig verzamelde hij tal van objecten en boeken. Ze vormden de basis voor de collectie, die hij in 1977 voor het publiek toegankelijk maakte. De inwoner van Hattem wilde daarmee een impuls geven aan de binnenstad, maar had ook het belang van de nationale bakkerijbranche op het oog. Hij kocht een vervallen stadsboerderij en liet die grootschalig verbouwen.

Kranselijntjes
In het pand waarin Barendsen begon, is nu op de begane grond een nostalgische bakkerswinkel ondergebracht. Het winkeltje uit grootmoeders tijd is onder andere ingericht met een koektrommel waarin oude lekkernijen als hylickmakers, krakelingen en kranselijntjes werden opgeborgen. Op de deel is een afdeling gewijd aan de roggebroodbakkerij en de historie en ontwikkeling van speculaas. De afgelopen weken, waarin de vraag naar speculaas groot was, konden groepen bezoekers ook zelf op ambachtelijke wijze speculaas maken en bakken.
In de winkel worden ook producten verkocht van enkele bakkers die aan het museum verbonden zijn en die er workshops, presentaties en demonstraties houden. In de laatmiddeleeuwse boerderij staat de relatie tussen boer, molenaar en bakker centraal.
Belangrijk voor het museum was de schenking van een bakkersfamilie uit Renesse. Het betrof een complete inventaris, bestaande uit een 19e-eeuwse winkel, een 18e-eeuwe takkenbosoven en zelfs het woonverblijf van de familie. De takkenbosoven is weer opgebouwd en vormt nu het kloppend hart van het museum. Regelmatig zijn er bakdemonstraties. Bezoekers kunnen volgen hoe de oven met hout en takkenbossen wordt opgestookt tot 270 graden Celsius en hoe er broden worden gebakken. De demonstraties kunnen door jong en oud worden bijgewoond. Iets verderop staat een fraaie maalstoel, afkomstig uit Epe en in 1925 gebouwd.
Het Pand, zoals de eerste aankoop van het museum wordt genoemd, bevat verder een bedrijfskeuken met een gemetseld fornuis, een kookpot voor veevoer, een pomp met een zwengel en een hardstenen spoelbak. De eerste verdieping is gewijd aan de historie van brood, koek en beschuit.

Stalhouderij
Een belangrijke stap in de ontwikkeling van het museum was de aankoop van het voormalige cafeetje en de stalhouderij aan de overzijde van de straat. Dit pand, het Backhuys genoemd, staat vooral in het teken van banket. De oude gelagkamer is ingericht als een 19e-eeuwse schenkerij met een potkachel, een tegeltableau en koektrommels. Op de eerste verdieping is de collectie thematisch ingedeeld in een afdeling voor frituur, taarten en gebak, stukgoed en koekjes, kostdeeg, luxe gerezen zetdegen, chocolade, suikerwerk, pudding, ijs en marsepein. Achter glas is een banketwinkeltje ingericht. De sfeer en de materialen geven een beeld van de periode aan het begin van de 20e eeuw.
Op de tweede verdieping is een tentoonstelling van Droste in opbouw. De tentoonstelling is geopend vanaf 1 december 2016. Het oer-Hollandse merk uit Haarlem is sinds 1998 in langdurig bruikleen aan het museum geschonken. In een audioruimte wordt ook een film uit 1935 getoond. Het zogenaamde Drostepandje betekende in 2007 tegelijkertijd de start van een mediatheek en een kenniscentrum. Jong en oud kunnen er terecht met vragen over de receptuur en de geschiedenis van brood en banket.

Tunnel
Op verschillende plaatsen in beide panden zijn routeborden geplaatst. Ze zijn voorzien van digitale schermen waarop filmpjes over het betrokken onderwerp worden getoond.
Na de ingebruikname van het Backhuys moesten bezoekers de straat oversteken om van het ene museumgebouw in het andere te komen. Uit veiligheidsoverwegingen werd in de jaren negentig van de vorige eeuw besloten tot de bouw van een tunnel die beide panden onder de straat door met elkaar verbindt.
In de middeleeuwse kelders is een permanente tentoonstelling opgebouwd over het eet- en drinkpatroon gedurende de Middeleeuwen. De tunnel is overigens alleen toegankelijk voor hen die goed ter been zijn. Met een rolstoel blijft het noodzakelijk om de straat over te steken. In beide panden zijn wel trapliften aangebracht.
Bij de ingang van de tunnel is een deel van de oude stadsmuur van Hattem blootgelegd. Als decor van het theater fungeert een van de geschutskelders van de stadspoort. Door de gaten werd vroeger munitie aangereikt en opgeslagen in de kelders erachter. Tegen de muur is een zogenaamd museumtheater. Daar kunnen op afspraak met groepen zelf de handen uit de mouwen worden gestoken om een echte bakker of bakster te worden. Ook worden er – onder meer in de schoolvakanties – demonstraties gegeven. „Op een humoristische wijze, om goed aan te sluiten bij de jeugd. Leuk èn leerzaam”, aldus woordvoerder Willeke Steentjes.

Toeristisch
Een belangrijke uitbreiding van de museumcollectie kwam tot stand toen de collectie van de Stichting Banketbakkersmuseum werd samengevoegd met die van Hattem. Daarmee kreeg het museum in het vestingstadje een zekere nationale status. Drie medewerkers houden met een vijftigtal vrijwilligers en oproepkrachten het Nederlands Bakkerijmuseum draaiend.
Het bezoekersaantal bedroeg vorig jaar 55.000. Daarmee is het museum een belangrijke toeristische trekker voor het historische stadje. Het Nederlands Bakkerijmuseum wil volgens woordvoerder Steentjes de bezoeker kennis laten nemen van de veelzijdige cultuurhistorie van de bakkerij. „Een aantrekkelijke presentatie van de collectie, die het nationale karakter onderstreept. De vele activiteiten en de liefde voor het ambacht bieden de bezoeker een totaalconcept.”


Openingstijden
Het museum is geopend van dinsdag tot en met zaterdag, van 10.00 tot 17.00 uur. Op 50 meter lopen van het museum ligt een gratis toegankelijk parkeerterrein.
Volwassenen betalen € 7,50, kinderen van 4 tot en met 12 jaar € 6,50. Er zijn ook combinaties mogelijk met het Voerman Museum en het Anton Pieck Museum in Hattem.

www.bakkerijmuseum.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 december 2016

Terdege | 124 Pagina's

Brood bakken in een takkenbosoven

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 december 2016

Terdege | 124 Pagina's