Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boerinnen in hart & nieren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boerinnen in hart & nieren

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Weer of geen weer, de boerinnen Miriam de Jong-Wittingen (22), Jorinda Flier (21) en Mirjam van Veen-Romijn (40) staan elke dag paraat voor hun dieren. Moet een schaap lammeren of een koe kalven? De dames weten precies wat ze moeten doen. En dat terwijl ze geen van drieën afkomstig zijn van een boerderij.

Miriam de Jong-Wittingen groeide op in een rijtjeswoning en had helemaal niets met dieren. Totdat ze verkering kreeg met Gerard. Zijn jongensdroom? Boer worden...

Naam: Miriam de Jong-Wittingen (22)
Getrouwd met Gerard, moeder van Sem (2) en Leah (8 maanden)
Woonplaats: Assendelft

Wilde je altijd al boerin worden?
„Nee, ik ben in een rijtjeswoning in Kootwijkerbroek opgegroeid. Mijn ouders hadden geen huisdieren, zelfs geen hond. Ik had echt niets met dieren. Op het Van Lodenstein College kreeg ik verkering met Gerard. Hij komt oorspronkelijk uit Achterberg en is ook niet van boerenkomaf, want zijn vader is leraar. Maar Gerard had een vriend die van een boerderij kwam. En hij wist daardoor heel jong al zeker dat hij boer wilde worden.”

Hoe zijn jullie in Assendelft terechtgekomen?
„Gerard heeft eerst in de bedrijfsverzorging gewerkt. Hij stapte dan om halfacht de deur uit, om zes uur kwam hij weer thuis. Twee jaar terug, Sem was net geboren, zag hij een vacature voor zogeheten ”sharemilking”, een soort franchise-formule. Zelf boer worden is, zeker als je vader geen boerderij heeft, niet haalbaar. Dus dit was voor hem een mooie kans. Assendelft ligt in het onderste puntje van de Zaanstreek, tegen Beverwijk aan. Dat was eerst wel erg wennen voor ons. Wel wonen er in de buurt nog zes reformatorische gezinnen. Dat is best bijzonder, want deze streek is verder niet kerkelijk.”

Hoe ziet je dag eruit?
„Ik sta ’s morgens om halfzeven op. Dan ga ik eerst de stal in om de koeien naar de melkput te brengen. Ik maak de boxen schoon en geef de kalfjes melk. Nu lopen er een stuk of drie rond, maar in drukke tijden zijn dat er soms wel twintig. Rond halfacht ontbijt ik, Gerard melkt dan nog door. Om halfnegen ga ik terug naar de stal om de melkput schoon te maken. Een jaartje geleden melkte ik ook ’s avonds nog, maar daar ben ik tijdens mijn tweede zwangerschap mee gestopt. Wel verzorg ik de administratie gedeeltelijk. Daarnaast werk ik nog zes nachten in de maand als verzorgende. Als ik in het weekend geen dienst heb, sta ik als eerste naast mijn bed. Gerard moet er de hele week al vroeg uit, dan kan hij een keer blijven liggen.”

Best druk
„Ja, het is intensief. We zijn nooit zomaar een dag vrij. En als we dat wel zijn, moeten we er alsnog om vier uur ’s morgens uit om alles te regelen. In het begin heb ik weleens gedacht: waar zijn we aan begonnen? Toen hadden we vijftig drachtige vaarzen die allemaal binnen twee maanden kalfden. We maakten dagen van ’s morgens vijf tot ’s avonds elf uur. We kenden nog niemand in de omgeving. Maar nu we de slag te pakken hebben, zou ik niet meer anders willen. We hebben veel vrijheid en we wonen prachtig, midden in de polder. Vroeger had ik veel hoofdpijn, daar heb ik nu geen last meer van. Dat komt vast door de gezonde, frisse buitenlucht.”

Trots op?
„Onze melk! Wij leveren melk voor een speciaal melklabel, Holland Jersey, dat mede voor onze Jersey-koeien is opgezet. Dit ras is wat kleiner en geeft iets minder melk dan de gewone melkkoeien. De melk is veel vetter en eiwitrijker. Dat zorgt voor een heerlijke, volle smaak. De melk en yoghurt zijn in een fraaie verpakking te koop in 350 grote Albert Heijnwinkels. Vooral in de stad loopt de verkoop erg goed.”


Boerin zijn is haar lust en haar leven. Jorinda Flier (21) uit Opheusden heeft geen boeren-achtergrond, maar koos uit passie voor het vak. Vanwege de natuur, de dieren en het buiten zijn.

Naam: Jorinda Flier (21)
Heeft een relatie met Gerard van Zetten
Woonplaats: Opheusden

Hoe ben je boerin geworden?
„Als kind hield ik al van dieren en was ik altijd buiten te vinden. Honden, kippen, konijnen; ik vond ze allemaal leuk. Op mijn veertiende ben ik op de boerderij van mijn oom en tante gaan helpen als schoonmaakster. Maar ik was liever bij de kalveren in de schuur dan aan het schoonmaken.
Zodra ik op mijn zestiende van school af kwam, ben ik in een dierenwinkel gaan werken, maar dat paste niet zo bij me. Ik was de hele tijd met de dieren bezig, terwijl het in een winkel natuurlijk om de klanten draait.
Toen kon ik aan de slag bij een varkensbedrijf. Dat was leuk. Ik werkte binnen in de kraamstal bij de zeugen en de biggen. Maar omdat ik echt een buitenmens ben, hield ik het daar op een gegeven moment ook voor gezien.
Daarna heb ik bij een mestkalverenbedrijf en een melkveebedrijf gewerkt. Op dit moment ben ik als boerin op zoek naar een nieuwe uitdaging.”

Wat vind je er leuk aan?
„Ik merk dat ik er enorm veel energie van krijg om voor dieren te zorgen. Het is dankbaar werk. Als ik ’s morgens de koeien kom melken of de kalfjes voer, staan die al bij het hek op me te wachten.
Ik heb er ook wel eens aan gedacht om in een dierenasiel te gaan werken. Het punt is dat je dan ook veel administratie moet doen. Dat lijkt me niks. Ik houd er vooral van om met mijn handen te werken, in de buitenlucht. Ook als het regent of vriest, dat maakt me niet uit.
De baan van boerin past heel goed bij me. Je moet me niet op kantoor zetten, daar zou ik ongelukkig van worden. Mijn vrienden snappen dat en vinden dit werk ook echt iets voor mij. Voor hen is mijn baan heel normaal. Verschillende van hen zijn boer en ik heb twee vriendinnen die ook boerin zijn.”

Je werkt vooral met mannen?
„Ja, meestal wel. Maar dat vind ik niet erg. Jongens zijn nuchter en doen niet snel ergens moeilijk over. Natuurlijk gaat het soms wat lomper allemaal, ook qua taalgebruik. Soms pik ik daar iets van op. „Dat heb je zeker van de boerderij?”, zeggen mijn ouders of vrienden dan.
Toen ik net begon, dacht ik: wat mannen kunnen, kan een vrouw ook. Maar ik ben er achter gekomen dat dit niet zo is. Mannen zijn toch sterker gebouwd. Voor mij is het bijvoorbeeld lichamelijk behoorlijk zwaar om voerkuilen dicht te gooien, strohokken uit te mesten of een stal schoon te spuiten met een krachtige hogedrukspuit. Ik vind het mooi werk, maar moet dat niet dagen achter elkaar doen. Dan houd ik niet vol.”

Zou je graag een eigen boerderij willen hebben?
„Mijn vriend is boerenhulp. We hebben het er weleens over gehad om voor onszelf te beginnen. Maar dat is moeilijk, omdat we beiden niet van een boerderij afkomstig zijn. Mijn moeder wel. En mijn vader heeft altijd graag boer willen worden, dus het zit zeker in m’n bloed. Maar er is geen familiebedrijf dat we zouden kunnen voortzetten.
Een ander nadeel is dat je met een eigen boerderij altijd bezig bent, terwijl wij het ook heerlijk vinden om een dagje vrij te zijn zonder ons zorgen te hoeven maken over de dieren.”


Als je met een schapenboer trouwt, word je schapenboerin. Zo simpel was het voor Mirjam van Veen (40) uit Poederoijen. Inmiddels draait ze haar hand niet meer om voor een klusje op hun boerderij.

Naam: Mirjam Van Veen- Romijn (40)
Getrouwd met Adriaan, moeder van Jan Arie (12), Lennard (10), Amanda (8) en Lisethe (1,5)
Woonplaats: Poederoijen

Hoe ben je in het vak gerold?
„In 1997 heb ik een relatie gekregen met mijn huidige man. Hij was 19, kwam net van school en werkte bij een veehandelaar. Als hobby had hij een aantal schapen. Die hobby breidde zich steeds verder uit. Inmiddels hebben we een eigen bedrijf van 180 fokschapen.”

Ben je boerin in hart en nieren?
„Ik weet nog dat mijn moeder zei: „Je droom komt uit, je hebt een boer aan de haak geslagen.” Ik kan me niet herinneren dat ik dat ooit heb gezegd, maar boerin zijn leek me wel leuk. Vanwege de vrijheid en het bezig zijn in de natuur.
Het is hard werken om het hoofd boven water te houden, maar ik ben blij dat ik boerin ben. Vooral als het lammertijd is. Dan zie je hoe wonderlijk het leven is: de dekking, de dracht en de geboorte.
Maar boerin zijn is niet altijd even leuk. Je bent het 24 uur per dag. Ook in de weekenden en op dagen dat je even geen zin hebt in het werk. Het is soms moeilijk om dagjes weg te gaan of vakantie te nemen. Wat ik het lastigst vind, is het onverwachte aan ons vak. Soms denk je aan het eind van een lange dag dat je klaar bent, maar is er ineens een watertank leeg en moet je die eerst bij gaan vullen. Of zijn er plotseling zieke dieren. Dan ben je moe, maar moet je toch doorgaan.”

Wat doet een schapenboerin?
„Dat wisselt per periode. Als Adriaan weinig tijd heeft, help ik hem zoveel mogelijk. Ik draai mijn hand nergens voor om. Ik ga bijvoorbeeld naar de schapen toe om water te brengen of biks te voeren. Ook is het heel belangrijk dat we elke dag kijken of er geen zieken zijn en of er geen schaap op zijn rug ligt. Anders gaat zo’n beest dood.
Zodra we het gras maaien in het hooiseizoen help ik met schudden. Dat moet 1 of 2 keer per dag gebeuren zodat het gras droog wordt. Schudden doen we met een schudder achter de trekker.
De lammertijd van februari tot mei is het drukst. Dan zijn we bijna 24 uur per dag aan het werk, met af en toe een slaapje tussendoor.
Onze oudste twee helpen ook mee. Die vinden het prachtig. Onze dochter van 8 speelt liever, al is ze dol op dieren.”

Hoe combineer je werk en gezin?
„Onze jongste hobbelt vaak mee. Soms kijken de oudere kinderen even naar haar om. Ik heb haar weleens meegenomen op de trekker, maar dat is niet ideaal. Als het niet anders kan, breng ik haar bij mijn schoonouders.
Toen onze jongste geboren werd, piekerde ik soms over de lammertijd. Hoe moest ik onze kinderen klaar maken voor school, de jongste voeden en tegelijkertijd voor de vele schapen en lammeren zorgen? Maar het is goed gegaan. Gelukkig is onze jongste een makkelijk kind. Ze ging overdag veel mee in de wagen en vond het allemaal prima.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 juli 2017

Terdege | 100 Pagina's

Boerinnen in hart & nieren

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 juli 2017

Terdege | 100 Pagina's