Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afscheid van Peru

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afscheid van Peru

(Welkom in Holland)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bestaan er in Nederland ook munten van 70 cent? vragen Hanna en Rachel Kleinbloesem zich hardop af. Met hun blonde haren zou je hen zo op het eerste gezicht niet plaatsen in de Peruaanse miljoenenstad waar ze tot voor kort woonden. Nu zitten de meiden in de Hollandse zon, hard na te denken. Welke muntjes er in Peru zijn weten ze precies. Maar hoe zit dat hier?

Gelukkig fietsen ze maar wat graag naar de supermarkt in het dorp om een boodschap te doen. Kunnen ze gelijk oefenen met die euro’s. En gaan en staan waar je wilt, en dan ook nog eens fietsend – dat is toch fantastisch?
„Zelfstandig ergens naartoe gaan, dat kenden onze kinderen niet in Peru. Hier in Nederland genieten ze daar dan ook erg van”, geeft Gerdine Kleinbloesem aan. Zij en haar man ds. P.C.H. Kleinbloesem werden in 2012 door de GZB uitgezonden naar de Peruaanse hoofdstad Lima. Daarvoor was ds. Kleinbloesem hervormd predikant in zijn eerste gemeente Montfoort. Het echtpaar heeft vijf kinderen: Joas (13), Hanna (11), Rachel (9), Mirjam (7) en Jeftha (3).
In Peru gaf ds. Kleinbloesem les aan het USEL (Universidad Seminario Evangélico de Lima), een interkerkelijke predikantenopleiding. Daarnaast werkte hij één dag per week als evangelist in een krottenwijk aan de rand van Lima.
„In Lima is het onveilig op straat”, vertelt het echtpaar. „Er vinden regelmatig berovingen plaats en ook het verkeer is erg gevaarlijk. Om ons huis stond uit veiligheidsoverwegingen een muur, net als bij andere woningen. We hadden wel een tuin, maar die was klein. De kinderen speelden dus vooral binnen, of in de tuin van de theologische school.”
Op straat was ik eigenlijk altijd op m’n hoede, geeft Gerdine aan. „Ook als ik bijvoorbeeld in een taxi zat om ergens naartoe te gaan. Toch raak je zelfs daaraan gewend.”

Coeliakie
Eind juni nam het gezin afscheid van Peru, noodgedwongen. „We moesten terug naar Nederland omdat onze oudste drie kinderen coeliakie hebben, een auto-immuunziekte. Dat werd ontdekt tijdens ons laatste verlof in Nederland, begin 2016.”
Coeliakie hebben, betekent een glutenvrij dieet volgen. Doe je dat niet, dan leidt dat op den duur tot ernstige beschadiging van de darmen. Met die wetenschap keerde het gezin na het verlof in 2016 weer terug naar Peru. De oudste kinderen zouden voortaan glutenvrij eten. Dus werden de etiketten op voedingsmiddelen in de supermarkt nauwkeurig bestudeerd en bakte Gerdine zelf brood. Maar ondanks die maatregelen bleek na verloop van tijd dat ze toch gluten binnenkregen. De ingrediëntenlijsten op Peruaanse verpakkingen bleken niet 100 procent betrouwbaar te zijn. Zo kunnen er, bijvoorbeeld in olie of vlees, toch (sporen van) gluten aanwezig zijn, zonder dat je dat weet. Een glutenvrij dieet volgen bleek in Peru een onmogelijke opgave te zijn. Vanwege de gezondheidsschade die dat zou opleveren, raadde een arts van de GZB het gezin aan om terug te keren naar Nederland.

Beroepbaar
En zo zetten ze eind juni voet op Hollandse bodem. Hoe het is om weer hier te zijn? „Het voelt vreemd”, vindt ds. Kleinbloesem. „Tot op het laatste moment waren we in Peru erg druk om de werkzaamheden af te ronden. Ik nam het werk nog net niet mee het vliegtuig in. Daardoor heb ik me in Peru ook nog niet zo bezig kunnen houden met de vraag: hoe nu verder? Daar is nu pas tijd voor. Het vertrek uit Peru betekent voor ons in ieder geval dat er definitief iets is veranderd is.”
Wat zijn nieuwe taak wordt, is nog onbekend. „Als je ergens weg moet omdat je door de Heere naar een nieuwe taak geroepen wordt, vertrek je op een andere manier dan wij nu. We weten niet hoe het verder zal gaan. Dat we weg moesten uit Peru, roept geen twijfels over mijn roeping op. Daarvan ben ik zeker, en in de praktijk heb ik gezien dat God me daar gebruikte. Ook vraag ik me niet zozeer af waarom God ons al zo snel weggehaald heeft. Wel speelt momenteel voor mij de vraag: Heere, wat is Uw weg voor de toekomst? U haalt me uit Peru weg maar waar wilt U me heenbrengen? Welke weg moet ik nu gaan?
Mijn hart ligt nog steeds sterk bij de zending. Misschien is het Gods weg om verder te gaan voor de GZB, maar dan in Europa. Het kan ook zijn dat ik opnieuw gemeentepredikant word. Sinds vorige maand ben ik weer beroepbaar.”

Jesaja
Het verlangen om de zending in te gaan was altijd al in zijn leven aanwezig, maar wel op de achtergrond. Tot hij zich, toen hij predikant was in Montfoort, tijdens een pastoraal bezoek heel duidelijk tot het zendingswerk getrokken voelde. „God gebruikte daarvoor een Bijbelgedeelte dat ik voorlas. In diezelfde periode maakte de Heere, los van mij, ook Gerdine klaar om deze weg te gaan.”
Zij: „Ik vond zendingswerk altijd mooi, maar had niet gedacht dat zelf te gaan doen. Daarvoor zag ik te veel leeuwen en beren op de weg.” Omdat haar man zich tot het zendingswerk geroepen wist, bad ze veel of de Heere Zijn weg duidelijk wilde maken. „Als het Zijn wil is dat we de zending in gaan, dan zal Hij me dat ook laten weten, dacht ik.” En dat gebeurde. „Op een gegeven moment las ik Jesaja 52:11-12: „Vertrekt, vertrekt, gaat uit van daar...” en: „want de Heere zal voor ulieder aangezicht henentrekken, en de God van Israël zal uw achtertocht wezen.” Toen was het voor mij duidelijk. Die tekst gaf me zo veel rust. Ik wist: de Heere zal voor ons uitgaan, en Hij is ook achter ons. Daarna hebben we vrij snel de stap gezet richting de GZB en na verloop van tijd werd duidelijk dat we naar Peru moesten gaan.”

Spaans leren
In de periode voor hun uitzending, voorjaar 2012, is het gezin drie maanden in Spanje geweest om Spaans te leren. Ze zeggen dat het een makkelijke taal is om te leren, schreef ds. Kleinbloesem in die tijd in hun eerste rondzendbrief. Maar dat viel nog best tegen. Boodschappen doen in het Spaans was nog wel te doen, maar in het Spaans preken... Toch wist hij: „Hij, die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal.”
Zo waren er nog wel meer dingen die niet altijd gemakkelijk waren. „Het leven in Peru is veel intensiever dan in Nederland. Onze familie woonde ver weg en dat betekent, zeker aan het begin, dat je bijna alles samen of met elkaar als gezin moet oplossen.”
Ook vond ds. Kleinbloesem het in zijn begintijd als docent weleens lastig dat zijn komst niet bepaald noodzakelijk leek. „Je bent gewoon een van de vele docenten; ik had in eerste instantie niet het gevoel dat ze daar op me zaten te wachten.” Maar dat veranderde. „Christenen zijn geroepen om van elkaar te leren. Als zendeling uit Nederland leg ik soms weer andere accenten. In Peru zie je dat sterk nadruk gelegd wordt op wat je allemaal ‘moet’ als christen. Mij ging het dikwijls vooral om Wie de Heere Jezus is en Wie Hij voor ons is. Ik heb zo vaak de blijdschap op de gezichten gezien. Bijzonder was het afscheid van de studenten. Velen vertelden toen wat de lessen voor hen betekend hadden. Eén student vertelde in tranen hoe de Heere de lessen gebruikt had om Hem beter te leren kennen.”

Oase
Naast het docentschap was ds. Kleinbloesem werkzaam in een krottenwijk aan de rand van Lima. Daar was, toen hij er voor het eerst kwam, geen enkele kerk te vinden – in de hele omgeving niet. Juist op die plek begon hij met evangeliseren, samen met een student van hem, Esau. In een eenvoudig huisje kwamen op een gegeven moment enkele gelovigen wekelijks samen. Later werden deze samenkomsten verplaatst naar een ander onderkomen.
Na verloop van tijd kregen ze een terreintje waarop een kerk gebouwd mocht worden. Maar voordat het zover was moest er eerst nog heel wat water door de Rijn stromen. Pas tijdens de laatste maanden dat het gezin in Peru was, kwam het kerkje eindelijk van de grond. Het kreeg de naam El Oasis, de oase. Een oase in de woestijn.
Het is een eenvoudig gebouw, passend in de omgeving. „De muren zijn nog het kostbaarst geweest”, zegt ds. Kleinbloesem. „Die moesten extra stevig zijn in verband met mogelijke aardbevingen.” Het is mooi dat er nu een kerk in die wijk staat. Maar daarom gaat het niet in de eerste plaats, benadrukt de predikant. „Je kunt zeggen: eerst was er in die krottenwijk geen kerk te vinden, en nu staat er een. Maar Gods kerk is geen gebouw. Gods kerk, dat zijn mensen, de gelovigen. Ook toen er nog geen kerkgebouwtje stond, was Gods kerk daar wel.”
Eigenlijk zou je het kerkje beter een evangelisatiepost kunnen noemen, vindt hij. „Het is laagdrempelig. Veel kinderen uit de wijk bezoeken de zondagsschool.” De volwassenen naar de diensten laten komen, blijkt in de praktijk lastig te zijn. Het aantal aanwezigen verschilt van zondag tot zondag. De soms moeizame opkomst heeft met de leefomstandigheden van de Peruanen te maken. „Ze moeten zes dagen per week hard werken voor een loon waar ze niet of nauwelijks van rond kunnen komen. Voor alle andere dingen die moeten gebeuren, zoals boodschappen doen, blijft alleen de zondag over. En op die dag moeten de mensen ook nog eens aanwezig zijn bij wijkbijeenkomsten, omdat ze met elkaar hun wijk moeten onderhouden. Het aanleggen of repareren van wegen bijvoorbeeld, moeten ze zelf doen. De overheid regelt daar niets voor.”
Het maakt dat veel Peruanen op zondag te druk zijn om naar de dienst te komen. Ds. Kleinbloesem: „De zondagsrust zoals wij die kennen, kennen Peruanen niet. En het is ook best lastig als je van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat zo moet ploeteren. Toch probeerde ik de mensen te vertellen hoe belangrijk het is om naar de kerk te komen en daar tijd voor te maken. Tegelijk denk ik: laten we als Nederlandse christenen voorzichtig zijn met ons oordeel. De omstandigheden waarin wij leven, zijn zo anders.”

Typisch Hollands
In Nederland vond het gezin voorlopig woonruimte in Molenaarsgraaf, in het groene hart van de Alblasserwaard. Ze mogen gebruikmaken van een grote tuin, van waaruit je zo de weilanden in kijkt. Een decor van groen gras, zwart-witte koeien en was die wappert in de wind. Voor de deur stroomt het riviertje de Graafstroom, met erlangs smalle wegen, knotwilgen, een molen. Typisch Hollandser kan bijna niet.
Wat een opvallend verschil is met Peru? „De kinderen vonden het vooral opmerkelijk dat het hier ’s avonds zo lang licht blijft. In Peru is het om zes uur ’s avonds donker, het hele jaar door.”
Gerdine merkt dat ze gewone, alledaagse dingen soms weer onder de knie moet krijgen. „Benzine tanken bijvoorbeeld. Ik stond afgelopen week bij een onbemand tankstation, en dan moet ik echt even kijken en nadenken hoe dat hier ook alweer werkt.”
Haar man: „In Peru merkte ik dat veel studenten serieus nadachten over wat hun taak is in Gods Koninkrijk. Daar waren ze naar op zoek, ze leefden sterk met de Bijbel.” Hij denkt na, formuleert voorzichtig. „We zijn hier nog maar kort, en ik wil niet te snel iets zeg-gen of met clichés aankomen. Maar hier lijkt het weleens alsof geloven alleen iets voor de zondag is. Aan de andere kant besef ik ook dat die studenten geen model staan voor alle Peruaanse christenen. Toch: ik hoop iets van wat ik bij hen zag, ook onder Nederlandse christenen te mogen vinden. Die drive. Het verlangen om je leven in dienst van de Heere te besteden.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 juli 2017

Terdege | 100 Pagina's

Afscheid van Peru

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 juli 2017

Terdege | 100 Pagina's