Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meer grip op je knip

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meer grip op je knip

VOOR WIE AAN HET EIND VAN HET GELD EEN STUKJE MAAND OVERHOUDT

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wilt u een bonnetje? De jongen achter de kassa vraagt het beleefd. Doe maar, geef ik als antwoord. Voor de zoveelste keer neem ik me voor nu echt iets met die stapel bonnetjes in het keukenlaatje te gaan doen. Een overzicht maken. Opschrijven wat er precies uitgaat. En dan kijken of dat in verhouding is, met wat er per maand binnenkomt. Dé manier om volgens het Nibud grip op je financiën te krijgen.

Zo’n 17 procent van de Nederlanders heeft moeite de eindjes aan elkaar te knopen. Dat berekende het Nibud onlangs. Daarbij komt dat bijna een derde van de Nederlanders regelmatig in de min staat. „Zes procent altijd of wekelijks, 17 procent elke maand, 14 procent één keer per kwartaal. Dus in totaal 37 procent of 23 procent als je wekelijks en maandelijks als regelmatig beschouwt”, zegt Karin Radstaak van het Nibud.

Die cijfers raken. Het gaat hier om bijna een vijfde van de mensen in ons land. Je zou er buikpijn van krijgen. Of slapeloze nachten. Dat hebben veel mensen dus ook. Karin Radstaak: „Geldproblemen zijn een enorme stressfactor. Het is zelfs gebleken dat een structureel geldprobleem ervoor kan zorgen dat je IQ tijdelijk lager wordt.”

ZEGEN

Als ik deze cijfers hoor, en naar mijn eigen huishouden kijk, moet ik denken aan wat Agur bad in Spreuken 30. Vrij vertaald: „Maak me niet arm en maak me niet rijk is.”

Je weinig zorgen hoeven maken over geld is een zegen. En zo ervaren wij onze financiële situatie ook.

De uitgaven en inkomsten zijn redelijk in balans. Ik ga hiervoor uit van een eenvoudig, maar goed werkend economisch principe: niet meer uitgeven dan erin komt.


Ook als je elke maand een fors salaris gestort krijgt, kun je moeite hebben rond te komen


Dus check ik regelmatig m’n bankieren-app. En koop ik dat leuke jurkje pas als er aan het eind van de maand wat over lijkt te blijven. Dan is het maandelijkse spaargeld, voor de aflossing van de hypotheek, voor onverwachte kosten en voor latere studiekosten van de jongens er al vanaf. Slechts een enkele keer gaat het mis, waardoor de betaalrekening in de min schiet. En ook die keren is de boel gelukkig snel gerepareerd.

HOGE KOSTEN

Bij de mensen die niet of nauwelijks kunnen rondkomen, gaat het niet alleen om gezinnen die op bijstandsniveau zitten. Ook Nederlanders bij wie er elke maand een fors bedrag wordt bijgeschreven kunnen moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen. Karin Radstaak: „Als er veel binnenkomt, heb je ook de neiging veel uit te geven. Je koopt een groot huis of een boot, maar zulke zaken brengen ook hoge kosten met zich mee. Dan kan het dus alsnog misgaan. Ook een scheiding of het verlies van werk heeft direct enorme gevolgen als mensen veel hoge, vaste uitgaven hebben.”

Andersom zijn er genoeg mensen die met een klein budget zelfs nog overhouden. „Het gaat er dus vooral om of je goed kunt budgetteren. Niet meer uitgeven dan er binnenkomt en sparen voor onverwachte kosten.”

CHECKEN

Goed budgetteren rust op drie pijlers, stelt het Nibud. Regelmatig je saldo checken is daar één van. Een planning of jaarbegroting maken is de tweede. En sparen staat op nummer 3. Want dat doen we als Nederlanders veel te weinig: „De helft van de huishoudens heeft 5000 euro of minder op de bank staan. Maar als er echt iets gebeurt, is dat zo op.” Het Nibud adviseert elke maand 10 procent van de inkomsten apart te zetten als buffer. „Dat lijkt veel, maar in de praktijk blijkt het nodig. Het spaarpotje dat je zo vormt, komt van pas als bijvoorbeeld je koelkast stukgaat of de beurt aan je auto tegenvalt. Of als er door werkloosheid minder inkomsten zijn.”

Rood staan hoeft niet direct een groot probleem te zijn, zegt Karin Radstaak. „De helft van de Nederlanders overkomt dit weleens. Als je weet dat je dat snel kunt oplossen, hoeft dat niet zo erg te zijn.”

Ze geeft meteen een tip: „Rood staan is een duur soort lening. Laat dat niet te lang duren. Schiet je in de min, vul de boel dan gelijk aan door spaargeld naar de betaalrekening over te maken. Je kunt de boel dan later wel weer terugstorten.”

SPAARDOOS

Het regelmatig niet uitkomen met je budget, is vaak een kwestie van te weinig overzicht hebben. Misschien heeft dat ook wel met de digitalisering te maken. Vroeger had je een spaardoos, waarop stond waarvoor je spaarde: kleding of vakantie. Het geld dat je verdiende verdeelde je direct over een van die vakken. Nu wordt je salaris op je rekening gestort en besef je amper hoeveel je nog kunt uitgeven. Het is daardoor veel lastiger dan vroeger om het overzicht te houden. „Het is goed is om te weten welke betaling wanneer moet plaatsvinden of automatisch verloopt, zodat je niet wordt verrast door wat er op je betaalrekening staat”, zegt Karin Radstaak. Wie dat gebrek aan overzicht bij zichzelf herkent en hierdoor regelmatig in de problemen komt, zou de volgende tip van het Nibud ter harte kunnen nemen.

„Als mensen vaak meer uitgeven dan er binnenkomt, of heel weinig te besteden hebben, adviseren we vaak om het weekbudget te pinnen. En met dat gepinde geld te gaan betalen. Als je 100 euro uitgeeft en er blijft nog 50 over, dan zie je precies wat je kunt aanschaffen en wat je beter kunt laten liggen. Betaalpijn, noemen we dat. Die pijn missen we tegenwoordig, door de digitalisering, vaak.”

VERLEIDING

En al die leuke spulletjes in de winkel die je aanstaren. Of die webshop die steeds in je tijdlijn langskomt. Wat doen we daarmee?

„De een is gevoeliger voor verleidingen dan de ander. Als je ontdekt dat geld echt verdwijnt als je iets koopt, kan dat duidelijkheid geven en een prikkel om te stoppen met uitgeven. Dus ook in dit geval is overzicht hebben essentieel.

De ene maand komt er meer binnen dan de andere. En in sommige maanden gaat er ook meer uit. Wanneer je weet wanneer de kinderbijslag wordt gestort, of wanneer er vaste kosten moeten worden betaald, scheelt dat al een heel ding. Dan weet je, als je in de stad een leuk rokje ziet hangen, of je die wel of niet kunt betalen. Dat is wel net zo handig.”

Het klinkt logisch wat Karin Radstaak zegt. Dus besluit ik toch maar eens een lijstje te maken. Wat ging er het afgelopen jaar uit en wat kwam er binnen? Op de site van het Nibud (nibud.nl) kun je eenhandig Excelsheet downloaden om je jaarbegroting te maken (zoeken op “Nibud” en “jaarbegroting”), maar met een eigen schema en pen en papier kan het ook. Al snel snap ik waarom het in september vaak misgaat. In die maand staan er verschillende jaarlijkse betalingen gepland, voor de verzekeringsmaatschappijen en verschillende verenigingen. Maar vaak worden in die maand ook de creditcardbetalingen van de zomervakantie afgeschreven. Daarom verplaats ik wat vaste lasten naar een maand later. Dan komt namelijk de kinderbijslag binnen.


Over geld praten is het laatste taboe

Wat verdien je? Je gesprekspartner kijkt verbolgen. „Sorry, maar vind je die vraag niet een beetje persoonlijk?”

Praten over geld doen we in Nederland niet zo makkelijk. Vooral niet als het over ons eigen salaris gaat. Mogelijk zijn we er te bescheiden voor. Of we willen niet tegenvallen bij anderen. Want met een mooie auto voor de deur of merkkleren kun je een aardig tijdje doen alsof het goed gaat, terwijl je eigenlijk elke maand moeite hebt de eindjes aan elkaar te knopen en je je diep in de schulden moet steken als er een wasmachine of auto stukgaat.

Het schijnt iets typisch Nederlands te zijn om te zwijgen over het salaris. In Amerika zijn ze daar een stuk opener in, zegt Karin Radstaak van het Nibud. Daar kun je trots op een verjaardag melden dat je er per maand weer wat bij krijgt. Hoe dat komt? Karin Radstaak denkt dat het met onze cultuur te maken heeft. „In Nederland lopen we niet graag te koop met wat we hebben. Als je met je inkomen te koop loopt, word je al snel een patser genoemd. Amerikanen zien dat heel anders. Die zijn trots op wat ze bereikt hebben en laten dat graag zien.”


”Volgende maand maar weer”

David Jan en Elma Baan uit Giessenburg hebben zes kinderen in de leeftijd van 3 tot 20 jaar. Het gezin komt rond van één salaris. En soms lukt dat even niet.

Praten over geld een taboe? Het echtpaar Baan ziet dat wel om zich heen. Elma: „Het zou fijner zijn als mensen er makkelijker over zouden spreken. Dan kun je beetje vergelijken en van elkaar leren.” Onder vrienden is het wel een gespreksonderwerp. „Maar vergelijken lukt eigenlijk vooral met mensen die in eenzelfde situatie zitten. Stel dat een andere vrouw drie kinderen heeft en zelf ook werkt, dan geeft dat een heel ander financieel plaatje dan bij ons, omdat wij zes kinderen hebben, terwijl alleen mijn man een baan heeft. Hoe wij ervoor zorgen dat de in en uitgaven in balans blijven? Eerlijk gezegd kijken we daar te weinig naar. Als we zien dat het eind van de maand eraan komt en er staat niet zo veel meer op de rekening, dan gaan we niet ineens een pot verf kopen of zo. Dat komt de volgende maand dan weer.” Het gezin zat een halfjaar krap bij kas. „Dat was niet fijn. Maar aan de andere kant was het een sport om te kijken waar je nu echt je geld aan uitgeeft en uitgaven te stoppen of zelf fi etsen repareren in plaats van naar de fietsenmaker te gaan.”
Twee jaar geleden vroeg het gezin de organisatie Schuldhulpmaatjes om advies. „Niet omdat we schulden hadden, maar om het feit dat we gewoon niet goed zijn in onze administratie. Zij hebben met ons samen alles op de rit gezet en geïnventariseerd. Dat heeft echt geholpen. We gebruiken nu de site van de Rabobank om onze inkomsten en uitgaven bij te houden. Helaas is door een verhuizing en verbouwing en het altijd maar druk zijn de administratie nu weer een rommel, dus tijd om het weer op te pakken!”
Een tip om te besparen? Elma, met een lach: „Ga verhuizen naar een dorp zonder al te veel winkels. Dat werkt voor ons echt. Als ik bij de Hema of Xenos liep dacht ik in onze vorige woonplaats altijd dat ik iets echt nodig had, terwijl ik nu besef dat ik ook best zonder kon. Misschien een betere tip: Ga niet winkelen als het niet echt nodig is.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 februari 2018

Terdege | 116 Pagina's

Meer grip op je knip

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 februari 2018

Terdege | 116 Pagina's