De Heere ontmoet Ezechiël

Uit die hele bladzijde vol moeilijke woorden wijs ik op een paar dingen die heel belangrijk zijn.

Het is duidelijk dat het de Heere Zelf hier tot Ezechiël komt. Gelukkig maar. In Jeruzalem geloofden ze dat niet. De Heere is immers de God Die in Jeruzalem woont. Daar waren ze ondanks alles heilig van overtuigd. En de gijzelaars in Babel verwachtten de Heere daar ook niet. Babel is de stad van de wereld, van goden als Bel en Mardoek.

Toch: in Babel verschijnt God aan de priesterzoon Ezechiël, die nooit zal dienen in de tempel. Er is geen twijfel mogelijk: hier is God in Zijn heerlijkheid, zoals in de kerstnacht in Efratha. God verschijnt in stormwind en vuur, net als op de Sinaï en op Pinksteren. Ezechiël ziet God, vers 1; hij voelt Gods hand, vers 2; hij hoort Gods stem, vers 28. Die verschijning wordt aangeduid als de glans van Hasmal, een Hebreeuws woord dat moeilijk te vertalen is. Het betekent zoiets als de glans van edelmetaal. Hier is God, geen twijfel mogelijk. Maar hoe kan dat? Hij woont in Sion, maar daar is Hij niet. Hij woont niet in Babel, maar daar verschijnt Hij. Dat is een belangrijk onderdeel van de boodschap van deze profeet. Onthoud dat maar vast.

Wanneer we verder luisteren, komen we telkens het getal vier tegen: teken van Gods majesteit die de hele wereld omvat. In vers 4 tot 14 zien we hoe de Heere omringd wordt door cherubs, engelen die Hem dienen. In vers 15 tot 21 wordt ons in het beeld van de raderen Gods troonwagen getoond. God is aan tijd noch plaats gebonden en verplaatst Zich naar alle kanten, zonder van richting te veranderen. Hij is in een oogwenk daar waar mensen in benauwdheid op Hem wachten.

In vers 22 tot 27 wordt het beeld van de troonwagen nog duidelijker. De Heere kan komen maar ook weer gaan. Dat is de boodschap die Ezechiël moet verkondigen. Hij kan Jeruzalem verlaten en Zich in Babel openbaren.

Ten slotte ziet Ezechiël de regenboog, het teken van Gods trouw aan Zijn Woord dat hij nu te horen krijgt.

LEZEN: EZECHIEL 1:5-28

1. Ezechiël valt op zijn aangezicht in de ontmoeting met God. Dat is een teken van diepe eerbied, die in die ontmoeting past. Herkennen we die houding, Jes, 57:15?

2. De Heere is aan tijd noch plaats gebonden. Dat is de boodschap van ezechiël vanaf het begin. Is die boodschap voor u een waarschuwing of een vertroosting?

3. Jongere: soms ontmoet je mensen die zeggen: als God bestaat, dan heb ik Hem de nodige vragen te stellen. Wat blijft er van die houding over wanneer je werkelijk oog in oog met God komt te staan?

4. Kinderen: zien jullie de regenboog weleens als een teken van Gods trouw? Doet dat iets met je?

DS. J. WESTERINK, URK

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen