De les van de geschiedenis
week 2
“Ik zal u onder de roede doen doorgaan en Ik zal u brengen onder de band van het verbond.” (Ezechiël 20:37)
Eigenlijk zou u ook nu weer het hele hoofdstuk moeten lezen om de les van de geschiedenis van Gods handelen met Israël te lezen, die uitloopt op de tekst die hierboven staat. Tot driemaal toe heeft de Heere gehandeld met het zondige verbondsvolk: in Egypte, in de woestijn en in Kanaän.
In Ezechiël 20 komt de ondergang van Jeruzalem dichtbij. In het jaar 590 komen de oudsten in Babel de Heere vragen. Ze gaan ervoor zitten (vers 1). Dat lijkt goed.
Och, de Heere is er helemaal niet blij mee. Maar na een ernstig beschuldigend betoog, waarbij we telkens denken: nu gaat de deur voorgoed dicht, zegt Hij: Ik zal het nog één keer met jullie proberen. Dan volgt dat woord over de roede. Die roede is de stok, de staf van de herder, Psalm 23. Wanneer de herder zijn kudde bij de kooi had gebracht, wilden ze allemaal tegelijk naar binnen. Maar de herder hield zijn staf voor de ingang. Hij wilde zien hoeveel en welke schapen er binnengingen. De schapen die naar binnen wilden, waren niet allemaal zijn schapen. Soms kreeg er één een tik met de staf. Die mocht niet naar binnen. De herder die zijn schapen kende, wist dat precies. Het waren meelopers. Ze verbeeldden zich dat ze tot de schapen hoorden, net als het volk Israël bij de uittocht uit Egypte. Ze gingen allen door de zee, maar het merendeel kon niet ingaan vanwege zijn ongeloof. Zoals in de gelijkenissen van Heere Jezus de dwaze maagden en de oudste zoon buiten bleven.
In het slot van Leviticus lezen we nog een ander beeld. Ook daar gaat het vee onder de roede door. Elk tiende dier werd met de roede aangetikt en kreeg een streep rode verf over de rug. Dat dier was de Heere geheiligd. God koos het zelf uit!
De roede betekent niet: het komt wel goed. Ook niet: einde verhaal. Er is een overblijfsel naar de verkiezing der genade. Hen brengt God onder de band van het verbond. Jezus zegt van die schapen: Ze zijn van Mij. Zij horen Mijn stem en volgen Mij.
LEZEN: EZECHIËL 20:33-44
1. Vanuit het beeld van de roede komen de vragen zomaar naar ons toe. Behoren wij bij de meelopers of bij hen die een verkeerd beroep doen op de uitverkiezing?
2. Israël leerde niet van zijn geschiedenis. Is dat ook ons probleem, als volk, als kerk, als bondeling? Wie van de geschiedenis niet leert, is gedoemd die over te doen!
3. Jongere: heb jij je al laten brengen onder de band van het verbond? Wat zou dat voor jou betekenen?
4. Kinderen: onder de roede doorgaan betekent dat je een schaap van de goede Herder mag zijn. Daar bid jij toch om?
DS. J. WESTERINK, URK
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 augustus 2018
Terdege | 108 Pagina's