Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met Adriaan Gort door Putten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met Adriaan Gort door Putten

6 minuten leestijd

Hij is geen geboren Puttenaar, toch kent Adriaan Gort de geschiedenis van het dorp als geen ander. Op stap met het voormalige hoofd van het kerkelijk bureau van de plaatselijke hervormde gemeente. ”Aan het eind van de maand kwamen de dominees hun traktement ophalen.”

De Oude Kerk, ooit gewijd aan de heilige Pancratius, is niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk het hart van Putten. Adriaan Gort (82), medeoprichter van de Stichting Puttens Historisch Genootschap, voelt zich sterk aan het monumentale gebouw verbonden. De gedenksteen tegen de zuidmuur herinnert aan de ramp die het dorp trof. Ter vergelding van de aanslag op officieren van de Wehrmacht door een Puttense verzetsgroep werden 661 mannelijke dorpelingen gearresteerd; meer dan honderd huizen werden in brand gesproken. Van de weggevoerde mannen keerden er 540 niet terug.

Een gedenksteen in een portaal van de kerk meldt de namen van de dertien leden van de jongelingsvereniging die omkwamen. Het psalmbord ernaast geeft Psalm 84 vers 3 en 4 aan, de coupletten die ds. C.B. Holland de mannen op 2 oktober 1944 liet zingen voor ze vertrokken naar kamp Amersfoort, het tussenstation op weg naar Neuengamme. Niet alleen in Putten, ook in andere plaatsen die hij diende genoot ds. Holland groot gezag, al klonken er ook kritische geluiden. „Er zijn lichtelijke aanwijzingen van Duitsgezindheid”, verklaart Gort, „maar die kwam voort uit zijn Jeremiagestalte: de overtuiging dat we moeten bukken onder het oordeel. Holland had allerminst nationaalsocialistische sympathieën.” Tegelijk is de amateurhistoricus beducht voor hagiografie. Het verhaal dat de kohlbruggiaanse predikant de Duitsers vroeg hem te doden in plaats van zijn schapen, noemt hij „apocrief.” „Wat niet duidelijk is, moet je laten rusten.”

JOHANNES SMITH

Op 7 februari 1945 werd in de Oude Kerk een gemeenschappelijke bidstond gehouden, met het oog op de nood ter tijden. Voorgangers waren ds. Holland, die in 1944 met emeritaat was gegaan, en ds. G. de Jager, van 1928 tot 1943 predikant van de gereformeerde kerk te Putten. De laatste sprak over ”De ware verootmoediging onder de oordelen Gods”. „Zulke gereformeerden bestaan vandaag niet meer”, stelt Gort met treurnis in zijn stem vast.

De portrettengalerij in de consistorie toont de hoofden van de voorgangers van hervormd Putten vanaf Nicolaas Osti (1845–1854). Hij werd opgevolgd door de befaamde ds. Jan Jacob Knap, die na twee jaar alweer vertrok. „Zijn stem had onvoldoende volume voor deze kerk. Ze hadden toen nog geen geluidsinstallatie. Trouwens, veel van die jongens gingen vroeger al snel weer weg.” Over Johannes Smith, de zesde predikant van Putten vanaf de Reformatie, publiceerde Gort in 2016 een vuistdik boek. Van 1742 tot 1760 diende Smith de gemeente op de Veluwe. Toen keerde hij terug naar zijn geboorteplaats Bremen, waar hij predikant werd in de St. Stephani-Gemeinde, de meest behoudende gemeente aldaar. Maar niet zo behoudend als Putten, weet Gort. „Hier kon hij rustig drie uur aan een stuk preken. Dat werd hem in Bremen verboden; daar mocht de preek niet langer dan een uur duren.”

MOOIE TIJD

Na de Tweede Wereldoorlog bleef de hervormde gemeente van Putten gestaag groeien. In juni 1953 werd de Nieuwe Kerk aan de Kerkstraat in gebruik genomen, twaalf jaar later de Zuiderkerk aan de Beulekampersteeg in de buurtschap Huinen. Het aantal predikanten groeide uit tot zes. Vooral ds. H.A. van Slooten kreeg een vooraanstaande plaats onder het volk. „Die behoorde niet tot de familie doorsnee”, zegt Gort. „Elke woensdag was hij op de veemarkt te vinden. Daar stond hij met Jan en alleman te praten. Die man had geen vijanden. Hij werkte dag en avond en kon bijzonder preken.”

Op het parkeerterrein bij de Nieuwe Kerk blikt de inwoner van het Veluwse dorp terug op zijn begintijd bij het kerkelijk bureau van hervormd Putten, waaraan hij van 1977 tot 1996 leiding gaf. „Aan het eind van de maand kwamen de dominees hun traktement ophalen. ’s Morgens ging ik naar de bank om geld te halen; vervolgens deed ik voor ieder het juiste bedrag in een enveloppe. Met sinterklaas trok ik de pastorieën langs om alle predikanten een attentie te brengen. Ook de dominees die niets van sinterklaas moesten hebben, vonden dat een mooie traditie. Ja, het was een goede tijd.”

PASTOOR

De kleine rooms-katholieke kerk aan de Brinkstraat, gebouwd in 1938, herinnert aan de halsstarrige pastoor Willem van Wees. Ook na de komst van ds. Petrus Kintsius in 1598, de eerste protestantse predikant van Putten, liet hij zich niet verdrijven. In het geheim bleef hij diensten beleggen, kinderen dopen en mensen de laatste sacramenten toedienen. „Wij wensen om des gemoeds wille te volharden bij de leer”, liet hij samen met zijn collega uit Voorthuizen de classis neder-Veluwe in een bezwaarschrift weten. „Zo wij anders (wat God verhoede) handelden, wij zouden ons geweten geweld aandoen.”

Pas rond 1610 wist Kintsius een einde te maken aan de paapse activiteiten van Van Wees. Zeven jaar later verklaarde de classis dat „de gehele Veluwe van ganser harte gereformeerd is.” Later ontstond toch weer een kleine rooms-katholieke parochie in het dorp, maar met de roomse predikers is het vandaag toch echt gedaan in Putten. In 2016 overleed pastoor Albert Rubrech, voor een opvolger ontbrak het geld.

TRIENTJE TIMMER

Aan de Veldhoefweg op landgoed Gerven, richting Voorthuizen, ligt hoeve De Veldhoef, waar Aalt en Gerrie van Kempen hun agrarische bedrijf runnen. In de oorlog boden Hendrik en Trientje Timmer hier onderdak aan Joden, geallieerde piloten van neergeschoten vliegtuigen en andere onderduikers.

Hun boerderij was een centrum van verzet. Daarin volgden ze door hen hoog geachte ds. Holland niet. Over de onderscheidingen die ze na de oorlog kregen, deed Trientje luchtig. Ze hadden niet meer dan hun plicht gedaan.

Hendrik werd in 1946 tot ouderling verkozen. Aan het eind van de jaren 50 verhuisde het echtpaar naar een woning nabij de Zuiderkerk, waar Hendrik in 1982 overleed. Zijn vrouw bereikte de gezegende leeftijd van 103 jaar. „Trientje was een prachtige vrouw”, lacht Gort. „Voorafgaand aan een operatie die ze moest ondergaan, deed ze eerst een gebed met de chirurg. Na het amen zei ze tegen die man: „Nou kan jie me geen kwaad meer doen.” Dat soort mensen bestaat niet meer. Helaas.”

Een van de straten in de nieuwe wijk Rimpeler zal haar naam gaan dragen. Tot genoegen van Gort. Over de huidige kerkelijke situatie is hij droevig gestemd. „In mijn leven heb ik drie rampen meegemaakt. Eerst de Tweede Wereldoorlog. Daarna de februariramp van 1953. Ik zat toen op de mulo van De Driestar in Krabbendijke. De derde ramp was de opheffing van de Nederlandse Hervormde Kerk. We kunnen eromheen draaien, maar dat is de realiteit. Het doet me nog elke dag pijn. Weinig mensen waren zo hervormd als ik.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 juni 2019

Terdege | 186 Pagina's

Met Adriaan Gort door Putten

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 juni 2019

Terdege | 186 Pagina's