Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De eed van David

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De eed van David

Lezen: Psalm 132

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Psalm 132 is de langste psalm van de liederen Hammaäloth. Deze psalm sluit de bundel af. Psalm 133 en 134 ontvouwen het thema ”Gods zegen op Sion”. Psalm 132 telt twee delen: Davids eed (1–10) en de eed van de Heere (11–18).

David zweert Gods huis te bouwen. Hier lijkt hij op Jakob. In Bethel beloofde deze aartsvader de Heere een huis te zullen bouwen, indien God hem veilig deed terugkeren in het beloofde land. Dankzij de trouw van „de machtige Jakobs” (vgl. Ps. 132:2) stond Jakob jaren later op dezelfde plaats en loste zijn gelofte in (Gen. 35). Door zichzelf met Jakob te vergelijken, belijdt David Gods trouw. Op Zijn trouw baseert David zijn hoop voor de toekomstige tempelbouw. Hij zal niet rusten voordat hij de ark gebracht heeft op de plaats waar de ark hoort (3–5). De uitdrukking „een plaats” voor de ark (5), wil gelezen worden als dé plaats voor de ark. Die plaats is Sion.

Op Sion wil God in het midden van Zijn volk wonen. Hij heeft deze plaats tot Zijn woning uitverkoren. Bewoners van de velden van Efratha begeleiden de terugkeer van de ark naar Sion (6). Ze herinneren zich de aankomst van de ark uit het Filistijnse land te Kirjath-Jeárim, de velden van Jaär (6, vgl. 1 Sam. 6:21–7:1). Zij roepen elkaar op om buigend voor de ark God als de Koning te erkennen (7). Reizend naar Sion bidden ze om vijf zaken. Of Hij Sion wil beschermen. De vrede op Sion wil bewaren (8). Zijn priesters met gerechtigheid wil bekleden. Zijn volk zich in hun God wil laten verheugen (9). En of God het gebed van de koning wil verhoren omwille van Gods verbond met David (10). Met andere woorden: wanneer God op Sion woont, zijn het volk, de priesters en de koning één in het dienen van hun Koning. Psalm 132 schetst de contouren van de toekomstige eenheid tussen God en Zijn volk. De terugkerende ballingen bidden of God op Sion in het midden van Zijn volk wil wonen. Deze gebeden zijn slechts deels vervuld. Nog steeds wacht Israël op de openbaring van Gods heerlijkheid in de grote Zoon van David. Om die reden is dit deel van Psalm 132 een gebed voor de bekering van het Joodse volk.

Vraag: Waarin stemt uw gebed overeen met Gods daden in het verleden?

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 juni 2019

Terdege | 186 Pagina's

De eed van David

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 juni 2019

Terdege | 186 Pagina's