Van tweeën één
En Filippus deed zijn mond open, en beginnende van diezelve Schrift, verkondigde hem Jezus. (Handelingen 8 vers 35)
Aangrijpend is de geschiedenis van de kamerling, een Moor, een gesnedene. De man die op een of andere wijze van de God van Israël gehoord heeft en daarom de lange reis naar Jeruzalem maakt. Daar is de offerdienst, de plaats der verzoening, de woonplaats Gods. We zouden nu denken dat de ”kerk” hem met open armen zou ontvangen, hem zou onderwijzen en zou wijzen op de noodzakelijkheid van het werk van Christus. Maar in plaats daarvan moet de man bemerken dat er voor een Moor geen plaats is. Netjes godsdienstig wordt hem de weg geblokkeerd. Geen toegang.
Hij wil niet met lege handen teruggaan. De man koopt daarom een boekrol. Het blijkt de rol van het Bijbelboek Jesaja te zijn. En al lezend gaat hij huiswaarts. Een hongerige ziel die graaft en zoekt. En al begrijpt hij het niet, hij legt het niet naast zich neer. Van wie spreekt Jesaja toch? En zie, de Heere ziet de man, de Heere kent de man en zijn gedachten. De Heere weet wat nodig is. De Heere zendt daarom Filippus. En daar mag Filippus nu plaatsnemen naast de man om hem de weg te wijzen.
Beginnende van diezelve Schrift, verkondigde hem Jezus. Let op: eerst beginnend bij die Schrift, bij Jesaja 53. De Geest heeft dit niet voor niets op laten schrijven. De man moest eerst weten waarom een Lam ter slachting geleid moest worden. Moest weten dat dat ziet op zijn zonde en schuld. Dan pas gaat het werk van Jezus zo’n diepte en zo’n onnoemelijke waarde krijgen. Dan wordt Jezus voor deze man noodzakelijk. Buiten zondekennis is er geen Christuskennis. En zo wordt de man al onderwijzend door de Geest het Lam Gods, Jezus Christus, ingelijfd. En dan? Dan mag hij zijn weg met blijdschap reizen. Nee, niet met Filippus, maar met de Heere Zelf. Gevoed vanuit het Woord. Verzadigd met het Woord van God.
Ook wij moeten leren dat het van tweeën één is.
Wat? Of mijn werk, en dat is de dood, of Gods werk alleen, en dat is het leven. En dat gaat door, totdat de laatste zal zijn toegebracht, en dan zal het zijn één Heere en één volk.
tekst: DS. N.P.J. KLEIBERG, VEENENDAAL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 augustus 2019
Terdege | 100 Pagina's