Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Skandalon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Skandalon

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

H. N. van Hensfcergen.

„ de Joden een ergernis", 1 Kor. 1 : 23.

Wat moet het Paulus een pijn gedaan hebben dat het Jodendom zich afkerig toonde van zijn evangeheverkondiging. De prediking van het kruis was voor hen een oxavêidov. Dit woord houdt verband met een palletje in een klem. Het is datgene wat iemand ten val brengt. Dat de Joden het evangelie verwerpen heeft de ernstigste consequenties voor hun heil. Daarom is de wond in Paulus' ziel zo diep en pijnlijk.

Toch denkt de apostel er niet aan daarom het kruis uit het evangelie te elimineren of op de achtergrond te schuiven. Het Jodendom had bepaalde gedeelten uit het Oude Testament op non-actief gesteld. Vooral de gedeelten van de lijdende Knecht uit Jesaja had men uit het messiasbeeld weggeexegetiseerd. Geen wonder dus dat de prediking van een koning aan een galg felle weerstanden moest oproepen. En daarbij mogen we niet vergeten het geheel der prediking, die zich om dat kruis groepeerde. Het verzet van het Jodendom tegen de doop van Johannes culmineerde in de verbeten haat tegen het kruis als teken van Gods oordeel en genade.

Dit evangelie des kruiscs gaat de eeuwen door. Het wordt gestuwd door de zendingsopdracht van Christus zelf en de zendingsijver van Paulus werkt als een machtige stimulans in zijn geestelijke nalatenschap door. Het christendom is imperialistisch van aard, dringt door alle grenzen heen en eist heel de kosmos voor Christus op. Maar 1' histoire se répète. De weerstanden tegen dit evangelie zijn altijd vele geweest. Te begrijpen. Het Jodendom dat zich stelde onder „de macht" van de wet, die het vlees prikkelde tot zelfhandhaving, was slechts een deel van het geheel der gevallen mensheid. Heel die mensheid is ten prooi gevallen aan , , de machten". En het bijbels beeld der zonde is van de aanvang af rebellie tegen God. Daarom kan het niet anders of het

kerygma van Gods koningschap heeft alle eeuwen door weerstanden opgeroepen bij de mens die van het paradijs af aan de autonomie verkoos boven de theonomie.

In allerlei theologische werken kan men lezen dat het evangelie vertaald moet worden voor de moderne mens.

Daar zit vanzelfsprekend een element van waarheid in. De bijbelboeken zijn in de eerste plaats geschreven voor mensen uit een bepaalde tijd en die leefden in een bepaalde situatie. Zij onderstellen gewoonten, denkbeelden en voorstellingen die eeuwen her in een oosters land gebruikelijk waren. Willen wij dus de bijbelschrijvers recht laten wedervaren dan zullen wij alle beschikbare hulpmiddelen moeten aangrijpen om w£lt zij ongeveer tweeduizend jaar geleden bedoelden voor de moderne mens duidelijk te maken. Dit is de taak van de exegese. Ik denk niet dat er velen zijn die hier bezwaar tegen zullen maken. Onze Statenvertalers deden dat voor hun tijd met de hun ter beschikking staande middelen ook reeds door hun kanttekeningen.

Maar met het vertalen van het evangelie voor de moderne mens bedoelt men gewoonlijk nog iets geheel anders. Het evangelie zou van een heel ander wereldbeeld uitgaan dan de moderne mens en daardoor in de vorm waarin het thans voor ons ligt onaanvaardbaar zijn. Daarom moeten die elementen die aanstotelijk zijn voor ons, twintigste-eeuwse mensen, uit het evangelie worden verwijderd. Of liever nog zo geformuleerd: genoemde elementen moeten uit de aanstoot gevende vorm worden losgepeld en hun ware, blijvende betekenis moet aangetoond. We willen hier een ogenbhk luisteren naar een man die deze methode hartstochtelijk beoefent en die vooral in Duitsland onder de jongeren grote aanhang heeft. Ik bedoel Bultmann. Hij zegt het volgende: , , men kan geen elektrisch licht en radiotoestel gebruiken, in geval van ziekten moderne medische en klinische middelen gebruiken, en tegelijk aan de geesten-en wonderwereld van het Nieuwe Testament geloven. En wie meent, dat persoonlijk nog te kunnen doen, moet duidelijk inzien, dat hij, wanneer hij dat voor christelijk geloof uitgeeft, daarmede de christelijke verkondiging thans onverstaanbaar en onmogelijk maakt."

Bultmann en de zijnen maken dus , , de moderne mens" normatief voor de inhoud van het evangelie. Die moderne mens zal uitmaken wat hem „ergert" en dus uit het evangelie verwijderd moet worden en wat hij van blijvende betekenis acht. Wij voelen al wel hoe ver we hier van Paulus verwijderd zijn, die in zijn dagen de moderne Joodse mens heus niet tot maatstaf van zijn evangelie proclameerde. Zijn canon lag elders. Paulus' prediking van het kruisevangelie met haar onvermijde-

lijke axavóaXov is hier vervangen door de wijsheid der sofisten die de mens verhieven tot maat van alle dingen.

Wie is dan wel die moderne mens aan wie zulk een diep inzicht in het evangelie wordt toegedacht?

Het is de mens wiens blik door de wetenschap is bepaald. Die in heel zijn doen en streven rationeel en objectief wil zijn. Die in zijn levenspraktijk zuiver diesseitig is ingesteld. Hij leeft in een gesloten wereld, waarin geen plaats is voor het ingrijpen van transcendente machten. Misschien heeft hij nog een goed woord over voor de godsdienst, maar gewoonlijk ligt deze buiten zijn gezichtskring. Hij zal er niet tegen strijden, zich er niet over opwinden, hij is voor hem een quantité négligeable.

Een uitvloeisel van de moderne wetenschapsontplooiing is de huidige techniek. Daardoor kreeg de mens een macht over de natuur als nooit te voren. Evenmin als de zuivere wetenschapsbeoefening behoeft ook de technische ontwikkeling te leiden tot anti-of ongodsdienstigheid. Maar de superbia die aan de zondige mens als zodanig eigen is - hij heeft zich aan Gods hand ontworsteld - wordt door dit alles gemakkelijk geprikkeld. Door de roep om technische prestatie en technische vervolmaking komt het beschouwelijke op de achtergrond. , .Tempo" is een der machten die het moderne leven tyranniseren. Het geluk en zelfs het leven van de medemens wordt opgeofferd aan de jacht die de mens als een daemon drijft met als utopia-ideaal een steeds toenemende welvaart. De moderne mens in het verkeer is een exponent van dit gegrepen zijn door het diesseitig welvaartsverlangen. Dit probleem kan niet geregeld worden door uitwendige bepalingen alleen, maar is een religieus-ethisch vraagstuk, inhaerent aan het bestaan van , , de moderne mens". Zelfs de Zondag wordt geofferd aan dit ideaal. Steeds meer druk wordt op de arbeider uitgeoefend om ook deze rest van menselijke rust, om deze adempauze - opdat de mens zijn God zou dienen - te leggen op het altaar gewijd aan de Moloch uit de twintigste eeuw: een zo hoog mogelijke levensstandaard. Daar de techniek het middel is om aan dit verlangen te kunnen voldoen, wordt die man of vrouw het nuttigst en noodzakelijkst geacht die zijn of haar krachten in dienst stelt van dit technisch apparaat. Uiteraard zijn dit de jonge mensen.

Vandaar een overkwalificatie van de jonge mankracht. De ouderen met hun ervaring en levenswijsheid worden in dit klimaat gemakkelijk uitgerangeerd. Het gevolg hiervan is niet alleen een gevaarlijke scheur in de waarde-hiërarchie van menselijke prestaties, maar ook een discriminatie van traditie en inzicht. Het gezag voor de wijsheid die het

sieraad kan zijn der ouden, wordt hierdoor ondermijnd. Gevoegd bij de breed om zich heen grijpende en niets en niemand sparende democratisering kan dit niet anders dan nadelig zijn voor het gezag überhaupt, ook voor het gezag van wat zich aandient met goddelijke autoriteit. Saecularisatie is een kenmerk van de moderne geest.

Dit diesseitige verlangen naar geluk is vanzelfsprekend sterk gestimuleerd door de massale productie, waardoor veel aan velen geschonken kan worden (om nog te zwijgen van de vermaakindustrie). Dit vele deed hunkeren naar meer. Maar er is toch m.i. in dit streven nog een andere factor.

Iemand heeft de vraag gesteld: s de mens die zijn vertrouwen stelt op de rede en dus ook op de techniek wel de modernste mens? Neen, hij is in een crisis gekomen, hij is onzeker geworden. Angst is een kenmerkend begrip voor de geestelijke gesteldheid van de tegenwoordige mens. Dr. Boerwinkel in zijn Kerk en cultuur in deze tijd wijst op ditzelfde verschijnsel. , , Nog steeds gaat deze vermeerdering van de macht door. Maar het hoofdprobleem is thans niet meer: oe vermeerderen we onze macht over de natuur, doch: oe kunnen we deze macht, die ons in versneld tempo over het hoofd dreigt te groeien, nog de baas worden". Het pijnlijkst komt deze vraag wel tot ons vanuit de latioratoria waar gewerkt wordt aan de toepassing van de kernsplitsing. De moderne mens is niet meer de van zichzelf verzekerde. Of misschien moet ik het zo zeggen: ellicht is hij nog wel van zichzelf verzekerd, maar niet van de ander. De wereld en de moderne mens in die wereld bestaat zo dat hij zich min of meer permanent bewust moet zijn van het gevaar dat hem dreigt van die ander. De moderne mens is een angstig, een neurotisch mens, verstrikt in zijn eigen machtsontwikkeling die hem tot een demonie is geworden en waaruit hij geen uitweg ziet. Daarom zoekt hij compensatie in verstrooiing. De diesseitige welvaartsstaat lokt hem te meer omdat de toekomst onzeker is, dreigend en donker. Het moderne leven op de rand van een onvoorstelbaar diepe krater, waaruit de vuurzee der verdelging elk ogenblik kan oplaaien leeft bij de - misschien vaak onbewuste - gedachte: , laten we eten en drinken, want morgen zijn we er wellicht niet meer" (1 Kor. 15 : 32).

In het licht van het voorgaande is het wel duidelijk, de moderne mens is de autonome mens. Hij poneert zijn eigen levenswet, een zuiver menselijke wet. Voor God als de levende God is geen plaats, voor Zijn verlossing evenmin. De existentiefilosofie van Sartre plaatst ons in het Niets van een duister, zin-en doelloos heelal. En ook deze filosofie is exponent van een tijdgeest. Het is een uitzichtloos en doelloos

bestaan waarin de mens gesteld is. Bij de persoonlijke aardse existentie begint en eindigt alles.

We trachtten in het voorgaande iets te zeggen over de signatuur, de mentaliteit van , , de moderne mens". Is deze mens geschikt om het evangelie te zuiveren van nyjivdala? Het is a priori al zeker dat we dan een evangelie overhouden waaruit de kracht verdwenen is.

Ik noemde u reeds de naam van Bultmann. Bij hem kunnen we zien wat er van het evangelie overblijft als we deze procedure op de Schriften toepassen. Geen inwerking van goddelijke of daemonische machten in het wereldgebeuren, geen praeexistente Christus, geen incarnatie (bij iedere prediker van het evangelie vindt een incarnatie plaats), geen verzoening, geen opstanding, geen hemelvaart, geen parousie.

U zult vragen, wat blijft er dan over? Alleen dit, dat God door Zijn verlossend ingrijpen een mens verlost van het vervallen zijn aan dit aardse bestaan. Anderen echter vonden dat hij hierin nog te ver ging en hebben ook dat nog losgelaten. ledere idee streeft naar zijn consequentie. Halverwege halt houden is niet mogelijk.

We zullen zeker deze weg niet op moeten gaan. We zullen ons voor het principe van deze methode moeten wachten. Niet de tijdgeest zoals hij verschijnt in , , de moderne mens", maar de Heilige Geest is de enige Interpretator van de Heilige Schrift. We moeten de bijbel niet lezen door de bril van een of ander - isme of levensgevoel. En ook de prediking heeft zich te wachten voor het kwaad, de hoorders in het gevlei te willen komen. Natuurlijk heeft de prediker zijn best te doen zo duidelijk mogelijk zijn boodschap te brengen. Daarvoor moet hij niet alleen het evangelie, maar ook zijn hoorders kennen. In die zin heeft hij de Jood een Jood, de Griek een Griek te worden.

Zo gezien is het ook nuttig kennis te nemen van Bultmanns poging, het kerygma te entmythologisieren. Want uit zijn afkeer van de mythe kan men de inhoud aflezen van het levensgevoel van de moderne mens. Ook hem heeft men met het evangelie te benaderen. En laten we niet vergeten dat we allen meer van die , , moderne mens ' in ons omdragen dan we ons wellicht zelf bewust zijn. We ademen de cultuur en de met deze cultuur gegeven vanzelfsprekendheden dagelijks in. Ze zijn de axiomata van het moderne denken. Maar nooit zal de prediker mogen capituleren, met hoeveel hautain pathos ze ook worden voorgedragen.

Hij zal op de vragen van deze tijd moeten ingaan, hij zal met apostolaire bewogenheid de apostolische boodschap moeten brengen, hij zal tot op zekere hoogte het kerygma moeten vertalen in de taal en de begrippen van deze tijd. Tot op zekere hoogte, ook de kerk heeft haar

boodschap een passend kleed te geven. Maar op straffe van de dynamiek van het evangelie te verhezen en zijn opdracht ontrouw te worden, mag hij het axavdalov uit de verkondiging nimmer wegnemen. Alleen als wij onze eigen gedachten gevangen leiden tot gehoorzaamheid van Christus zal de Kerk van Christus een woord hebben voor de moderne wereld. Want zij weet het volkomen zeker: wij zijn geen kunstig verdichte fabelen nagevolgd, maar wij hebben het profetische Woord dat zeer vast is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Theologia Reformata | 271 Pagina's

Skandalon

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Theologia Reformata | 271 Pagina's